Jaarverslag
Technologiestichting STW
20 12
Technologiestichting STW Postadres
Postbus 3021 3502 GA Utrecht The Netherlands
Bezoekadres
Van Vollenhovenlaan 661 3527 JP Utrecht T +31 (0)30 600 12 11 F +31 (0)30 601 44 08 E [emailprotected]
www.stw.nl Foto omslag
Dr.ir. Daniël Schinkel, finalist Simon Stevin Gezel 2012, onderzocht in een STW-project bij de Universiteit Twente hoe een chip sneller én energiezuiniger te maken. Foto: Ivar Pel, Utrecht.
STW-nummer
2013/03685./STW ISBN-nummer
978-90-73461-81-9 NUR
950
Jaarverslag 2012 Technologiestichting STW april 2013
1
Inhoud
03 05
52
Deuren wagenwijd open
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
54 Inleiding 55 Cijfers kennisoverdracht 56 Open Technologieprogramma 60 Vernieuwingsimpuls
01 06 Ontwikkelingen binnen STW 08 Inleiding 09 Interne ontwikkelingen 14 Strategische samenwerkingsprogramma’s 15 Varia 16 De financiële situatie van STW 17 Externe ontwikkelingen 17 Kernindicatoren 18 STW-Jaarcongres 2012
02
04 64 STW in cijfers 66 Inleiding 67 Kengetallen en statistiek 75 Verkort financieel jaarbericht 2012
05 20
Opvallende resultaten uit het onderzoek
22 Overzicht programma’s en activiteiten 24 Aandeel STW-onderzoek in Topsectoren 25 Overzicht aantal projecten in Topsectoren 28 Inleiding 29 Open Technologieprogramma 33 Partnership 35 Perspectief 51 Nanotechnologie
80 Jurykamers en 82 Jurykamers 84 Commissies
commissies
06 92
Lijst van gebruikers
107
Lijst van afkortingen
3
Bestuur Prof.dr. P.M.G. Apers voorzitter, Universiteit Twente Prof.dr.ir. M.P.C. Weijnen vice-voorzitter, Technische Universiteit Delft Dr. C.A. Linse Raad van Toezicht TNO Ir. D.Ph. Schmidt
Bestuursraad
TNO Bouw en Ondergrond Ir. A.H. Schaaf Océ Technologies BV 1
Prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Technische Universiteit Eindhoven Ir G.F.M. Beenker NXP Dr.ir. J.P.H. Benschop ASML Netherlands BV Prof.dr. C.A. van Blitterswijk
Directeur
Universiteit Twente Prof.dr.ir. R. de Borst University of Glasgow 2 Prof.dr. J.A. Bouwstra
Dr. E.E.W. Bruins
Universiteit Leiden Dr.ir. Y. Engelen DSM Venturing Ir. T. Gorter Qanbridge BV Dr.ir. C.J. Kroese ex Kadaster RvB 3 Dr. H.P.C.E. Kuipers Shell Global Solutions Prof.dr.ir. R. Rabbinge Wageningen Universiteit Dr. K. Wiedhaup Netherlands Genomics Initiative
Waarnemers Drs. J.H. de Groene NWO Dhr. Th. Grosfeld Vereniging VNO-NCW Ir. A.P. Couzy Ministerie van Economische Zaken
4
Jaarverslag STW 2012
1
vanaf 01/01/2012
2
tot 01/07/2012
3
tot 11/06/2012
Deuren wagenwijd open Het Chinese ‘woord’ voor crisis bestaat uit twee karakters. Het ene betekent bedreiging, het andere kans. Treffender is de huidige toestand van Nederland nauwelijks te omschrijven. De bedreiging komt van de nog steeds voortdurende financiële en economische crisis. De kans zit hem in het gegeven dat je in zo’n situatie scherp moet nadenken over je prioriteiten, over wat je wil en vervolgens ook knopen moet doorhakken. Het topsectorenbeleid van de overheid is zo’n beslissing: we richten onze aandacht nu echt op de verdere ontwikkeling van technologieën waar Nederland – economisch en maatschappelijk – beter van wordt. STW blijkt wonderwel bij deze ontwikkeling te passen. We werken al sinds 1981 aan het bij elkaar brengen van onderzoekers en toepassers en aan het bevorderen van kennisoverdracht tussen die twee groepen. Die jarenlange ervaring heeft ons vruchtbare inzichten over valorisatie en omvangrijke netwerken in de academische wereld en in industrie en samenleving opgeleverd. We worden in het veld dan ook gezien als een van de best practices in Nederland op het terrein van valorisatie. Terwijl in 2012 heel veel gebeurde wil ik mij hier beperken tot twee kleine maar belangrijke nieuwe stappen die STW heeft gezet in het belang van ons onderzoek voor de samenleving. We hebben de vragen veranderd die we stellen aan de onafhankelijke experts die onze projectaanvragen beoordelen. Vroegen we ze voorheen te oordelen over de wetenschappelijke kwaliteit en over de economische relevantie van de aanvragen, nu vragen we ze te oordelen over de maatschappelijke relevantie. Valorisatie van ons onderzoek hebben we dus verbreed naar meer dan alleen economisch nut. De tweede nieuwe stap is de ontwikkeling van het nieuwe valorisatie-instrument Demonstrator. Dat heeft als doel resultaten van toepassingsgericht onderzoek op universiteiten én hogescholen te bevorderen, door proof-of-principle kennis door te ontwikkelen naar een proof-of-concept die (direct) door het bedrijfsleven in gebruik kan worden genomen. Daarmee worden academisch en hogeschoolonderzoek dichter bij elkaar gebracht. Het zal vast de opmaat worden naar nauwere contacten tussen universiteit en hogeschool. In 2012 voerden we de eerste call van de Topsector High Tech Systemen en Materialen uit. Het MKB deed het verrassend goed in die call. Dertig midden- en kleinbedrijven waren betrokken bij de aanvragen en meer dan de helft ervan zit bij de uiteindelijk gehonoreerde projecten. Het is heel bemoedigend om te zien dat het MKB binnen deze topsector ruim is aangehaakt bij het wetenschappelijk onderzoek. Het forse commitment van het bedrijfsleven garandeert dat alles in het werk wordt gesteld om de kennis ook daadwerkelijk naar toepassing te leiden. Excellente wetenschap gaat binnen HTSM klaarblijkelijk goed samen met vraagsturing en toepassingsgerichtheid. Het MKB weet goed de weg naar onze onderzoekers te vinden, we slaan een brug naar het HBO, maatschappelijke relevantie is nadrukkelijk een van de twee criteria waarop wij onderzoekaanvragen laten beoordelen. Onze deur naar de samenleving staat wagenwijd open. Eppo Bruins directeur
5
01 Ontwikkelingen binnen STW
08 Inleiding 09 Interne ontwikkelingen 09 Open Technologieprogramma 09 Perspectief 12 Partnership 13 Vernieuwingsimpuls en Rubicon 13 Valorisation Grant 14 Demonstrator 14 14 14 14 14
Strategische samenwerkingsprogramma’s
Cyber security Sport Uncertainty Reduction in Smart Energy Systems (URSES) Eiwitinnovatie
15 Varia 15 Open Acces 15 NWO-Groot 15 Lead Agency Procedure 15 EUREKA 15 SIA/RAAK 16 16 16 16 16 16
De financiële situatie van STW
17 17 17 17
Externe ontwikkelingen
Stelselwijziging Jaarrekening 2012 Liquide middelen Begroting 2013 Ontwikkelingen
Topsector High Tech Systemen en Matrialen Topsector Water Varia
17 Kernindicatoren 18
STW-Jaarcongres 2012
7
Inleiding
Het realiseren van kennisoverdracht tussen technische wetenschappen en gebruikers is de missie van Technologiestichting STW. Zij doet dit door gebruikers en onderzoekers bij elkaar te brengen, door excellent technischwetenschappelijk onderzoek te financieren en door al haar projecten te begeleiden naar optimale kansen voor kennisoverdracht. Om haar missie te realiseren voert STW eigen beleid en reageert – waar mogelijk proactief – op externe ontwikkelingen. Over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan in 2012 doet dit hoofdstuk verslag. Opvallende resultaten uit het onderzoek in 2012 worden gepresenteerd in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 geeft voorbeelden van kennisoverdracht uit projecten in 2012. Voor STW stond 2012 sterk in het teken van de topsectoren en een nieuw kabinet dat het innovatiebeleid van zijn voorganger voortzette. Het bestuur van STW identificeerde in 2012 de topsectoren waarin STW via haar onderzoekers en haar projecten en programma’s het meest actief is en besloot dat voor de besteding van de financiële middelen die topsectoren leidend zijn. Binnen de financieringsinstrumenten van STW oormerkte het bestuur vervolgens streefbedragen voor die geselecteerde topsectoren. Voor de overige topsectoren en voor ongebonden onderzoek blijft een deel van het STW-budget beschikbaar.
8
Jaarverslag STW 2012
lijke buitenlandse referenten en op basis van ranking door jury’s 31 gehonoreerd. Daar was in totaal een bedrag van 18,0 miljoen euro mee gemoeid, plus 4,1 miljoen euro aan co-financiering (in natura).
Interne ontwikkelingen In 2012 besloot het bestuur van STW dat de topsectoren leidend zijn voor de besteding van de financiële middelen. Na identificatie van de topsectoren waarin STW en haar onderzoekers het meest actief zijn, legde het bestuur voor 2013 en later een verdeelsleutel van middelen vanuit de verschillende financieringsinstrumenten vast. Dominant in deze verdeling is de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM). De andere topsectoren zijn Chemie, Life Sciences & Health, Energie en Water. In 2012 werd al enigszins op deze verdeling vooruitgelopen door 10 miljoen euro uit open instrumenten (waaronder OTP) vrij te maken voor de topsectoren. Het grootste deel hiervan was de STW-bijdrage aan de eerste call van de topsector HTSM. De financieringsintrumenten van STW zijn zeer geschikt om binnen de verschillende topsectorcompartimenten te komen tot selectie van excellent toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek in de vorm van publiek-private samenwerking. Hieronder wordt per instrument verantwoording afgelegd.
p 8 mei 2012 opende Prins Willem Alexander in Epe O de eerste Nereda-rioolwaterzuiveringsinstallatie. Nereda is een nieuwe technologie die huishoudelijk en bedrijfsafvalwater duurzaam en energie-zuinig zuivert. De bacteriën die in de rioolwaterzuivering het water schoon eten, vormen bij deze nieuwe technologie compacte bolletjes die makkelijk bezinken en zo efficiënt scheiden van het schone water. Een Nereda-installatie kan op een kleiner oppervlak gebouwd worden, gebruikt ruim 30% minder energie en is 20% goedkoper dan bestaande installaties. De technologie is ontwikkeld in een door STW gefinancierd project bij de TU Delft en is in een publiek-private samenwerking doorontwikkeld door de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), advies- en ingenieursbureau DHV en zes waterschappen. De installatie in Epe, van Waterschap Veluwe, is de eerste ter wereld die op praktijkschaal volledig met Nereda-technologie rioolwater gaat zuiveren.
Perspectief
Het Open Technologieprogramma (OTP) richt zich op relatief kleine technisch-wetenschappelijke projecten (maximaal 750.000 euro, plus een maximum van 250.000 euro aan investeringskosten; in totaal dus maximaal 1 miljoen euro). Het OTP kent verder geen disciplinaire grenzen. STW koestert deze openheid zorgvuldig, omdat innovatie in bijna alle gevallen multidisci-plinariteit verlangt. OTP-projecten bestrijken het volledige scala aan technisch-wetenschappelijk onderzoek. Voor 2012 had STW een bedrag van 17,5 miljoen euro voor het OTP beschikbaar, exclusief co-financiering door partners.
De Perspectiefprogramma’s beogen publiek-private samenwerking op programmatische wijze te bevorderen. De invalshoeken zijn het ontwikkelen van nieuwe technologie via een multidisciplinaire aanpak, samenwerking met gebruikers, medefinanciering door private partijen en specifieke activiteiten gericht op valorisatie en ondernemerschap. Perspectief is er in het bijzonder voor bedoeld om vernieuwende kennis tot toepassing te brengen en zo een bijdrage te leveren aan technologische innovatie in Nederland. Omdat Perspectief een bottom-up aanpak heeft kan men het instrument kwalificeren als “open programmacompetitie”.
In 2012 ontving STW 94 aanvragen voor OTP. Hiervan heeft het bestuur er na beoordeling door onafhanke-
De besluitvorming over voorstellen voor programma’s die in 2011 werden ingediend, werd in 2012 afgerond.
Open Technologieprogramma
Ontwikkelingen binnen STW
9
Een van de beoordelingscriteria in deze Perspectiefronde was een toetsing op passendheid binnen de roadmaps in de innovatiecontracten van de topsectoren. Er kwamen vijf nieuwe programma’s tot stand: NatureCoast, iMagene, iMIT, Microscopy Valley en CyberPhysical Systems. Deze programma’s hebben een looptijd van zes jaar en een omvang van tussen 3 en 6 miljoen euro. Het budget voor de nieuwe programma’s is 27,9 miljoen euro, waarvan 21,4 miljoen euro van het ministerie van Economische Zaken en 6,5 miljoen euro van STW/derden.
Nieuwe Perspectiefprogramma’s van 2012
Instruments for minimaly invasive techniques (iMIT) Bij minimaal invasieve technieken zijn nog heel wat uitdagingen: op veel plekken in het lichaam kan men niet komen en er zijn zeer beperkte mogelijkheden voor diagnose en behandeling. Het doel van het programma is interactieve multi-purpose instrumenten te ontwikkelen om overal in het lichaam te kunnen komen, informatie over weefseleigenschappen te verkrijgen en daarna een behandeling te kunnen uitvoeren. De uiteindelijke resultaten van het programma zijn multifunctionele stuurbare naalden en katheters waarmee in één interventie diagnose en therapie kunnen worden uitgevoerd. Het programma past – binnen het kader van het IMDI. NL-initiatief – goed binnen de topsectoren High Tech Systemen en Materialen en Life Sciences & Health. Microscopy Valley Het programma betreft de ontwikkeling van combinaties van fluorescentie- en elektronenmicroscopietechnieken om moleculen zoals eiwitten in cellen zichtbaar te maken. De combinatie van deze twee technieken, correlatieve microscopie geheten, overbrugt de verschillende lengteschalen die relevant zijn binnen de cel. Er is een groeiend aantal gebruikers voor deze nieuwe techniek en het aantal toepassingen neemt ook snel toe. Microscopie-fabrikanten zijn geïnteresseerd in het integreren van fluorescentieen elektronenmicroscopie in één enkele microscoop. Het programma past goed binnen de topsectoren High Tech Systemen en Materialen en Life Science & Health (thema ‘enabling technology’). ature-driven nourishment of coastal N systems (NatureCoast) Het begrijpen en beheersen van grootschalige kustsystemen als basis voor duurzame inrichting van delta’s is wereldwijd een maatschappelijke uitdaging
10
Jaarverslag STW 2012
en wetenschappelijk een onontgonnen onderwerp. Met de aanleg van de zogeheten Zandmotor (http://www.dezandmotor.nl) langs de Noordzeekust ter hoogte van Ter Heijde is een ongeëvenaarde kans ontstaan om natuurgedreven zandvoeding van onze kust te bestuderen. De monitoring van de zandmotor kent tot nu toe geen wetenschappelijke basis. Het doel van dit programma is daarvoor te gaan zorgen. Het programma past goed binnen de topsector Water (opgenomen in het Innovatiecontract Deltatechnologie) en draagt bij aan de vooraanstaande positie van Nederland binnen waterbeheer. Population imaging genetics (ImaGene) Vroege opsporing en betere voorspelling van het verloop van ziekteprocessen kan de kwaliteit van leven van een grote groep mensen aanmerkelijk verbeteren, onder andere door ontwikkelen van preventieve strategieën of door het optimaliseren van behandeling voor de individuele patiënt. Recent heeft een aanpak waarbij zowel beelddata (MRI-scans) als genetische data van grote groepen mensen worden geanalyseerd al tot belangrijke nieuwe inzichten geleid. De methodes om zowel beeld- als genetische data te analyseren staan echter nog in de kinderschoenen. Door de omvang, complexiteit en variabiliteit van deze data is dat ook een enorme uitdaging. Het doel van dit programma is nieuwe technologie te ontwikkelen om beeld- en genetische informatie beter te koppelen. De tech-nieken zullen worden ontwikkeld in het kader van verbeterde opsporing, diagnostiek en behandeling van belangrijke ziektegebieden, te weten de ziekte van Alzheimer, cardiovasculaire aandoeningen, en borstkanker. Het programma past goed binnen de roadmap Healthcare van de topsector High Tech Systemen en Materialen, de topsector Life Science & Health, en het topsectordoorsnijdende thema ICT. Robust design of cyber-physical systems (CPS) Cyber-physical systemen (voor medische beeldbewerking, lithografie, slimme elektriciteitsnetten, intelligent transport, elektronenmicroscopie, hoogwaardige printers) zijn een complexe mengeling van grote aantallen sensoren en actuatoren. CPS-systemen worden geconfronteerd met een diversiteit aan omgevingsfactoren. Het robuust maken en houden van dat soort systemen is van groot belang voor de industrie, en hieraan levert dit programma een bijdrage. De combinatie van de sterke universitaire groepen en de geïnteresseerde bedrijven bij dit programma is een ecosysteem van wereldniveau en het programma zal ervoor zorgen dat dit zo blijft. Het programma past goed binnen de topsector High Tech Systemen en Materialen en het topsectordoorsnijdende thema ICT.
1
Om de rol van STW in het topsectorenbeleid aan te scherpen stelde het STW-bestuur de in 2012 gestarte Perspectiefronde alleen open voor onderwerpen die genoemd worden in de innovatiecontracten van die topsectoren waarin STW actief is of nadrukkelijk ondersteunend aan de roadmaps die binnen deze topsectoren geformuleerd zijn. Voor het vooraf beoordelen van de passendheid van voorstellen kregen de trekkers van de verschillende topsectoren een nadrukkelijke rol. Om een evenwichtige verdeling over de verschillende topsectoren te bevorderen stelde het bestuur voor de beoordeling drie compartimenten in: HTSM, ICT, Nanotechnologie en Medische technologie; LSH, T&U, AgriFood; en Water, Chemie en Energie, met een vastgesteld budget voor elk compartiment en ook beoordeling per compartiment. Onderzoeksgroepen dienden in samenspraak met industriële consortia 37 programma-initiatieven in. Na verplichte publicatie ervan op de website van STW zodat nog niet betrokken maar mogelijk geïnteresseerden op de hoogte konden raken van het initiatief, ontving STW uiteindelijk 21 programma-ontwerpen. Verdere afronding van de beoordeling en besluitvorming over honorering volgt in 2013. De programma-ontwerpen waren goed verdeeld over de topsectorcompartimenten: acht programma-ontwerpen in het compartiment HTSM, ICT, Nanotechnologie en Medische technologie, zeven in het compartiment LSH, T&U, AgriFood en zes in het compartiment Water, Chemie en Energie.
2
3
4
IS2C als voorbeeld voor de Perspectiefprogramma’s
5
1 Instruments for minimaly
invasive techniques (iMIT). 2 Microscopy Valley.
4 Population imaging
genetics (ImaGene). 5 Robust design of cyber-
physical systems (CPS). 3 Nature-driven nourish-
ment of coastal systems (NatureCoast).
Op 26 en 27 april 2012 kwamen zo’n 50 onderzoekers en gebruikers uit het Perspectiefprogramma Integral Solutions for Sustainable Construction (IS2C) bijeen in Nijkerk om de stand van zaken, resultaten en vooruitzichten in het onderzoek en kennisuitwisseling te bespreken. Onderdeel van het programma was een bezoek van alle promovendi in IS2C aan de Nijkerkerbrug die sneller slijtage is gaan vertonen dan gepland. Rijkswaterstaat had voor de promovendi drie
Ontwikkelingen binnen STW
11
opdrachten geformuleerd om de brug aan te pakken. In drie groepen rapporteerden de promovendi de tweede dag plannen van aanpak. Rijkswaterstaat heeft veel belangstelling voor die plannen getoond en wil dit soort vragen vaker aan jonge onderzoekers gaan voorleggen. IS2C vervult een voorbeeldrol qua interactie en gebruikersdeelname in de Perspectiefprogramma’s van STW. Partnership
Het instrument Partnership van STW is bedoeld voor het aanpakken van vragen en wensen vanuit het bedrijfsleven. Een Partnershipprogramma combineert op een efficiënte manier vraagsturing vanuit het bedrijfsleven met open indiening van onderzoekideeën vanuit de Nederlandse universiteiten en para-universitaire instituten. In 2012 besloot het STW-bestuur dat ook de thema’s van Partnership-programma’s dienen te passen binnen de topsector-agenda’s. Gezien de sterke vraagsturing binnen dit instrument is dat een voorwaarde waaraan vaak op natuurlijke wijze wordt voldaan wanneer ook de topsector-agenda’s op open wijze tot stand komen. De kern van een Partnershipprogramma wordt gevormd door de themabeschrijving, die wordt opgesteld door een of meer bedrijven. STW organiseert vervolgens een call rondom dat thema en roept universitaire onderzoekers op om te komen met hun beste ideeën die passen binnen het thema. Hier kan een op maat gesneden matchmaking aan vooraf gaan. Een Partnershipprogramma wordt 50/50 gefinancierd (cash) door STW en de partner(s) uit het bedrijfsleven. Wanneer meer dan één bedrijf co-financier is, wordt verwacht dat één van die bedrijven als aanspreekpunt voor STW fungeert, of dat een bedrijvenconsortium wordt gevormd. Via haar netwerk biedt STW zo het
bedrijfsleven toegang tot de beste onderzoekers in het Nederlandse academische systeem. STW heeft budget voor enkele Partnerships per jaar. Zij hebben een omvang van tenminste 3 miljoen euro waarbij het bedrijf de helft betaalt en STW – eventueel met andere academische partners samen – de andere helft. Er is geen indieningsmogelijkheid voor Partnershipprogramma’s. Een programma komt tot stand in overleg met een of meer bedrijven. Daarna wordt een call geopend om onderzoeksvoorstellen op te roepen. Die worden volgens de standaard werkwijze van STW door onafhankelijke deskundigen beoordeeld en in een prioriteitsvolgorde gezet. Het STW-bestuur honoreert op basis daarvan de beste voorstellen. Een programmacommissie of stuurgroep met vertegenwoordigers van het bedrijf/de bedrijven en door STW aangezochte onafhankelijke academische experts heeft de super-visie over het programma. In 2012 kwamen twee nieuwe Partnershipprogramma’s tot stand: −
artnership Volatile Fatty Acid Platform P Dit Partnershipprogramma met Paques richt zich op de productie van biogebaseerde producten uit afvalstromen van biomassa. Het doel is om het productieproces van vluchtige vetzuren beter te begrijpen en nieuwe processen te ontwikkelen om die vetzuren terug te winnen uit het afval en om te zetten in biogebaseerde producten. In 2012 is een call voor onderzoeksvoorstellen uitgeschreven. Bestuurlijke afronding van het beoordelingsproces en honorering gebeurt in 2013. Academische partners naast STW zijn het Gebied Chemische Wetenschappen van NWO en het Algemeen Bestuur van NWO. Het Partnership valt inhoudelijk binnen de Topsector Chemie en het thema Biobased Economy dat door de topsectoren heen snijdt.
− Partnership
Advanced Sustainable Lighting Solutions (ASLS) Dit Partnershipprogramma met Philips Electronics Nederland bv richt zich het ontwikkelen van innovatieve, efficiënte, op een verantwoorde manier te produceren verlichting. Het lichtverbruik in de wereld wordt steeds hoger; de verwachting is dat mede door de verschuiving naar een 24 uurs-economie
Netwerken tijdens de matchmakingsbijeenkomst voor het Parnership Volatile Fatty Acid Platform.
12
Jaarverslag STW 2012
rond 2050 het wereldwijde lichtverbruik bijna drie keer hoger zal zijn dan nu. Meer energieefficiënte manieren om met verlichting om te gaan zijn daarom gewenst. Het Partnership gaat op zoek naar hoog-efficiënte, aantrekkelijke en betaalbare verlichting die ook nog eens op een verantwoorde manier ontwikkeld wordt. In 2012 is een call voor onderzoeksvoorstellen uitgeschreven. Honoreringen worden begin 2013 bekend. Het Partnership past in de Topsector High Tech Systemen en Materialen. In 2012 ging het Partnership ExploRail, met het Gebiedsbestuur Maatschappij- en Gedragswetenschappen van NWO en ProRail daadwerkelijk van start. Binnen het programmadeel “Intelligent Rail Infrastructure”, waarvan STW de leidende academische partner is, werden tien onderzoeksaanvragen ingediend; vijf werden er gehonoreerd. Dit programma past binnen de Topsector Logistiek. Ook het Partnershipprogramma met Rijk Zwaan, Meiosis, ging in 2012 van start. Er werden zeven onderzoeksaanvragen ingediend, waarvan er vijf werden gehonoreerd. Dit programma past binnen de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Vernieuwingsimpuls en Rubicon
De Vernieuwingsimpuls is een NWO breed instrument van persoonsgebonden financiering voor onderzoekers in diverse fasen van hun wetenschappelijke carrière. De Vernieuwingsimpuls valt samen met het Rubicon-instrument (voor net-afgestudeerden) onder het talentbeleid van NWO. De Vernieuwingsimpuls kent drie fasen: net-gepromoveerden (Veni) onderzoekers die al hun eerste prestaties als onderzoeker heb-
ben geleverd (Vidi) en gerenommeerde onderzoekers die een eigen groep aan het opbouwen zijn (Vici). In 2012 werden binnen het werkterrein van STW twaalf Veni-aanvragen, acht Vidi-aanvragen (uit de ronde 2011) en drie Vici-aanvragen (uit de ronde 2011) gehonoreerd. Projecten die voortkomen uit het door STW uitgevoerde deel van de Vernieuwingsimpuls passen voor een belangrijk deel binnen de onderwerpen van de topsector-agenda’s of zijn daaraan grotendeels ondersteunend. In 2012 veranderde de wijze van beoordeling van Vici-aanvragen. Die worden voortaan door een NWO-brede commissie beoordeeld. Vanwege de uniforme aanpak van de Vernieuwingsimpuls binnen de NWO-koepel ligt er relatief weining nadruk op ulitisatie. Hoe dit uitpakt voor de technische wetenschappen zal moeten worden bezien. Valorisation Grant
De Valorisation Grant is een persoonsgebonden financiering voor ondernemende onderzoekers om innovatieve high-tech bedrijvigheid te ontwikkelen op basis van de kennis die zij binnen de universiteit of de onderzoeksinstellingen waar ze werken hebben ontwikkeld. Dankzij het in 2011 verkregen accres van OCW voor STW kon het bestuur van STW het budget voor de Valorisation Grant desondanks in stand houden. STW voegde uit dit accres 1,5 miljoen euro toe aan het budget voor de Valorisation Grant. De Valorisation Grant bestaat uit twee fases. Fase-1 is de haalbaarheidsstudie van het voorstel; hiervoor is een bedrag van maximaal 25.000 euro beschikbaar. Deze fase moet in hooguit een half jaar zijn uitgevoerd. Kandidaten die deze fase met succes hebben doorlopen kunnen een aanvraag indienen voor fase-2, de valorisatiefase. Hiervoor is maximaal 200.000 euro beschikbaar. De maximale duur van deze fase is twee jaar, met een tussentijdse evaluatie. In 2012 ontving STW 72 aanvragen voor fase-1 en 32 aanvragen voor fase-2. Daarvan werden er 30 voor fase-1 gehonoreerd en 12 voor fase-2. Hiermee was een totaalbedrag gemoeid van 3,2 miljoen euro. Staatssecretaris Halbe Zijlstra reikte op 7 september de Valorisation Grants van STW uit. Met de Valorisation Grants ondersteunen NWO en STW ondernemende onderzoekers. De Valorisation Grants bieden onderzoekers de kans om hun vernieuwende idee om te zetten naar de werkelijkheid.
Tijdens de uitreiking gaven twee van de Grant-winnaars een presentatie over hun onderzoek. Boris Reuderink sprak over zijn onderzoek naar het mentaal aansturen van een game, en Loes Segerink over een simpele thuistest waarmee mannen hun vruchtbaarheid kunnen meten. Foto NWO/Arie Wapenaar
Ontwikkelingen binnen STW
13
Demonstrator
In 2012 ontwikkelde STW een nieuw financeringsinstrument ten behoeve van valorisatie. Het heet Demonstrator en heeft tot doel de toepassing van verworven kennis op universiteiten en hogescholen te bevorderen. Resultaten van toepassingsgericht onderzoek zijn een belangrijke bron voor innovatie. Als uitkomst van een onderzoeksproject wordt echter veelal een proof-of-principle opgeleverd. Met Demonstrator beoogt STW het proof-of-principle door te ontwikkelen naar een proof-of-concept dat door het bedrijfsleven (direct) in gebruik genomen kan worden. Eind 2012 ging de eerste call voor aanvragen open. Besluitvorming over honoreringen volgt in 2013. Demonstrator bestaat uit twee onderdelen. In het eerste onderdeel van een Demonstratorproject wordt de ontwikkeling van een demonstratiemodel (proofof-concept) gefinancierd. Daarin wordt voor bedrijven inzichtelijk gemaakt wat de exploitatiemogelijkheden zijn van de ontwikkelde technologie. In het tweede onderdeel van Demonstrator wordt een transferplan uitgevoerd om de technologie (proof-of-concept) over te dragen aan het bedrijfsleven. Demonstrator staat open voor aanvragen gebaseerd op resultaten die voortkomen uit STW-onderzoek of RAAK-onderzoek. Het budget voor Demonstrator bedraagt per ronde circa 1 miljoen euro.
Strategische samenwerkingsprogramma’s Cyber Security
In het verslagjaar startten het Gebied Exacte Wetenschappen van NWO en STW het onderzoeksprogramma Cyber Security, waarvoor in de zomer een call voor onderzoeksvoorstellen werd uitgeschreven. Afronding van de procedure volgt in 2013. Cyber Security heeft als doel de veiligheid van de digitale samenleving te vergroten. Het programma sluit aan op de Nationale Cyber Security Strategie (NCSS) van het kabinet die als doel heeft eventuele cyberverstoringen voor de Nederlandse bevolking, het bedrijfsleven en de overheid tegen te gaan. Cyber Security maakt deel uit van de Security roadmap onder de topsector High Tech Systemen en Materialen. De call is tot stand gekomen op initiatief van de ministeries van V&J, BZK, Defensie en EZ, STW en NWO.
14
Jaarverslag STW 2012
Sport
Het onderzoeksprogramma Sport is ontwikkeld om het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van sport te versterken en duurzame kennis ten behoeve van beleid en praktijk op te bouwen. Het ministerie van VWS en NOC*NSF hebben STW, het Gebied Geesteswetenschappen van NWO en ZonMw de opdracht gegeven een integraal sportprogramma te ontwikkelen, in samenwerking met de Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Met dit programma wordt uitvoering gegeven aan het Sectorplan sportonderzoek en – onderwijs 2011-2016 Fundament onder de Olympische Ambities. Elk van de partners is trekker van een specifieke ‘peiler’. Voor STW is dat “Presteren”, gericht op het optimaliseren van (top)sportprestaties en bevorderen van innovaties. In 2012 werd een call voor onderzoeksvoorstellen uitgeschreven. Besluitvorming over honoreringen volgt in 2013. Uncertainty Reduction in Smart Energy Systems (URSES)
In 2012 besloten de Gebiedsbesturen van Maatschappij- en Gedragswetenschappen en Chemische Wetenschappen en STW gezamenlijk het onderzoeksprogramma Uncertainty Reduction in Smart Energy Systems (URSES) te gaan uitvoeren. Doel is het leveren van een bijdrage aan het verminderen van onzekerheid voor actoren in het energiesysteem. Daarvoor zullen wetenschappelijke kennis en middelen ontwikkeld worden die nodig zijn voor slimme energiesystemen. Tevens is inzicht noodzakelijk in de oorzaken, het karakter en de effecten van onzekerheden vanuit een maatschappij- en gedragswetenschappelijk perspectief. Dit programma beoogt op deze manier om een snelle transitie naar een betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam energiesysteem tot stand te brengen. De call voor onderzoeksvoorstellen ging begin 2013 open. Eiwitinnovatie
Met het honoreren van vijf onderzoeksprojecten ging in 2012 het “Wetenschappelijk en toepassingsgericht onderzoeksprogramma Eiwitinnovatie” van het ministerie van Economische Zaken en STW van start. Bij de projecten zijn in totaal 14 bedrijven betrokken, die samen ruim tien procent van de kosten van het programma voor hun rekening nemen. In totaal werden achttien voorstellen ingediend, waarvan er na voorselectie twaalf overbleven.
Varia Open Access
Open Access publiceren was ook in 2012 een actueel thema. NWO inclusief STW wil Open Access bevor deren. Binnen het gemeenschappelijk Open Access beleid wordt erkend dat het binnen publiek-private sa menwerking nodig kan zijn nadere afspraken hierover te maken. Binnen STW worden bij elk onderzoekspro ject met gebruikers vooraf altijd afspraken gemaakt over intellectueel eigendom van en toegang tot de nieuw verworven kennis uit het onderzoek. Wat betreft Open Access van data, een belangrijk on derwerp binnen publiek-private samenwerking, wordt binnen NWO een nader voorstel uitgewerkt. NWO-Groot
In 2012 honoreerde NWO zeven investeringsaanvragen uit de ronde 2011. Bij deze aanvragen hoorden ook de twee die door STW als beste werden beoordeeld. Het gaat om twee faciliteiten voor nanoonderzoek: “National Atom Probe Facility”, met als hoofdaanvrager prof.dr. P.M. Koenraad van de TU Eindhoven en “NanoAccess – integrated facility for thin-film engineering and in-situ nano-lab”, van prof.dr. B. Koopmans, eveneens TU Eindhoven. STW beoordeelde nog vier andere voorstellen; die werden afgewezen. In totaal waren er 28 aanvragen ingediend, waarvan er dus 21 niet werden gehonoreerd. Lead Agency Procedure
lijke behoefte bij de achterban van STW. De indieners zijn bekende onderzoekers die doorgaans kwalitatief uitstekend STW-onderzoek leveren en al (natuurlijke) samenwerkingsverbanden met Duitse onderzoekers hebben. STW vindt de samenwerking goed en plezierig verlopen en de pilot heeft uitstekend DuitsNederlands onderzoek opgeleverd. Met DFG wordt voortzetting van deze samenwerking verkend. EUREKA
Net als in de paar voorgaande jaren heeft STW in 2012 in opdracht van de overheid het toezicht georganiseerd op de EUREKA-programma’s ITEA (Information Technology for European Advancement) en Catrene (Cluster for Application and Technology Research in Europe on Nano Electronics). STW schakelt daarbij experts uit de Nederlandse onderzoekswereld in, waarmee zij haar achterban enige toegang verschaft tot deze grote, industrieel geleide programma’s. SIA/RAAK
In de ronde 2012 van RAAK-pro, voor praktijkgericht onderzoek in het HBO, georganiseerd door SIA (Stichting Innovatie Alliantie), had STW een rol als adviseur voor de technisch getinte aanvragen. SIA en NWO besloten in 2012 een convenant te sluiten waarbij SIA onder de NWO-koepel ondergebracht gaat worden en huisvesting zal vinden bij STW. Dat zal in 2014 zijn beslag krijgen. Samen met het nieuwe financieringsinstrument Demonstrator van STW, dat ook open staat voor aanvragen vanuit het HBO, zijn dit eerste stappen naar een nauwere relatie tussen de HBO’s en de universiteiten.
In de afgelopen twee jaar heeft STW met de Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG) een pilot voor een zogeheten Lead Agency Procedure (LAP) uitgevoerd. Dat leverde via een call in 2011 acht uitgewerkte transnationale voorstellen op, waarvan DFG en STW er elk vier in competitie beoordeelden. Zes ervan werden uiteindelijk via STW of DFG gehonoreerd. Aan STW-zijde zijn de projecten voor een totaal van ruim 1,2 miljoen euro uit het OTP-budget gefinancierd en verder heeft STW voor bijna 0,9 miljoen euro bijgedragen aan Nederlandse aanvragen die via de DFG-route zijn gehonoreerd. De pilot heeft voorzien in een duide-
In november organiseerden FOM, STW en het Lorentz Center alweer voor de derde keer de workshop Physics with Industry. Ruim vijftig (jonge) fysici en onderzoekers van vijf bedrijven zochten elkaar op om een week lang te werken aan vijf fysische problemen. Het doel van deze workshop
was fysici actief mee te laten helpen om problemen uit de industrie op te lossen, hen kennis te laten maken met het bedrijfsleven en ook bedrijven in contact te brengen met talent. Het leverde een van de bedrijven een oplossing op die men op korte termijn al gaat gebruiken. Foto FOM
Ontwikkelingen binnen STW
15
De financiële situatie van STW STW heeft als doelstelling de haar toevertrouwde middelen optimaal in te zetten voor hoogwaardig technisch-wetenschappelijk onderzoek, en te bevorderen dat de resultaten uit dit onderzoek worden gebruikt door derden, de utilisatie. Stelselwijziging
Met ingang van het boekjaar 2012 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden dat een eenmalig effect heeft op het resultaat en het eigen vermogen van STW ultimo 2011 (retrospectieve werkingswijze). Het eigen vermogen per 1 januari 2011 was 12,3 miljoen euro. Het resultaat boekjaar vóór de stelselwijziging is 3,6 miljoen euro. Het effect van de stelselwijziging is 2,1 miljoen euro, waardoor het resultaat boekjaar na de stelselwijziging komt op 5,7 miljoen euro. Het eigen vermogen per 31 december 2011 is dan 18 miljoen euro. Jaarrekening 2012
In het jaar 2012 zijn de baten van STW toegenomen met 14 miljoen euro tot 91 miljoen euro. Deze stijging komt voornamelijk door een structureel accres van 10 miljoen euro van OCW/NWO. Daarnaast heeft het AB van NWO 6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de topsector HTSM. In meerjarig perspectief is er sprake van een verlaging van de basissubsidie van NWO met 2 miljoen euro.
16
Aan de kostenkant wordt met name gestuurd op de effectiviteit en efficiëntie van het bureau, niet alleen bureau STW maar ook het programmabureau NanoNextNL. STW organiseert de projectadministratie, het financieel beheer, de communicatie en de juridische ondersteuning voor NanoNextNL. De beheerskosten gerelateerd aan de totale baten zijn na verdiscontering van bijdragen derden netto 5,7% voor 2012 en 5,0% voor 2011. De ontwikkeling van de beheerskosten valt te splitsen in 2 componenten: stijging personeelskosten en een verlaging van de doorberekende bureaukosten. De algemene reserve (onbestemd) en bestemde reserve (intern geoormerkt) is met 1 miljoen euro toegenomen. De algemene reserve is na resultaatbestemming 3 miljoen euro. Voor 3 miljoen euro heeft het bestuur een bestemming aangewezen en voor 14 miljoen euro zijn de gelden door derden beklemd en vastgelegd in bestemmingsvermogen. Het totale eigen vermogen is na resultaatbestemming toegenomen met 2 miljoen euro tot 20 miljoen euro. De ontwikkelingen omtrent het gevoerde vermogensbeleid worden periodiek gemonitord. Liquide middelen
De doelstelling van het liquiditeitsbeheer is zorgen dat er voldoende middelen zijn om tijdig de noodzakelijke uitgaven te doen. De beschikbare liquiditeiten worden kortlopend aangehouden bij het Ministerie van Financiën ingevolge schatkistbankieren. De liquide middelen zijn afgenomen met 1,5 miljoen euro van 55,5 miljoen euro ultimo 2011 naar 54 miljoen euro ultimo 2012.
De lasten uit hoofde van toekenningen bedragen in het verslagjaar 82,5 miljoen euro. In 2012 is 18 miljoen euro besteed aan het Open Technologieprogramma. Hiermee is in het OTP een honoreringspercentage van 33% gerealiseerd in aantallen en 34% in geld. Vijf nieuwe Perspectiefprogramma’s zijn gestart: Nature Coast, Microscopy Valley, CPS, Interactive Multi Invational Tools en ImaGene voor een totaalbedrag van 28 miljoen euro. Inclusief het programma eiwit-innovatie is het totaal 31 miljoen euro. Daarnaast is er 13 miljoen euro besteed aan de HTSM-call, 10 miljoen euro Vernieuwingsimpuls en 10,5 miljoen euro overige programma’s, zoals Partnerships Rijk Zwaan en ProRail, Valorisation Grant, Simon Stevin Meesterschap en continuering bestaande programma’s.
STW investeert in de door het kabinet aangewezen topsectoren van ons land, maar behoudt ook ruimte om te investeren in onderzoek waar onverwachte ontdekkingen kunnen leiden tot radicaal nieuwe oplossingen met commerciële potentie. STW zet haar instrumenten adequaat in om onderzoek te financieren waar gebruikers nauw bij betrokken zijn. Zo wordt de kans op succesvolle toepassing van kennis vergroot. STW blijft zich inzetten op publiek-private initiatieven binnen de topsectoren en valorisatie. De baten zijn voor 2013 begroot op 80 miljoen euro. De toekenningen van nieuwe projecten in het jaar worden begroot op 80 miljoen euro.
Het verschil tussen begroting 2012 en realisatie is voornamelijk te verklaren door de incidentele baten van de NWO-topsector HTSM, verschuiving van de Vernieuwingsimpuls (zowel in de baten als lasten) en de toekenning overige activiteiten, Partnerships en programma Demonstrator, in 2013 in plaats van 2012 (lasten).
STW heeft zich tot doel gesteld om een kwaliteitskeurmerk op haar interne processen te verkrijgen. In 2012 is gestart met het traject ISO 9001 en de verwachting is dat in het voorjaar van 2013 het ISO-certificaat wordt behaald. In 2013 zal ook het vervolgtraject worden gestart dat zich richt
Jaarverslag STW 2012
Begroting 2013
Ontwikkelingen
op het toegankelijk maken van informatie uit het nieuwe ict-systeem ISAAC (InformatieSysteem voor Aanvragen, Archivering en Communicatie).
Externe ontwikkelingen Topsector High Tech Systemen en Materialen
In de Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) voerde STW in 2012 de eerste call uit. Het STW-bestuur honoreerde na beoordeling door onafhankelijke experts 32 projectvoorstellen, met een onderzoeksbudget van in totaal 19 miljoen euro. Technologiestichting STW, NWO, FOM en ZonMW droegen 11,5 miljoen euro bij. Het hightech bedrijfsleven legde7,5 miljoen euro in waarvan 4 miljoen euro cash. Dit betekent dat 40% van de totale projectkosten door het bedrijfsleven wordt gedragen. Met de toewijzingen kunnen 32 van de 73 ingediende projecten worden uitgevoerd. De gehonoreerde projecten laten een goede afspiegeling zien van de 15 roadmaps binnen de Topsector HTSM. Het publieke onderzoeksbudget van 11,4 miljoen euro kwam grotendeels van STW en NWO. De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) en ZonMw (financier van gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) droegen ieder circa een miljoen euro bij. Bedrijven droegen 7,5 miljoen euro bij (in cash en in natura bij elkaar opgeteld).
dat meer MKB- dan grote bedrijven waren betrokken bij de ingediende projectvoorstellen. Amandus Lunqvist, voorzitter van het topteam HTSM, toonde zich zeer tevreden over de grote betrokkenheid van het MKB. “Deze cijfers bewijzen dat MKB-bedrijven de beschikbare middelen binnen de Topsector HTSM goed weten te vinden en hiervan ook weten te profiteren.” Topsector Water
Deze topsector omvat de clusters Watertechnologie, Deltatechnologie en Maritiem. STW zal het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) Watertechnologie gaan huisvesten. Dit krijgt in 2013 zijn beslag. STW zal binnen dit TKI de ingang worden voor projecten gedreven vanuit wetenschappelijke vraagstelling. Samen met NWO/ALW gaat STW de Maritiem-call 2013 uitvoeren. De call ging in januari 2013 open. Varia
STW-directeur Eppo Bruins is, namens NWO, vanuit de wetenschap secretaris van het Topteam HighTech Systemen en Materialen. Hij is, ook namens NWO, lid van de Raad van Toezicht van het TKI Biobased Economy.
Kernindicatoren Budget: 90 M€ (56M€ van NWO, 24M€ van EZ, 10M€ van derden)
Het midden- en kleinbedrijf (MKB) bleek na analyse van de call zeer goed vertegenwoordigd in de gehonoreerde onderzoeksprojecten. Dertig MKB-bedrijven waren betrokken bij de aanvragen, waarvan meer dan de helft (57 procent) is gehonoreerd. Opvallend is ook
Aantal onderzoekers (promovendi+ postdocs – in dienst bij de kennisinstellingen): circa 1143 Promoties: 94 Gebruikersrelaties: 1122 Gebruikerscommissiebijeenkomsten: 525 Door STW georganiseerde congressen: circa 15 Publicaties: 665 (66 met co-auteurs van bedrijven waarvan 55 publicaties in de SCI zijn opgenomen)
Overeenkomsten kennisoverdracht: 68 Kennisoverdrachtmomenten: 13 Vermeldingen in landelijke media: 6 Octrooien: 12 Start-ups Valorisation Grant: 12 Staatssecretaris Halbe Zijlstra, NWO-voorzitter Jos Engelen, Spinozalaureaten Xander Tielens, Annemarie Mol, Ieke Moerdijk en Mike Jetten (van links naar rechts) tijdens de uitreiking van de NWO-Spinozapremies 2012. Foto: NWO/Arie Wapenaar
Ontwikkelingen binnen STW
17
1 Deelnemers aan één van de workshops voor jonge onderzoekers over het trainen van allerlei soorten praktische vaardigheden voor het succesvol laten verlopen van hun onderzoeksproject.
STW-Jaarcongres 2012 Op 11 oktober hield STW haar jaarlijkse congres. Een korte impressie.
1
2 3
18
Jaarverslag STW 2012
2 Bij het jaarcongres was een bedrijvenmarkt van vooral (kleine) ondernemingen die betrokken zijn bij de vele onderzoeksprojecten op het gebied van mens-machine interactie in de groep van Frans van der Helm in Delft. Hier een demonstratieopstelling voor onderzoek aan de motoriek van benen.
3 Tijdens het STW-Jaarcongres werd voor het eerst een special programmaonderdeel georganiseerd voor eerstejaars STW-promovendi. Tijdens een lunch hielden twee rolmodellen een praatje en discussieerden de deelnemers over enkele stellingen over de gebruikerscommissie bij hun project. De belangstelling voor de bijeenkomst was groot.
4 Een van de vele wetenschappelijke voordrachten tijdens het congres. Alle presentaties waren geclusterd naar de topsectoren waarin STW-onderzoekers actief zijn. 5 Prof.dr. Frans van der Helm van de TUDelft werd Simon Stevin Meester 2012 en ontving de prijs uit handen van Chris Buijink, secretarisgeneraal van het ministerie van Economische Zaken. Van der Helm demonstreerde tijdens zijn voordracht een prototype van een bionisch pak dat live diverse lichaamsfuncties registreert en in beeld brengt.
6 De finalisten voor de Simon Stevin Gezel 2012competitie. Van links naar rechts Coert Metz (Erasmus MC), winnaar Loes Segerink (Universiteit Twente) en Daniel Schinkel (Universiteit Twente). . 7 De finalisten voor de Simon Stevin Leerling 2012-competitie. Van links naar rechts Haishan Cao (Universiteit Twente), Jacques Schorsch (TU Delft) en winnaar Yusang Wu (TU Delft). Alle foto’s Bram Saeys.
4
5 6
7
Ontwikkelingen binnen STW
19
02 Opvallende resultaten uit het onderzoek
22
Overzicht programma’s en activiteiten
24
Aandeel STW-onderzoek in Topsectoren
25
Overzicht aantal projecten per programma per Topsector
28 Inleiding 29
Open Technologieprogramma
33 Partnership 35 Perspectief 51 Nanotechnologie
21
Overzicht programma’s en activiteiten Programma
Looptijd
Totaal budget in M€
Open Technologieprogramma
open indiening
Budget in 2012 in M€
Uitvoering programma
18
STW
2007-2013 2007-2013 2007-2013 2008-2014 2008-2014 2008-2014 2008-2014 2009-2015 2009-2015 2009-2015 2009-2015 2010-2016 2010-2016 2010-2016 2010-2016 2010-2016
6 5 5,3 4,8 6,5 5,7 5,5 6,1 6 6,5 7 5,2 7,2 5,4 6 4,5
STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW STW
2011-2017 2011-2017 2011-2017 2011-2017
3,8 6 5,5 5,4
STW STW STW STW
2011-2017
4,7
STW
2012-2018 2012-2018 2012-2018 2012-2018 2012-2018
4,5 5,4 5,6 6,7 5,4
STW STW STW STW STW
Hyflux Danone Healthy Lifestyle Solutions Explorail Meiosis Advanced Sustainable Lighting Solutions (ASLS) Volatile Fatty Acid Platform
2010-2014 2010-2015 2011-2016 2011-2016 2011-2016 2012-2017 2012-2018
3 3 3 5 3 3 3
STW, Hyflux STW, Danone STW, NWO-NIHC, Philips STW, NWO-MaGW, ProRail STW, Rijk Zwaan STW, Philips STW, Paques
Valorisation Grant
2004-onbepaald
2,9
STW, FOM, NanoNed
Perspectief (inclusief bijdragen bedrijven):
Green & Smart Process Technologies (GSPT) Multiscale Simulation Techniques (MuST) Smart Systems in Package (SmartSiP) Autonomous Sensor Systems (ASSYS) Clean Combustion Concepts (CCC) GenBiotics Smart Optics Systems (SOS) Building on Transient Plasmas (BTP) Integral Solutions for Sustainable Construction (IS2C) Learning from Nature to protect crops (LFN) NeuroSIPE Bio-Based Geo & Civil Engineering (BioGeoCivil) Cardiovascular Risk Management (CARISMA) Generic Technology of Integrated Photonics (GTIP) SMART Seperations for complex systems (SMARTSep) From Waste to Resource (W2R) Fundamentals and Application of Silicon Heterojunction solar cells (FLASH) Human-Centered Haptics: H-Haptics ONTIME: how to fix a (broken) circadian clock (OnTime) Super-resolution Microscopy (‘Nanoscopy’) Integral and sustainable design of multifunctional flood defences Nature-driven nourishment of coastal systems (NatureCoast) Microscopy Valley Robust design of cyber-physical systems (IPS) Instruments for minimally Invasive techniques (iMIT) Population imaging genetics (ImaGene) Partnership:
Samenwerking met NWO:
Complexiteit Innovatieve Genomics Clusters Maatschappelijk Verantwoord Innoveren Mozaiek Nieuwe Instrumenten in de Gezondheidszorg (NIG) Rubicon Smart Energy Systems (SES) 22
Jaarverslag STW 2012
2010-2014 STW, NWO-EW 2004-onbepaald 9 STW, NGI 2008-2012 12 STW, NWO 2004-onbepaald 4 STW, NWO 2008-2012 9 STW, NWO, ZonMw, FOM 2005-onbepaald 2 STW, NWO 2010-2016 6 STW, NWO-EW
Programma
Looptijd
Totaal budget in M€
Budget in 2012 in M€
Uitvoering programma
Sport 2012-2018 10 STW, ZonMw, NWO/GW Cyber Security 2012-2018 3,8 STW, NWO ASPASIA 2011-2012 0,2 STW, NWO HTSM 2012-2018 16,7 STW, FOM NWO-Fonds Open Access 2010-onbepaald 2,5 ACTS, ALW, CW, EW, GW, MaGW, ZonMw, N, NGI, STW, WOTRO, FOM, NIHC NWOnano 2010-2015 10 STW, FOM, NWO-ALW, NWO-CW, ZonMw Vernieuwingsimpuls:
Veni Vidi Vici
2000-onbepaald 2000-onbepaald 2000-onbepaald
5 4,8 9
STW, NWO STW, NWO STW, NWO
FES-programma’s:
NanoNextNL NanoLabNL
2010-2016 2011-2013
250 37
Programmabureau STW Programmabureau STW
Samenwerking met derden:
ERA-net NanoSci-E+ 2005-2012 3 STW, FOM ERA-net SIINN 2011-2014 STW en 19 partners uit 14 verschillende landen JACQUARD 2001-2015 17 STW Sentinels 2004-2014 8,3 STW Eiwitinnovatie 2012-2018 4,7 STW STW-platformactiviteiten:
Adaptieve Intelligentie (SNN) ICT.OPEN (conferentie) Sense of Contact (conferentie) Schone en Zuinige Verbranding (COMBURA)
1995-onbepaald 2010-onbepaald 1998-2014 1997-onbepaald
STW STW, NWO STW STW
1998-onbepaald 2005-onbepaald 2008-onbepaald
STW STW STW
Simon Stevinprijzen:
Simon Stevin Meester Simon Stevin Gezel Simon Stevin Leerling
500 k€ 5 k€ 1k€
Monitoring:
ITEA MEDEA+ / CATRENE
2001-onbepaald 2001-2008/2008-2013
STW, AgentschapNL STW, AgentschapNL
Opvallende resultaten uit het onderzoek
23
al To ta
ie k
Lo gi st
Cr ea tie ve
W at er
En er gi e
in du st rie
H ig M hT at ec er h ia Sy le s n, te IC me T, n N en an o Li fe Sc ie nc es Ag ri en & ui Foo tg d an , T gs uin m b at ou Ch er w ia em le ec ie n on , B om io ie ba se d
Aandeel STW-onderzoek in Topsectoren
OTP
210 119 43 41 20 20 4 2 459 169 65 9 25 33 25 326 Partnership 9 5 9 5 28 NIG* 12 10 22 NWO-Nano 30 30 Vernieuwingsimpuls 105 52 8 22 7 4 4 2 204 Eiwitinnovatie 5 5 SES** 3 6 1 10 Overig 30 13 3 3 5 2 56 Perspectief
aantal projecten
Totaal
559 268 73 100 71 51 9 9 1140
250
200
150
100
ig Ov er
** S
Ve r
ni e
Ei
uw
w
in
iti
gs
im
W ON N
SE
nn ov at ie
pu ls
o an
* IG N
ip Pa rt ne rs h
tie f ec Pe r
sp
OT P
50
Aandeel STW-onderzoek in Topsectoren
* NIG: Nieuwe Instrumenten in de Gezondheidszorg ** SES: Smart Energie Systems
24
Jaarverslag STW 2012
High Tech Systemen en Materialen, ICT, Nano Life Sciences Agri & Food, Tuinbouw en uitgangsmaterialen Chemie, Biobased economie Energie Water Creatieve industrie Logistiek
Overzicht aantal projecten per programma per Topsector High Tech Systemen en Materialen, ICT, Nano
OTP 210 Perspectief 169 NIG 12 NWO-Nano 30 Vernieuwingsimpuls 105 SES 3 Overig 30
Life Sciences
OTP 119 Perspectief 65 Partnership 9 NIG 10 Vernieuwingsimpuls 52 Overig 13
Agri & Food, Tuinbouw en uitgangsmaterialen
OTP 43 Perspectief 9 Partnership 5 Vernieuwingsimpuls 8 Eiwitinnovatie 5 Overig 3
Opvallende resultaten uit het onderzoek
25
Overzicht aantal projecten per programma per Topsector Chemie, Biobased economie
OTP 41 Perspectief 25 Partnership 9 Vernieuwingsimpuls 22 Overig 3
Energie
OTP 20 Perspectief 33 Vernieuwingsimpuls 7 SES 6 Overig 5
Water
OTP 20 Perspectief 25 Vernieuwingsimpuls 4 Overig 2
26
Jaarverslag STW 2012
Creatieve industrie
OTP 4 Vernieuwingsimpuls 4 SES 1
Logistiek
OTP 2 Partnership 5 Vernieuwingsimpuls 2
Opvallende resultaten uit het onderzoek
27
Inleiding
In dit hoofdstuk presenteren wij een aantal aansprekende resultaten uit het onderzoek. Bij elke bijdrage is vermeld uit welk instrument (Open Technologieprogramma, Perspectief, Partnership, Valorisation Grant, Vernieuwingsimpuls, overige activiteiten) het onderzoek is gefinancierd en in welk van de werkterreinen zoals die binnen STW worden gehanteerd het onderwerp past: Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek; Systemen, Energie en Materialen; Chemie, Milieu en Water; Life Sciences & Technology; Nanotechnologie.
28
Jaarverslag STW 2012
Open Technologieprogramma (OTP) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Universiteit Twente
Nieuw systeem kan zowel bewegingen als krachten van de hand zeer nauwkeurig in beeld brengen met prototype Powerglove De onderzoekers Henk Kortier en Robert Brookhuis werken aan een Powerglove. Dit is een systeem dat zowel de krachten tussen hand en omgeving als de bewegingen van de hand nauwkeurig kan meten en vastleggen. Je kunt hierdoor de wederzijdse beïnvloeding van hand en omgeving in kaart brengen. Dit is onder meer nuttig voor de revalidatie van mensen die een hersenbloeding hebben gehad, om te meten hoe de daadwerkelijke belasting van werkende mensen is en om te meten hoe een sporter, zoals een speerwerper, zijn techniek kan verbeteren. Ook kan je er mee evalueren hoe goed mensen via hun handen interacteren met hun omgeving. De onderzoekers hebben nu een werkend eerste prototype van het systeem opgeleverd. Het bestaat uit twee onderdelen: een gedeelte dat nauwkeurig de bewegingen van de hand in kaart brengt en een nieuwe, zeer kleine, krachtsensor die zowel krachten als krachtmomenten in drie richtingen kan vastleggen.
Projectleider Prof.dr.ir. P.H. Veltink
Project 10333
Het gedeelte dat de bewegingen van de hand vastlegt bevat diverse sensoren. Deze meten zowel de versnelling als de hoeksnelheid. Hierdoor kun je de oriëntatie en de versnelling van de verschillende vingers en de hand bepalen, waardoor je precies op een computer kunt zien hoe de hand wordt bewogen. De krachtsensor is een MEMS-chip die zowel de kracht als het moment van de kracht in drie richtingen in kaart brengt. De krachtsensor past op een vingertop en is maar liefst een factor twintig kleiner dan andere krachtsensoren in hetzelfde krachtbereik. Hiermee is het de eerste nauwkeurige zes-assige krachtsensor die echt compact is. De toepassingen voor het systeem zijn legio. Zo kun je een dergelijk systeem gebruiken in de revalidatie. Bijvoorbeeld om te meten wat de daadwerkelijke functionaliteit van de hand is van iemand die een hersenbloeding heeft gehad. Ook zien de onderzoekers allerlei mogelijkheden in de ergonomie en de sport. Bijvoorbeeld om de feitelijke belasting van werkende mensen bij hun dagelijkse taken te meten, of om in kaart te brengen hoe sporters, zoals speeren discuswerpers, hun techniek kunnen verbeteren. 1 Silicium-gebaseerde
vingertipsensor waarmee kracht en krachtmoment in 3 richtingen kan worden gemeten. 2 Prototype van de instrumentatie voor het meten van hand- en vingerbewegingen door middel van 3D versnellingsopnemers en hoeksnelheidssensoren.
1
2
Opvallende resultaten uit het onderzoek
29
Open Technologieprogramma (OTP) Life Sciences & Technology
Universiteit Universiteit Utrecht
Effectief gereedschap voor kwaliteitscontrole nieuwe generatie geneesmiddelen
Biologicals zijn grote en complexe biomoleculen – met name eiwitten, zoals antilichamen en enzymen – met therapeutische activiteit die gebruikt worden voor de behandeling van ziekten als kanker en reuma. Antilichamen zijn interessante geneesmiddelen, omdat ze in het algemeen een zeer hoge specificiteit hebben tegen hun target, waardoor er minder bijwerkingen optreden. Geneesmiddelen gebaseerd op antilichamen zijn ‘hot’, er komen dan ook steeds meer antilichamen op de markt. Wereldwijd zijn ze vandaag goed voor een omzet van meer dan 100 miljard euro. In vergelijking met de zogenaamde kleine geneesmiddelen (met een gewicht tot 500 Da, bv. aspirine) is de biologische en chemisch complexiteit van biologicals (150.000 Da) behoorlijk. De moleculen zijn niet alleen honderden keren groter, ze zijn ook vaak versierd met suikergroepen en vormen sterk vertakte structuren. Voor toepassing als medicijn is zekerheid over hun biologische en chemische kwaliteit, structuur en consistentie cruciaal.
Projectleider Prof.dr. A.J.R. Heck
De samenstelling en zuiverheid van dit soort grote geneesmiddelen moet nauwkeurig in kaart worden gebracht met toereikende analytische methoden. Een methode die hiervoor sterk opkomt is gebaseerd op de massaspectrometrie. De nauwkeurigheid en gevoeligheid van de huidige instrumenten zijn echter nog steeds ontoereikend voor de analyse van deze complexe biomoleculen. De groep van Heck aan de Universiteit van Utrecht ontwikkelt binnen een STW-project samen met instrumentfabrikanten (e.g. MSVision, ThermoFischer) en biofarmaceutische bedrijven (e.g. Merus, Genmab, MSD) nieuwe analytische methoden speciaal voor dit soort biologicals. In 2012 hebben zij nieuwe analyse methoden ontwikkeld die het niet alleen mogelijk maken antilichamen kwalitatief en kwantitatief te analyseren, maar zelfs ook nog veel complexere mengsels van meerdere (bispecifieke) antilichamen. Ook introduceerden Heck en collega’s een nieuwe massaspectrometer, ontwikkeld samen met ThermoFisher, die de analyse van deze biologicals sterk verbetert. De nieuwe massaspectrometer is een verbetering van de wereldwijd veel gebruikte Orbitrap-techniek. Deze apparatuur werd tot nu toe al veel gebruikt in onderzoekslaboratoria om bijvoorbeeld de rol van peptiden en eiwitten bij het ontstaan van ziekten te onderzoeken. De onderzoekers beschreven hun bevindingen in Nature Methods, ACS Analytical Chemistry en Angewandte Chemie. Dit nieuwe apparaat zal waarschijnlijk in 2013 als officieel commercieel product gelanceerd worden, en ondervindt nu al grote vraag vooral vanuit de farmaceutische industrie.
Artistieke impressie van nieuwe massaspectrometer; een effectief gereedschap om antilichamen en andere complexe nieuwe generatie geneesmiddelen analytisch te karakteriseren.
30
Jaarverslag STW 2012
Project 10805
Open Technologieprogramma (OTP) Life Sciences & Technology
Universiteit Leids Universitair Medisch Centrum
3D röntgenscan voor optimale positionering van de prothesecomponenten
Bij artrose (gewrichtsslijtage) ontstaat er onomkeerbare schade aan het kraakbeen, bijvoorbeeld in de heup of de knie. Voor de patiënt leidt dit veelal tot ernstige bewegingsbeperking en invaliderende pijn. Een orthopedisch chirurg kan het aangedane gewricht vervangen door een prothese, zodat de oorspronkelijke bewegingsfunctie hersteld wordt en de kwaliteit van leven voor de patiënt verbetert. Bij zo’n gewrichtsvervangende operatie dienen de gewrichtsvlakken nauwkeurig afgezaagd te worden, zodat de prothesecomponentengoed passen en ook correct uitgelijnd zijn. Met het huidige chirurgische instrumentarium is protheseuitlijning vaak een probleem, omdat de benodigde anatomische referentiepunten op het bot verscholen liggen onder een dikke laag weefsel. Het doel van dit STW-project is om de plaatsing van prothesen nauwkeuriger te maken, te vereenvoudigen en te versnellen. Dit doel willen we bereiken door het ontwikkelen van pre-operatieve planningssoftware waarmee op basis van een 3D röntgenscan de richting van de benodigde zaagsneden nauwkeurig bepaald kan worden en door het ontwikkelen van
Projectleider Dr.ir. E.R. Valstar
Project 10812
een nieuw soort instelbare chirurgische richtinstrumenten die heel precies op het gewricht van de patiënt passen en waarmee die planning nauwkeurig naar de operatiekamer gebracht kan worden. In de planningssoftware wordt met behulp van beeldverwerkings- en visualisatietechnieken een virtuele representatie van het bot uit de 3D röntgenscan gereconstrueerd (fig. 1). De chirurg kan in de software de volledige botten van alle kanten bekijken en zo de optimale positionering van de prothesecomponenten bepalen. Voor elk gewrichtsvlak wordt op basis van de vorm en de planning instellingen afgeleid voor het richtinstrument. De chirurg hoeft tijdens de operatie het instrument alleen maar te plaatsen en kan vervolgens middels de ingebouwde geleiding direct zagen en boren. Er is een belangrijke theoretische basis gelegd voor het bepalen van de instrumentinstellingen. Deze moeten dusdanig zijn dat in de geplande positie een robuuste fit ontstaat (fig. 2). Met de ontwikkelde analytische methode kan nu al voor een 2D instrument een optimale locatie voor botcontact en een aandrukvlak worden gevonden welke resulteren in een robuuste fit. De methode wordt momenteel doorontwikkeld voor het 3D instrumentarium. De unieke samenwerking tussen clinici, werktuigbouwkundig ingenieurs en medische visualisatieexperts die werkzaam zijn bij zowel het Leids Universitair Medisch Centrum als de TU Delft zorgt ervoor dat we dit belangrijke probleem rond protheseplaatsing op kunnen gaan lossen.
1
2
1 In deze 2D simulatie is een richtinstrument op een cosinusvormig botoppervlak geplaatst. Het dikke lijngedeelte geeft het minimale contact weer voor een zo robuust mogelijke mal. De getoonde mal heeft contact op de witte punten en is met nog minder contact nagenoeg even robuust. De grijswaardekaart in combinatie met het pijlenveld geeft, voor een gekozen aandrukpunt (de groene punten), de toegestane variatie in de richting van de aandrukkracht weer. 2 In de planningssoftware kan aan de hand van het gereconstrueerde bot en een virtuele representatie van het richtinstrument de operatie worden gesimuleerd.
Opvallende resultaten uit het onderzoek
31
Open Technologieprogramma (OTP) Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Projectleider Prof.dr.ir. R. Uijlenhoet
straalverbindingen levert. Vervolgens kan een regenkaart van dagsommen worden gemaakt voor heel Nederland, bijvoorbeeld op basis van ruim driehonderd verbindingen. De resultaten zijn al veelbelovend, maar specifieke fouten verdienen wel meer onderzoek. Zo daalt het vermogen soms ook tijdens droog weer en moet de gemiddelde regenintensiteit over 15 minuten worden geschat uit het minimum en maximum ontvangen vermogen gedurende 15 minuten.
Regenmeting met radiostraalverbindingen van het mobiele telefonienetwerk
In veel landen worden maar weinig regenwaarnemingen gedaan met regenmeters of weerradars. Echter, de meeste landen hebben wel een mobiel telefonienetwerk dat doorgaans dezelfde eigenschappen heeft. Het aantal radiostraalverbindingen is sowieso meestal een stuk hoger dan het aantal regenmeters. Het meten van regen met het mobiele telefonienetwerk in gebieden met weinig nauwkeurige regeninformatie kan daarom een belangrijke ontwikkeling worden. Voor Nederland is met name het corrigeren van radarbeelden met data van radiostraalverbindingen van belang. De komende jaren wordt gewerkt aan een realtime radarneerslagproduct voor heel Nederland dat is gecorrigeerd met data van 1500 radiostraalverbindingen. Hierdoor zal de kwaliteit van radarbeelden voor bijvoorbeeld het waterbeheer toenemen ten opzichte van het huidige realtime radarneerslagproduct, waarbij slechts met data van tweeëndertig regenmeters wordt gecorrigeerd.
Nauwkeurige regenmetingen zijn onder andere belangrijk voor waterbeheer, landbouw, weersverwachting en klimaatonderzoek. Wereldwijd neemt het aantal bruikbare grondmetingen van regenmeters echter af. Dit vraagt om andere typen waarnemingen. Radiostraalverbindingen van het mobiele telefonienetwerk kunnen worden gebruikt om regen te meten, terwijl ze hier niet voor zijn ontworpen. Bij een radiostraalverbinding wordt elektromagnetische straling verzonden van de antenne van de ene gsm-mast naar de antenne van een andere gsm-mast. Telecomproviders meten het ontvangen vermogen van de radiostraalverbinding. Als het regent wordt het signaal gedeeltelijk uitgedoofd waardoor het ontvangen vermogen lager wordt. De uitdoving wordt sterker als er meer regendruppels of grotere regendruppels voorkomen op het pad tussen beide antennes. Uit het verschil tussen het ontvangen vermogen tijdens regen en het ontvangen vermogen gedurende droog weer kan de totale uitdoving door regen op het pad worden berekend. Vervolgens kan de gemiddelde regenintensiteit over het pad worden berekend uit de totale uitdoving. Dit is in samenwerking met het KNMI gedaan op basis van de data van een gedeelte van de radiostraalverbindingen van T-Mobile NL, het bedrijf dat voor dit STW-project alle data van radio-
1
Dagelijkse regenhoeveelheid van 7 juli 2009, 10 uur tot en met 8 juli 2009, 10 uur lokale tijd voor Nederland. Gebaseerd op regenmeterdata (geïnterpoleerd; links), radardata gecorrigeerd met regenmeterdata (midden), en data van radiostraalverbindingen (geïnterpoleerd; rechts).
1
32
Jaarverslag STW 2012
Project 11944
2
2 Regen verzwakt het signaal dat wordt verzonden van de antenne van de ene gsm-mast naar de antenne van de andere gsm-mast.
Partnership – Danone Life Sciences & Technology
Universiteit Universiteit Utrecht
Projectleider Dr. M.H.M. Wauben
krijgen. Dit maakte het mogelijk om in deze blaasjes de aanwezigheid van verschillende eiwitten die het immuunsysteem kunnen beïnvloeden aan te tonen. Daarnaast werd duidelijk dat het opslaan van melk bij lage temperatuur drastische effecten heeft op zowel de cellen als de populatie aan membraanblaasjes die aanwezig zijn in melk. Momenteel zijn we bezig met de ontwikkeling van een methode om melkmonsters na eenvoudige bewerking op te kunnen slaan voor verder onderzoek aan membraanblaasjes. In de nabije toekomst zullen de samenstelling en functies van membraanblaasjes in melk verder onderzocht worden.
Biomarkers in moedermelk voor preventie van allergische aandoeningen bij kinderen: isolatie en karakterisatie van membraanblaasjes in moedermelk Moedermelk levert de eerste immuniteit aan pasgeborenen en beïnvloedt de rijping van hun immuunsysteem. Het immuunsysteem van de moeder heeft invloed op de samenstelling van de moedermelk en zou op die manier de ontwikkeling van allergieën later in het leven van het kind kunnen beïnvloeden.
Daarnaast zullen veranderingen in deze blaasjes onderzocht worden in relatie tot de allergische status van de moeder. Uiteindelijk zouden de membraanblaasjes in melk kunnen dienen als biomarker voor het karakteriseren van borstvoeding in relatie tot mogelijke effecten op het immuunsysteem van de zuigeling. De nieuw te verwerven inzichten kunnen helpen om gespecialiseerde voeding voor moeders te ontwikkelen en het effect daarvan op de membraanblaasjessamenstelling in moedermelk te volgen. Ook kan de nieuwe kennis mogelijk bijdragen aan de optimalisatie van moedermelkvervangers.
Welke componenten van moedermelk hier precies aan bijdragen is onbekend. Nieuwe inzichten wijzen op het belang van door cellen geproduceerde membraanblaasjes als op maat gemaakte boodschappers voor communicatie tussen cellen. De membraanblaasjes in moedermelk zouden een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het immuunsysteem van de baby via het maagdarmkanaal. Wij bestuderen de membraanblaasjes met nano-afmetingen die voorkomen in melk. Opzuivering van deze membraanblaasjes is technisch ingewikkeld vanwege de complexe samenstelling van melk. Bovendien was onbekend of koude opslag van melk, zoals dat in melkbanken gebeurt, invloed heeft op deze membraanblaasjes. Het afgelopen jaar is het gelukt om een methode te ontwikkelen om de nano-membraanblaasjes uit melk zuiver in handen te
1
Project 11676
1
Moedermelk bevat verschillende typen membraanblaasjes met nano-afmetingen. Deze blaasjes worden afgegevenn door cellen van de moeder en spelen mogelijk een instruerende rol in het immuunsysteem van het kind.
2 De onderzoekers hebben een methode ontwikkeld om membraanblaasjes uit moedermelk te zuiveren. Dit maakt het mogelijk om de samenstelling van deze blaasjes verder te onderzoeken en hun herkomst en rol in communicatie tussen immuuncellen te bestuderen.
2
Opvallende resultaten uit het onderzoek
33
Partnership – Philips; Healthy Lifestyle Solutions Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Universiteit Utrecht
SleepCare: leren slapen met een virtuele coach
Ongeveer 15% van de Westerse bevolking heeft een slaapstoornis, zoals ’s avonds moeilijk in slaap vallen of ‘s nachts langdurig wakker liggen. Sommige mensen hebben hier jarenlang last van en slapen slechts enkele uren per nacht. Deze stoornis wordt ook wel insomnia genoemd. Insomnia heeft grote gevolgen voor individu en maatschappij en wordt tegenwoordig zelfs gerelateerd aan een verhoogde kans op hartaandoeningen en reumatoïde artritis. Al in 1996 werden de kosten van insomnia in de Verenigde Staten ten gevolge van medische behandelingen en dalende arbeidsproductiviteit op zo’n 35 miljard dollar per jaar geschat. Insomnia kan op verschillende manieren worden behandeld. Voor korte periodes kan medicatie worden gebruikt, maar voor langdurige verbetering wordt vooral cognitieve gedragstherapie (CGT) toegepast. CGT is erop gericht om via oefeningen gedragsveranderingen te bewerkstelligen en gedachten te onderdrukken die de slaap verstoren. CGT voor insomnia vergt intensieve oefening van patiënten en begeleiding van deskundige therapeuten.
1
Projectleider Dr.ir. R.J. Beun
Project 12040
Binnen het SleepCare-project ontwikkelen onderzoekers van Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Delft een virtuele mobiele coach voor slaaptherapie op basis van persuasieve technologie. Persuasieve technologie wordt toegepast bij de ondersteuning van gedragsverandering, zoals het aanleren van gezonde voedingsgewoonten. De virtuele coach fungeert in dit project als gedragstherapeut en als prediagnostische tool. Dit betekent dat in minder ernstige gevallen slechte slapers direct geholpen kunnen worden. Daarnaast beschikt een hulpverlener, als de virtuele coach onvoldoende resultaat heeft en de behandeling moet worden voortgezet, van begin af aan over essentiële informatie over het (slaap) gedrag van de gebruiker. Een belangrijke bevinding binnen het project is dat vrijwel alle bestaande persuasieve technieken kunnen worden toegepast op slaaptherapeutische oefeningen; hierdoor kan de therapietrouw in principe aanmerkelijk worden verhoogd. Voorbeelden van deze technieken zijn het personaliseren van de communicatie en de therapie, het geven van relevante feedback over de prestaties, en het ‘triggeren’ van de gebruiker, dat wil zeggen het zenden van herinneringen op het juiste moment. Het afgelopen jaar is onder meer een onderzoeksinfrastructuur geïmplementeerd voor experimenten met de virtuele coach. Momenteel zijn we bezig met het ontwikkelen van de algoritmes en scenario’s voor gebruik. Meer informatie is beschikbaar op www.ikgalekkerslapen.nl.
2
1 Interface van het slaapdagboek. 2 De virtuele slaapcoach is niet zoals die binnen dit project gaat worden, maar meer de droom waar de onderzoekers in het project op lange termijn naar toe willen.
34
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – Green & Smart Process Technologies (GSPT) Chemie, Milieu en Water
Universiteit Technische Universiteit Eindhoven
Projectleider Prof.dr.ir. J.C. Schouten
Project 07974
de locatie waar de reactie plaatsvindt. Goed koelen van de kwartsbuis is noodzakelijk om uitspoelen van koper met het reactiemengsel te voorkomen.
Polaire vloeistoffen zeer snel opwarmen met microgolven
Elektromagnetische energie in microgolven kan worden gebruikt om polaire vloeistoffen zeer snel op te warmen. Het mechanisme van het opwarmen is de wrijving van de met het wisselende elektrische veld meebewegende dipolen. De snelle opwarming heeft grote voordelen ten opzichte van meer traditionele opwarming door warmteoverdracht, bijvoorbeeld kortere procestijden. De geringe indringdiepte van de microgolven beperkt echter toepassing op grotere schaal. Bij buisreactoren met een diameter kleiner dan de indringdiepte speelt deze beperking niet. Ook metalen kunnen door microgolven snel worden opgewarmd. Als model is in dit project door koper gekatalyseerde vorming van 1,3-difenyl-2-propynyl piperidine in een buisje bestudeerd (zie fig. 1). Het koper is als een dun laagje op de binnenwand van een kwartsbuisje aangebracht. Het reactorbuisje wordt in een microgolfoven geplaatst, waarin een staande golf met één frequentie van het wisselende elektromagnetische veld bestaat, een zogenaamde “monomode cavity”. De reagentia (benzaldehyde, piperidine en phenylacetyleen) zijn opgelost in tolueen dat niet door microgolven wordt opgewarmd. Door selectieve opwarming van de koperfilm kan met korte verblijftijden een hoge opbrengst en een hoge volumetrische productiesnelheid van het eindproduct worden bereikt. De katalysatortemperatuur blijkt ongeveer 100 ºC hoger dan de bulktemperatuur van het reactiemengsel. Zo wordt bij het toepassen van microgolftechnologie gelijktijdig geprofiteerd van de katalysatoractiviteit en van de hoge temperatuur op
Het onderzochte concept met selectieve verwarming van de katalysator is veelbelovend voor toepassing bij de productie van speciale chemische producten met een hoge toegevoegde waarde. Vergroten van de productiecapaciteit is eenvoudig door meerdere reactorconfiguraties parallel te gebruiken. Een belangrijk aspect in dit onderzoek is het ontwerp van de microgolfveldapplicator – de structuur die het microgolfveld opsluit en ondersteunt. Onderzoek bij de TU Delft aan een commercieel verkrijgbaar microgolfverhittingsapparaat voor laboratoriumdoeleinden toont aan dat de ruimtelijke verdeling van het microgolfveld in dergelijke systemen zich niet goed laat voorspellen, laat staan optimaliseren. Een in Delft onderzochte alternatieve microgolfapplicator, gebaseerd op standaardmaat rechthoekige golfpijpen, heeft een veel minder complex en bij benadering tweedimensionaal veldpatroon. Voor deze applicator is een spiraalreactor ontwikkeld die goed en voorspelbaar met dit veldpatroon koppelt, waardoor gecontroleerde toepassing van microgolfvelden in continueprocessen met lange verblijftijd mogelijk wordt. Deelnemers aan dit project zijn prof.dr.ir. A. Stankiewicz en dr.ir. G. Stefanidis. De promovendi zijn Narendra Patil en Faysal Benaskar en Guido Sturm. 1
Het bestudeerde modelproces waarbij met een koperkatalysator 1,3-difenyl2-propynyl piperidine gevormd wordt.
3 De gebruikte reactorconfiguratie: zeven parallelle, gekoelde kwartsreactorbuizen voorzien van een dun koperlaagje.
2
Veldpatroon in een rechthoekige golfgeleider (links) en temperatuurontwikkeling in een spiraalreactor (rechts).
1
2
3
Opvallende resultaten uit het onderzoek
35
Perspectief – Thin Film Nanofacturing (TFN) Chemie, Milieu en Water
Universiteit Technische Universiteit Eindhoven
Atoomlaagdepositie: plasma’s bieden nieuwe mogelijkheden op de nanoschaal
In de huidige trend van miniaturisatie in de micro-elektronica en de snelle opkomst van nanotechnologie is atoomlaagdepositie (in het Engels atomic layer deposition ofwel ALD) de methode voor het aanbrengen van ultradunne lagen met een voortreffelijke stapbedekking op ingewikkelde nanostructuren. In het ALD-proces worden nanometer dikke laagjes van materialen heel precies atoomlaag voor atoomlaag opgebouwd door het oppervlak bloot te stellen aan gassen die net zo lang met het oppervlak reageren totdat het helemaal met een laag deeltjes bezet is. Daarna houdt de reactie met het oppervlak op. Het is ook mogelijk om het oppervlak bloot te stellen aan een plasma, dat wil zeggen een geïoniseerd gas met deeltjes die veel reactiever zijn dan normale gasdeeltjes. Uit dit onderzoek, uitgevoerd aan de Technische Universiteit Eindhoven, is gebleken dat zo’n plasmageassisteerd ALD-proces vele voordelen en extra
Projectleider Prof.dr.ir. W.M.M. Kessels
Project 10018
mogelijkheden biedt dankzij deze reactieve deeltjes. Zo kunnen materialen gemaakt worden die niet met reguliere ALD-processen vervaardigd kunnen worden en is het bijvoorbeeld ook mogelijk om ultradunne laagjes te maken bij kamertemperatuur terwijl voorheen veel hogere temperaturen noodzakelijk waren. Dit biedt het belangrijke voordeel dat ALD ook toegepast kan worden op materialen die niet bestand zijn tegen zulke hoge temperaturen, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van plastic elektronica. Daarnaast is ook onderzocht wat de rol is van de geïoniseerde deeltjes, de ionen, tijdens het ALD-proces. Het is aangetoond dat ionen die het oppervlak “bombarderen” typisch een hoge bewegingsenergie hebben zodat reacties op het oppervlak gestimuleerd worden door deze energie. Naar aanleiding van dit resultaat is een methode ontwikkeld waarbij de ionenenergie door middel van het aanbrengen van een elektrische potentiaal op het oppervlak nog verder verhoogd kan worden. Op deze manier is de energie van de ionen heel precies in te stellen; het is gebleken dat de eigenschappen van de ultradunne lagen nauwkeurig te veranderen zijn door enkel de ionenenergie te verhogen of te verlagen. Op basis hiervan heeft de industriële samenwerkingspartner Oxford Instruments, een leverancier van ALD-apparatuur, besloten om deze nieuwe methode commercieel aan te gaan bieden aan zijn klanten. Plasma’s bieden tijdens atoomlaagdepositie dus nieuwe mogelijkheden op de nanoschaal. Dit zal bijdragen aan de verdere omarming van de techniek in de moderne nanotechnologie.
Schematisch weergave van het plasma-geassisteerde ALD-proces waarbij in elke cyclus het oppervlak wordt blootgesteld aan een gas en een plasma (foto in het midden). Elke cyclus leidt tot een atoomlaag materiaal waarbij de eigenschappen van het materiaal veranderd kunnen worden door de energie van de ionen in het plasma te verhogen of te verlagen.
36
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – Smart Systems in Package (SmartSiP) Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Technische Universiteit Delft
Complete druk/flowsensor die in de tip van een voerdraad, niet dikker dan drie keer een mensenhaar, past Wie ooit wel eens is gedotterd, zal zich ongetwijfeld hebben verbaasd over het gemak waarmee katheters en voerdraden via een klein gaatje in het been tot in de kleinste vertakkingen van de kransslagaders van het hart kunnen worden gepositioneerd. Het doel van het SCoDIS -project was om op de punt van deze instrumenten elektronische druk- en flowsensoren te integreren, zodat een nauwkeurige en objectieve meting van de conditie van het hartvaatstelsel mogelijk wordt. Tijdens een dotterprocedure zal in de regel eerst een 300µm diameter voerdraad worden ingebracht, waarover dan later de ballon met de stent worden
Projectleider Prof.dr.ir. R. Dekker
Project 10046
geschoven. Door sensors op de voerdraad te zetten, kan dus bij iedere interventie automatisch de druk en flow worden bepaald, zonder dat daar extra medische handelingen voor nodig zijn. Het probleem hierbij is de zeer kleine diameter van de voerdraad: drie keer de dikte van een mensenhaar! Aan deze uitdaging is door twee promovendi, één in Eindhoven en één in Delft, vier jaar lang gewerkt. In Eindhoven is het probleem vooral theoretisch benaderd. Een leuke uitkomst van dat werk was, dat door een bestaande voerdraad die alleen druk kan meten op een slimme manier te gebruiken, ook heel aardig een meting van de flow mogelijk is. In Delft is in de cleanroom van DIMES een complete druk/flowsensor gemaakt die in de tip van een voerdraad past. Het mooie is dat de technologie veel breder toepasbaar is, er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de fabricage van een voerdraad met ultra-sound imaging functionaliteit. Door het project is er een leuke en goede samenwerking tussen de twee technische universiteiten ontstaan en hebben we eens uitgebreid bij elkaar in de keuken kunnen kijken. Philips Research was nauw bij het project betrokken, en in de MiPlaza Cleanroom in Eindhoven wordt het concept inmiddels uitgebreid tot een echte platformtechnologie.
Prototype van de flexibele druk- en flowsensor voordat deze op de 0,3mm diameter voerdraad wordt gemonteerd. Het stuk silicium op de voorgrond met de tekst dient uitsluitend om de sensor met een pincet te kunnen hanteren en wordt na montage verwijderd.
Opvallende resultaten uit het onderzoek
37
Perspectief – Multiscale Simulation Techniques (MUST) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Universiteit Twente
Op zoek naar een model dat korrelachtige systemen beschrijft
Het begrijpen van korrelachtige systemen met gevarieerde korrelgrootte is lastig omdat deze systemen tegelijkertijd de karakteristieken kunnen hebben van gas, vloeistof, glas of vaste stof. De componenten in veel toepassingen zijn niet even groot maar “polydispers”. Toepassingen zijn: colloïden, verf, voedsel, microsystemen, asfalt, rubber/banden, interfaces en poeders in de deeltjestechnologie – voor en na het verwerken van moderne, high-performance materialen. Door de verschillende korrelgroottes zijn er geen modellen die simpel en nauwkeurig zijn. Methoden in de statistische stromingsleer berekenen de polydisperse druk van N harde deeltjes in drie grootheden: de volumefractie en het tweede en derde moment. Een mix van twee componenten is echter normaliter genoeg om deze drie grootheden te matchen, waardoor de equivalente situatie bidispers is, niet polydispers. De kinetische theorie hiervoor is veel eenvoudiger aangezien twee gekoppelde vergelijkingen kunnen worden opgesteld voor beide componenten.
1
38
Jaarverslag STW 2012
Projectleider Prof.dr. S. Luding
Project 10120
Een bidisperse mix is goed voor het beschrijven van colloïden en granulaire materialen die zich als een vloeistof gedragen, maar niet voor metastabiel glasachtige gedrag in systemen met een hogere dichtheid. We hebben gevonden dat met slechts vijf grootheden de tridisperse systemen dezelfde karakteristieken hebben als een polydispers materiaal. Tridisperse systemen lijden niet onder gedeeltelijke kristallisatie die wel gevonden wordt in sommige bidisperse systemen. Bovendien kunnen deze tridisperse systemen de maximale dichtheid, waar de korrels niet meer de ruimte hebben om zich ten opzichte van elkaar te verplaatsen, voorspellen met minder dan 0,5% onzekerheid ten opzichte van de maximale dichtheid van hun equivalente polydisperse systemen. Hoogtepunten en perspectieven van ons onderzoek zijn: een tridisperse theorie is nog analytisch op te lossen; een polydispers systeem daarentegen zou willekeurig veel componenten en gekoppelde vergelijkingen vereisen; de continue verdeling aan lengteschalen in polydisperse materialen kunnen vervangen worden door een discrete verdeling met alleen drie deeltjesgroottes die een kleinere variatie aan lengteschalen beslaan. Hiermee hebben we een werkend, minder complex multi-scale model; andere transportcoëfficiënten (zoals de warmtegeleidingscoëfficiënt, viscositeit) kunnen analytisch berekend worden in het framework van een tridisperse theorie. Of de vijfgrootheden equivalentievoorspelling dan ook stand houdt, moet bevestigd worden. 1
Een polydispers systeem met een uniforme deeltjesgrootteverdeling en N=8192 deeltjes.
2 Het meest overeenkomende tridisperse systeem. De kleur van de deeltjes representeert hun diameter. 2
Perspectief – Clean Combustion Concepts (CCC) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Rijksuniversiteit Groningen
Projectleider Prof.dr. H.B. Levinsky
“Vlamloze verbranding” met een minimale uitstoot van roet en stikstofoxide
Verbranding is een onmisbaar proces voor de omzetting van brandstoffen in energie. In 2011 werd in Nederland meer dan 90% van de energie opgewekt door de verbranding van fossiele brandstoffen. In de toekomst zullen deze fossiele brandstoffen vervangen worden door duurzame varianten zoals biomassa en waterstof opgewekt met zonne-energie. In het MILDNOx-project wordt een nieuwe vorm van verbranding onderzocht, waarbij deze brandstoffen op een zeer efficiënte wijze worden omgezet met een minimale uitstoot van vervuilende stoffen zoals roet en stikstofoxiden. Het brandstof-luchtmengsel wordt hierbij sterk verdund en voorverwarmd, wat leidt tot een zeer milde en “vlamloze” verbranding. De ideale eigenschappen van deze zogenaamde MILD-verbranding hebben de interesse gewekt van de industrie. Brede toepassing wordt echter nog tegengehouden door een gebrek aan kennis van deze nieuwe vorm van verbranding.
1
2
Project 10414
In het MILDNOx-project proberen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en de Technische Universiteit Eindhoven de fundamentele processen in MILD-verbranding te doorgronden. In het laboratorium van de RuG hebben de onderzoekers een brander ontwikkeld die het mogelijk maakt om zeer nauwkeurige metingen te doen onder goed gecontroleerde condities. Met behulp van laser-diagnostische technieken zoals Raman en LIF zijn zij er in geslaagd om de temperatuur en de concentraties van diverse chemische componenten in de vlam te meten. Deze metingen tonen aan dat de vorming van stikstofmonoxide tientallen malen minder is dan in een normale vlam. Tegelijkertijd ontwikkelden onderzoekers van de TU/e een numeriek model om de verbranding in deze brander te simuleren. In dit model worden zeer gedetailleerde modellen voor chemische kinetiek en moleculair transport gebruikt. De overeenkomst tussen de resultaten van de berekeningen en de metingen is verbluffend en toont de voorspellende waarde van het model aan. Het goed voorspellen van detailmetingen op een relatief eenvoudige geometrie is een essentiële voorwaarde voor het nauwkeurig modeleren van systemen op (semi-)industriële schaal. Vandaar dat er ook nauwe banden zijn met het zusterproject flexFLOX, waarin de methoden voor laminaire vlammen uit het MILDNOxproject worden ingezet in grootschalige turbulente systemen. De industriële projectpartners gebruiken deze kennis en modellen in het ontwerp van nieuwe, energiezuinige en schone verbrandingsprocessen.
1 2
Experimentele opstelling.
Berekende temperatuurverdeling in de vlam in valse kleuren.
3 Overeenkomst tussen berekende (_) en gemeten (•) temperatuurprofielen. Het ontbreken van temperatuurpieken in MILD-verbranding leidt tot een sterk gereduceerde emissie van stikstofoxiden.
3
Opvallende resultaten uit het onderzoek
39
Perspectief – Smart Optics Systems (SOS) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Universiteit Utrecht
Slimme adaptieve optiek voor het afbeelden van weefsels
Optische microscopie heeft de afgelopen decennia stormachtige ontwikkelingen ondergaan en is op dit moment een onmisbare techniek in vele disciplines. De introductie van laserscan microscopiemethoden, zoals confocale microscopie en twee foton excitatie microscopie, maakt het mogelijk om drie dimensionale afbeeldingen te maken van bijvoorbeeld weefsels. Met het populair worden van deze methoden kwam ook een fundamentele beperking aan het licht. De niet-homogene optische eigenschappen van de preparaten introduceren optische aberraties, waardoor het focus van de laser waarmee het preparaat wordt gescand, vervormt. Hierdoor nemen beeldscherpte en contrast af naarmate er dieper in het monster gekeken wordt. In dit project wordt slimme adaptieve optiek gebruikt, die de optische aberraties compenseert, zodat optimaal scherpe beelden worden opgenomen. Het hart van deze optiek wordt gevormd door een vervormbare spiegel die nauwkeurig het golffront van het licht kan controleren.
Projectleider Prof.dr. H.C. Gerritsen
Project 10433
In dit project wordt gewerkt aan het snel bepalen van de optimale vorm van de vervormbare spiegel. Dit is een grote uitdaging waar een interdisciplinair onderzoeksteam uit Delft (regelsystemen), Leiden (astronomie) en Utrecht (biofysica) twee oplossingen voor hebben ontwikkeld. De eerste is gebaseerd op een slim algoritme dat de gemeten intensiteit iteratief optimaliseert. Het in Delft ontwikkelde algoritme blijkt buitengewoon efficiënt te zijn; het geeft veel sneller de optimale vorm van de spiegel dan bestaande optimalisatiemethoden. De tweede is in Utrecht en Leiden ontwikkeld en is gebaseerd op het direct meten van de aberraties. Hiertoe wordt het door het monster gereflecteerde licht geanalyseerd. Het gereflecteerde licht bevat bijdragen van licht gereflecteerd uit het focus, maar ook van andere delen van het monster en reflecties van bijvoorbeeld lensoppervlakken. Alleen de reflectie uit het focus bevat de gezochte informatie. Om dit signaal uit het gereflecteerde licht te filteren wordt gebruik gemaakt van gepulst laserlicht, zodat de reflectie van het licht uit het focus in de tijd gescheiden is van andere reflecties. Inmiddels is aangetoond dat met de methode zeer nauwkeurig golffrontmetingen uitgevoerd kunnen worden, die gebruikt kunnen worden om de vervormbare spiegel aan te sturen. Binnenkort worden de nieuwe methoden getest voor het afbeelden van weefsels.
Afbeelding van het focus in een microscoop voor (links) en na (rechts) correctie met behulp van de vervormbare spiegel.
40
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – Autonomous Sensor Systems (ASSYS) Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Technische Universiteit Eindhoven
Nieuwe generatie sensorsystemen zo groot als een zandkorrel
Veel mensen worden enkele keren per jaar midden in de nacht wakker van een harde piep ergens in huis. Vervolgens moeten ze, in het donker en in de kou, op zoek naar die ene rookmelder waarvan de batterij bijna leeg is. In toekomstige gebouwen zal naar verwachting het aantal draadloze sensoren toenemen van een paar rookmelders naar honderden inbraak-, brand-, rook-, gas-, temperatuur-, licht-, bewegings- en andere sensoren. Hierdoor ontwikkelt het regelmatig opladen en/of vervangen van batterijen zich van een kleine irritatie tot een serieus probleem: een probleem voor de mens, voor het milieu, maar ook voor de betrouwbaarheid van het gebouw.
Projectleider Prof.dr.ir. P.G.M. Baltus
Project 10544
Geïnspireerd door dit probleem hebben we binnen het Centre for Wireless Technology Eindhoven (CWTe) van de TU/e een onderzoeksroadmap opgesteld voor de ontwikkeling van technologieën voor batterijloze draadloze sensoren. Naast de eerder genoemde voordelen kunnen batterijloze sensoren ook nog extreem klein en heel goedkoop worden omdat alle andere componenten in principe in het silicium kunnen worden geïntegreerd. Hierdoor worden de externe componenten, de printplaat en zelfs de behuizing overbodig. De totale draadloze sensor wordt hierdoor zo klein dat deze kan worden verwerkt in bijvoorbeeld het behang of de verf. In het STW-project PREMISS heeft het CWTe, gesteund door Philips en IMEC-NL, voor het eerst laten zien dat dit daadwerkelijk mogelijk is. Een essentieel onderdeel hiervan was uiteraard de energievoorziening die nu, net als de communicatie, draadloos wordt verstuurd vanaf een centraal toegangspunt. Om de energie voldoende efficiënt te kunnen overdragen moest het radiosignaal sterk gebundeld en gericht worden. Millimetergolven zijn daarvoor heel geschikt, maar efficiënte omzetting en opslag van de energie in de sensor is bij deze frequenties zelfs bij gebruik van geavanceerde IC-technologieën een uitdaging. Omdat de hoeveelheid energie die kan worden overgedragen en opgeslagen beperkt is tot ongeveer één nanoJoule werd de sensor en bijbehorende radio sterk vereenvoudigd en hierdoor zeer energiezuinig en efficiënt gemaakt. CWTe realiseerde een sensor met een extreem klein volume (0.4mm3) en gewicht (1,6mg) die draadloos en batterijloos de temperatuur kan meten, zonder ooit nog een aanslag te plegen op de nachtrust van de gebruiker!
Opvallende resultaten uit het onderzoek
41
Perspectief – NeuroSIPE Life Sciences, & Technology
Universiteit Technische Universiteit Delft
Met ROBIN is weefselstijfheid en spierkracht los van elkaar te meten
ROBIN is een technisch-medisch samenwerkingsproject tussen TUDelft, LUMC en VUMC. Het project is in 2010 gestart binnen het STW onderzoeksprogramma NeuroSIPE. ROBIN doet onderzoek naar de veranderingen in neurale en mechanische eigenschappen van het menselijk enkelgewricht met als doel de verbetering van medische behandeling van bewegingsaandoeningen. Een veel voorkomend probleem na een hersenbloeding is verstijving van gewrichten waardoor beweging ernstig wordt belemmerd. Verstijving wordt veroorzaakt door structuurverandering van bindweefsels en/of ongewenste spierkracht (spasticiteit). De grootte van deze twee bijdragen bepaalt het soort therapie, zoals oprekken van bindweefsels (bijv. met een nachtspalk) of medicamenten voor de onderdrukking van spieractiviteit. Het bepalen van gewrichtsstijfheid gebeurt tot op heden nog met de hand, is daarom subjectief en biedt voor de arts te weinig informatie om onderscheid te maken tussen verandering van weefseleigenschappen en spierkracht. Door de enkel te bewegen met heel kleine
1
Projectleider Dr.ir. E. de Vlugt
Project 10733
mechanische trillingen is het mogelijk weefselstijfheid en spierkracht los van elkaar te identificeren en vervolgens uit te drukken in een kwantitatieve maat. Voor deze aanpak is een mathematisch model ontwikkeld waarmee de stijfheid tijdens normale bewegingen kan worden geïdentificeerd. MOOG BV heeft voor deze aanpak de Achilles ontwikkeld (fig. 1), een meetrobot waarmee mechanische trillingen kunnen worden overgebracht aan de enkel, geschikt voor meting in zittende houding. Recentelijk heeft het ROBIN-project een modulair meetprotocol ontwikkeld dat op de Achilles zal worden geïmplementeerd, bedoeld voor toepassing in de dagelijkse klinische praktijk. Het ROBIN-project gaat verder de uitdaging aan om de enkelstijfheid te meten tijdens lopen, waarbij de identificatie in een zeer korte tijd (minder dan 300 ms) tijdens de standsfase van het been moet worden uitgevoerd. Hiervoor heeft ForceLink BV een nieuwe loopband ontwikkeld (fig. 2) waarmee de band kortstondig in trilling wordt gebracht zonder dat het de loopbeweging ernstig verstoort. De identificatie op de Achilles en de loopband wordt toegepast op 250 patiënten (beroerte en cerebrale parese) die voor reguliere behandeling in aanmerking komen. De meerwaarde van de ROBIN-meettechniek wordt achteraf bepaald door de gemaakte keuze van de arts voor een bepaalde behandeling te vergelijken met de gewenste keuze op basis van het ROBIN-protocol.
1
“Achilles” (MOOG The Netherlands, Nieuw Vennep), de ontwikkelde enkelrobot waarmee kleine mechanische trillingen worden gegenereerd voor identificatie van weefselstijfheid en spierkracht van het enkelgewricht.
2 High-end loopband (ForceLink BV, Culemborg) waarmee snelle verandering van loopbandsnelheid kan worden uitgevoerd voor identificatie van enkelstijfheid tijdens lopen.
2
42
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – Building on Transient Plasmas (BTP) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Technische Universiteit Eindhoven
Harde straling uit vonken en bliksem – waar ligt de grens?
In januari 2011 meldden de media dat onweer niet alleen harde gammastraling opwekt, maar zelfs antimaterie! Elektronen en positronen ontstaan in onweer boven Zambia reisden langs het aardmagneetveld naar de Fermisatelliet die toen op 500 kilometer hoogte boven Egypte vloog. De satelliet nam de positronen waar. Ons project over de vroege en energetische fase van elektrische ontladingen was op dat moment al gestart, en promovendus Christoph Köhn aan het CWI Amsterdam haastte zich om de productie van elektron-positron-paren in zijn modellen op te nemen. Ondertussen onderzocht promovendus Pavlo Kochkin van de TU/e een kleinere versie van een bliksem experimenteel: vonken van één meter lengte bij een spanning van 1 megavolt (MV). Natuurlijk is een echte bliksemschicht vele honderden meters lang en lopen de spanningen in de wolk op tot honderden MV, maar de ontladingen in het hoogspanningslab kunnen op elk gewenst moment gemaakt worden. Bliksems komen daarentegen in de natuur vaak voor, maar zelden dicht bij een meetopstelling.
Projectleiders Dr. A.P.J. van Deursen Prof.dr. U.M. Ebert
Project 10757
De vragen in ons project zijn: hoe hard kan de straling zijn die een vonk of bliksem produceert? In welke fase van de ontlading ontstaat ze? Waar en hoe begint een ontlading eigenlijk en waar slaat hij in? Begrijpen we dit proces zo goed dat we windmolens, vliegtuigen en schepen – gemaakt van moderne maar slecht geleidende composietmaterialen – beter kunnen beschermen tegen bliksem? Het hoogtepunt van 2012 waren de metingen met nanoseconde tijdoplossing die de ontwikkeling van een één meter lange vonk in detail lieten zien (zie de foto’s). Eerst groeit een front van honderden positieve streamer-ontladingskanalen van de hoogspanningselektrode naar beneden. Als die dicht bij de geaarde elektrode komen ontspringen daaruit negatieve vangontladingen. In deze fase lopen de lokale elektrische velden enorm op en ontstaat de harde röntgenstraling bij 1 MV spanning. In een wolk kan zo gammastraling vrijkomen tot 40MeV en zelfs antimaterie. Later verhit Ohmse wrijving enkele streamerkanalen tot veel helderdere leaderkanalen. Bij natuurlijke bliksem worden meestal alleen deze leaders waargenomen. De labmetingen verklaren talrijke paradoxaal lijkende eerdere leaderwaarnemingen; ze hebben dan ook veel internationale aandacht getrokken.
De ontwikkeling van de ontlading in enkele foto’s genomen met sluitertijd toenemend van 50 nanoseconde tot 1 microseconde.
Opvallende resultaten uit het onderzoek
43
Perspectief – Integral Solutions for Sustainable Construction (IS2C) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Universiteit Leiden
Subtiele veroudering van de Hollandse Brug herkennen om de veiligheid van de brug te garanderen De Hollandse Brug vormt al jaren de belangrijkste snelwegverbinding tussen Amsterdam en Almere. Bij een recente renovatie is de brug uitgerust met een uitgebreid sensornetwerk, waarmee de belasting van de brug continu gemeten kan worden. Het netwerk was oorspronkelijk bedoeld voor het monitoren van de renovatieactiviteiten en het meten van de respons van de brug onder zeer zware belasting, met name extreem zware vrachtwagens. Nadat de brug weer was opengesteld, is het netwerk overgedragen aan het InfraWatch consortium, een door STW gefinancierde samenwerking tussen Technische Universiteit Delft, Universiteit Leiden en Strukton. Op dit moment wordt het netwerk gebruikt om 24 uur per dag, het jaar rond, te kijken hoe de brug reageert op verschillende vormen van belasting, en in hoeverre de geleidelijke veroudering van de brug af te leiden is uit de verzamelde sensordata.
1
Projectleider Prof.dr. J.N. Kok
Voor een grote klomp beton en staal blijkt de brug een opvallend dynamische omgeving. Uit de meetwaarden, die onder andere aangeven hoever de brug doorbuigt en vibreert, blijkt dat de brug voordurend reageert op zaken als verkeer, wind en neerslag. Bij al deze hectiek gaat het echter om een elastische respons: nadat het verkeer verdwenen is, zijn de meetwaarden weer normaal, en is er feitelijk aan de brug niets veranderd. Althans, dit geldt voor de korte termijn, maar uiteindelijk heeft elke belasting natuurlijk wel een minimaal blijvend effect, en al deze invloeden stapelen op door de jaren. De grote uitdaging van het InfraWatchproject is om in een omgeving van constante verandering de subtiele veroudering te herkennen die van cruciaal belang is voor het beheer van de brug en het garanderen van de veiligheid van de brug. Het sensornetwerk produceert jaarlijks zo’n vijf terabyte (vijf miljoen megabyte) aan gegevens, dus grootschalige data-analyse speelt een belangrijke rol in het modeleren van de brug. Zo zijn we in staat om te bepalen in welke mate de buitentemperatuur bepalend is voor de doorbuiging, hoe verkeer van verschillend gewicht en snelheid, op verschillende rijbanen, zich uit in trillingen van de brug, en hoe dit effect door de seizoenen verandert. Door al deze verklaarbare fenomenen uit de data weg te strepen, proberen we inzicht te krijgen in de geleidelijke achteruitgang van de brug.
1 2
De Hollandse Brug.
Data zoals die uit het sensornetwerk onder de Hollandse Brug komt.
2
44
Jaarverslag STW 2012
Project 10970
Perspectief – Learning From Nature to protect crops Life Sciences & Technology
Universiteit Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Projectleider Prof.dr. M. Dicke
Plantenafweer: multitasken onder gecombineerde stress
Voedselschaarste is een snel groeiend probleem. Wereldwijd lijdt nu al ruim twaalf procent van de menselijke bevolking aan ondervoeding, terwijl de wereldbevolking tot 2050 met nog eens twee miljard mensen zal groeien. Met de snel groeiende vraag naar voedsel zal de productie en vooral ook de bescherming van gewassen efficiënter moeten worden. Een groot deel van voedselgewassen gaat namelijk verloren aan ziekten, plagen en abiotische stress; op dat punt valt veel winst te behalen. Door gebruik te maken van het bestaande natuurlijke afweersysteem van planten kan het ontwikkelen van gezonde en sterke gewassen enorm geholpen worden. Het Learning from Nature-programma zoekt nieuwe resistenties in planten tegen combinaties van stressfactoren. Binnen een deelproject wordt de stressresistentie tegen biotische en abiotische stressfactoren onderzocht. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de natuurlijke genetische variatie van de modelplant Arabidopsis thaliana. Van 350 natuurlijke A. thaliana
Project 10988
accessies is vastgesteld hoe vatbaar ze zijn voor een infectie met de necrotrofe schimmel Botrytis cinerea. Daarnaast is gekeken naar het effect van een tweede stressfactor (droogte of insectenvraat) op het niveau van ziekteresistentie. Resultaten laten een grote genetische variatie zien in de vatbaarheid voor een infectie met B. cinerea, en zowel droogtestress als rupsenvraat kunnen deze uitkomst beïnvloeden. Vraat door rupsen van het kleine koolwitje, Pieris rapae, zorgt over het algemeen voor een verminderde vatbaarheid voor B. cinerea infectie. Droogtestress kan er echter ook voor zorgen dat planten veel vatbaarder worden, maar er zijn ook Arabidopsis accessies die veel resistenter worden tegen B. cinerea in combinatie met droogtestress. De genetische variatie die hieraan ten grondslag ligt kan in kaart gebracht worden door associatiestudies. Genen die geassocieerd worden met vatbaarheid voor de infectie in aan -of afwezigheid van een tweede stress kunnen hiermee geïdentificeerd worden. Potentiële kandidaatgenen kunnen vervolgens aan een functionele analyse worden blootgesteld om te bevestigen of ze daadwerkelijk betrokken zijn bij het multitasken van de plant onder gecombineerde stress. De kennis die met deze studie verworven wordt, zal meer inzicht bieden in het functioneren van het afweersysteem van planten onder gecombineerde stresssituaties. In samenwerking met onze industriële partners kan deze kennis gebruikt worden voor de ontwikkeling van duurzame bescherming van landbouwgewassen. 1 Voor het zoeken naar resistenties tegen combinaties van stress worden duizenden planten gescreened.
1
2 Planten blootgesteld aan de ziekteverwekker Botrytiscinerea, aan een combinatie van droogte en de ziekte en aan een combinatie van rupsen en de ziekte. Foto’s: Hans van Pelt (Universiteit Utrecht)
2
Opvallende resultaten uit het onderzoek
45
Perspectief – Bio-Based Geo & Civil Engineering (BioGeoCivil) Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Technische Universiteit Delft
Impregneren met bacteriën maakt beton zelfherstellend
Beton is niet voor niets het meest gebruikte constructiemateriaal ter wereld. Het is sterk, veelzijdig inzetbaar en bovendien relatief goedkoop. Hoewel beton over het algemeen grijs van kleur is zijn er wel degelijk grote verschillen in samenstelling en kwaliteit. Verschillende soorten cement, toeslagmateriaal (zand en grind) en additieven (diverse chemicaliën) bieden de betontechnoloog mogelijkheden een product te maken dat zo goed mogelijk aansluit bij de gewenste functionaliteit van de uiteindelijke constructie. Belangrijke functies zijn bijvoorbeeld sterkte, waterdichtheid en levensduur. Deze aspecten moeten vooral ook afgestemd zijn op de specifieke omgeving waarin het object geplaatst wordt omdat de wisselwerking met het milieu de functionaliteit sterk kan beïnvloeden. Vooral op dit punt blijkt de praktijk weerbarstig en verouderen constructies vaak sneller dan verwacht. Doel van het STW-project is het ontwikkelen en testen van reparatiemiddelen waarmee verouderde 1
Projectleider Dr. H.M. Jonkers
Project 11342
betonconstructies duurzaam gerepareerd kunnen worden. ‘Duurzaam’ is in dit geval tweeledig: goed voor de levensduur van de constructie èn minimale belasting voor het milieu. Het gebruikte concept is daarom gebaseerd op bacteriën die kalksteen maken, een in de natuur veel voorkomend proces. In het project worden twee verschillende reparatiematerialen voor beton ontwikkeld, een impregneermiddel en een mortel. Het impregneermiddel is bedoeld voor behandeling van poreus en gescheurd beton terwijl de mortel bedoeld is voor reparatie van grotere defecten. In beide reparatiematerialen zijn bacteriesporen en geschikt voedsel (o.a. calciumlactaat) verwerkt. Na toepassing zetten de bacteriën het voedsel om in kalksteen waarmee de defecten vanzelf worden gerepareerd. Met deze middelen kunnen dus bestaande beschadigde en verouderde betonconstructies zelfherstellend gemaakt worden. Naast ontwikkeling van beide reparatiemiddelen in het laboratorium is het bio-impregneermiddel ook al in de praktijk getest op functionaliteit. De dakconstructie van de EHBO-post in Galder, geplaagd door lekkageproblemen door scheurvorming in het beton, werd in het najaar van 2011 behandeld en vervolgens gemonitord op scheurherstel. Een eerste bewerking met het bio-impregneermiddel bleek het lekkageprobleem reeds te verhelpen en nadere inspectie wees uit dat zoals verwacht vorming van kalksteen in scheuren resulteerde in het lekdicht maken van het dak. Gezamenlijk met STW en de bij het project betrokken stakeholders zal verder onderzocht worden of commercialisering van dit product mogelijk is. 2
1 Behandelen van dakconstructie EHBO-post Galder met bio-impregneermiddel. 2
EHBO-post Galder.
3 Kalksteenvorming in scheur dakconstructie.
3
46
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – SMART Seperations for complex systems (SMARTSEP) Chemie, Milieu en Water
Universiteit Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Droge scheidingstechnologie om ingrediënten te maken
1
Schema van de elektrostatische oplading van deeltjes in de oplaadbuis en de scheiding van de geladen deeltjes in een elektrisch veld. 2 Lading van polystyreendeeltjes als functie van de gassnelheid en de deeltjesdiameter. 3 Vier stadia in de oplading ten gevolge van een deeltjes-wandbotsing. 1) Een gedeeltelijk geladen deeltje koerst richting de wand; de potentiaal op het deeltje neemt af. 2) Het deeltje botst met de wand en ontvangt een lading ten gunste van tribo-elektrificatie; de potentiaal neemt onmiddellijk toe naar een veel hogere waarde. 3) Het deeltje koerst weg van de wand; zijn potentiaal neemt geleidelijk toe totdat het de maximale potentiaal gegeven door Paschen’s curve bereikt. Op dat moment zal de lading afnemen door ionisatie van de lucht tussen deeltje en wand. De ontlading stopt bij 4). Als gevolg hiervan wordt de netto oplading niet gegeven door de oplading bij 2), maar door de relaxatie bij 3). Bron: T. Matsuyama en H. Yamamoto, Journal of Physics D: Applied Physics 30, 2170 (1997) 4 De splitsing van gemalen tarwezemelen met behulp van elektrostatische scheiding levert twee verschillende mengsels op, niet alleen verschillend in kleur maar ook in samenstelling.
Eind 2011 startte het project DRYFRAC, een acroniem voor New driving forces for dry fractionation, binnen het programma STWSMARTSEP. Het doel is een nieuwe droge scheidingstechnologie te ontwikkelen voor mengsels van vaste deeltjes bestaande uit verschillende materialen. De droge scheiding is gebaseerd op het elektrostatisch laden van poeders in een gasstroom met een oplaadbuis en vervolgens scheiding in een extern elektrisch veld (fig. 1). De eerste resultaten zijn bemoedigend en geven inzicht in het gedrag van poeders in de oplaadbuis. Met dit inzicht is een ontwerp gemaakt van een prototype scheidingsapparaat, dat vanaf maart 2013 getest zal worden voor het scheiden van relevante grondstoffen. De nieuwe scheidingstechnologie kan grondstoffen bestaande uit verschillende componenten in verrijkte fracties scheiden. Het blijkt bijvoorbeeld dat na fijn malen van veel plantaardige grondstoffen (zoals granen en peulvruchten) fijne deeltjes eiwitrijk zijn en grotere deeltjes voornamelijk zetmeel bevatten. Verrijkte eiwitfracties kunnen toegepast worden als broodverbeteraar of als ingrediënt in de productie van vleesvervangers. Grote voordelen van droge scheiding in vergelijking met traditionele natte scheiding zijn het behoud van biologische functionaliteit van componenten en het lagere energie en waterverbruik. Dit is mede de reden dat het project gesteund wordt door participerende gebruikers zoals Akzo-Nobel, DSM, FBR/WUR en Unilever.
Projectleider Dr.ir. M.A.I. Schutyser
Project 11399
gemodelleerd (fig. 3). Omdat oplading van deeltjes alleen aan het contactoppervlak optreedt, moet dat nauwkeurig worden beschreven. Vanaf het moment dat een deeltje geladen is, zal het elektrostatische interacties met andere deeltjes aangaan, alsook met hun geïnduceerde ladingen aan de geleidende wanden. Een eerste evaluatie van de scheiding van deeltjesmengsels is veelbelovend. Voor bijvoorbeeld gemalen tarwezemelen blijkt de scheiding erg goed te werken (fig. 4). Ontsluiting (deeltjes fysiek van elkaar losmaken) van componenten voorafgaand aan de scheiding door fijn malen blijkt mede kritisch voor het scheidingsresultaat.
1
2
3
4
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een team van onderzoekers aan de WUR (Wang, de Wit, Schutyser en Boom) en aan de TU/e (Korevaar, Padding en Kuipers). In Wageningen worden experimentele studies uitgevoerd naar oplading en scheiding en in Eindhoven wordt gemodelleerd om tot een goed procesontwerp te komen. Met behulp van een speciale opstelling is de oplading van goed gedefinieerde materialen zoals polystyreendeeltjes als functie van de luchtstroomsnelheid en deeltjesgrootte bestudeerd (fig. 2). Het opladingsproces is in groot detail
Opvallende resultaten uit het onderzoek
47
Perspectief – Cardiovascular Risk Management (CARISMA) Informatie- en Communicatietechnologie & Elektrotechniek
Universiteit Leids Universitair Medisch Centrum
Vierdimensionale bloedstromingsmetingen met MRI
Om een goede bloedcirculatie tot stand te brengen dient het hart 24 uur per dag onder wisselende omstandigheden arbeid te verrichten. Snelheids-gecodeerde Magnetische Resonantie Imaging (MRI) maakt het mogelijk om de bloedstroming in het hart driedimensionaal (3D) en in de tijd in beeld te brengen. Met de huidige medische beeldvisualisatiewerkstations is het niet mogelijk om de complexe 4D (3D + tijd) beelddatasets inzichtelijk te maken. In dit STWproject zullen nieuwe beeldanalysetechnieken worden ontwikkeld waarmee uit de MRI-beelden van het bloedstromingspatroon in het hart relevante metingen uitgevoerd kunnen worden die gerelateerd zijn aan bepaalde ziektebeelden. De ontwikkelde technologie kan bijvoorbeeld worden toegepast om te bepalen of een operatieve ingreep aan een hartklep noodzakelijk is.
Projectleider Dr.ir. R.J. van der Geest
Project 11626
De pompwerking van het hart wordt efficiënter door het ontstaan van onder meer wervelpatronen (vortices) in de bloedstroming. Een vortex is een stromingspatroon waarbij het bloed een draaiende beweging rondom een denkbeeldige lijn maakt. Op het moment dat bloed vanuit de linkerboezem van het hart de linkerkamer instroomt wordt een gedeelte van de kinetische energie tijdelijk opgeslagen in zo’n vortex, waardoor tijdens de volgende contractie van de hartkamer energie, nodig om het bloed de grote lichaamsslagader in te pompen, kan worden bespaard. De automatische karakterisatie van vortices in het stromingspatroon in het hart vormt daarom een belangrijk aspect van het onderzoek. De eerste resultaten van het huidige onderzoek laten zien dat de meest dominante vortices die optreden bij de vulling van de linkerhartkamer automatisch kunnen worden afgeleid. Bij een zevental gezonde vrijwilligers is gebleken dat vortices tijdens verschillende momenten van de vullingsfase verschillende vormen aannemen: tijdens de piek van de vroege vulling is deze vorm bij bena-dering een cirkelvormige ring terwijl de vortex op het moment van late vulling een ellipsvormige ring aanneemt. Onderzoek bij patiënten met verschillende pathologiën zal worden uitgevoerd om de relatie te achterhalen tussen de vortexvorm en specifieke cardiale afwijkingen. De verwachting is dat toepassing van 4D bloedstromingsmetingen met MRI een belangrijke rol gaat spelen in klinisch cardiaal onderzoek. Integratie van de ontwikkelde beeldanalysetechnieken in een softwarepakket voor klinische eindgebruikers biedt perspectieven voor commerciële exploitatie.
Resultaat van analyse van bloedstroming in het hart. De groene structuren tonen de gedetecteerde vortexkernen op het moment van vroege vulling van de linkeren rechterhartkamer. De dominante vortex op het niveau van de klep tussen linkeratrium en linkerkamer (rechts in de figuur) is ellipsvormig. De op een tweetal locaties ingetekende stromingslijnen laten duidelijk zien dat het bloed rondom de vortexkern stroomt. De gedetecteerde vortices in de rechter harthelft (links in de figuur) zijn complexer. In het rechteratrium is bijvoorbeeld een helixvormig stromingspatroon zichtbaar.
48
Jaarverslag STW 2012
Perspectief – Super-resolution Microscopy (Nanoscopy) Life Sciences & Technology
Universiteit Universiteit van Amsterdam
Projectleider Dr. E.M.M. Manders
Project 12151
zeven bedrijven, waaronder Nikon en Leica, zijn nu een klein jaar bezig en het programma begint zijn eerste vruchten af te werpen.
Scherpere beelden in biomedische toepassingen
Natuurwetten kunnen niet zomaar worden overschreden maar je kunt er soms wel slim omheen. Sinds de uitvinding van de microscoop in de Gouden Eeuw hebben microscopisten ervaren dat het scheidend vermogen van een microscoop beperkt is, een ervaring die later werd vastgelegd in de wet van Abbe. Deze wet zegt dat je met een lichtmicroscoop nooit objecten kunt zien die kleiner zijn dan ongeveer 250 nanometer. Toch kun je door slimme trucs om deze wet heen waardoor het mogelijk is om een super-resolutie microscoop te maken. In 2011 heeft dr. Erik Manders van de Universiteit van Amsterdam het initiatief genomen om super-resolutie microscopie in Nederland verder te ontwikkelen binnen een Perspectiefprogramma. Zeven onderzoeksgroepen verspreid over Nederland en
Giulia de Luca, promovenda bij Manders, werkt aan de ontwikkeling van een microscoop waarmee je levende cellen twee keer zo scherp kunt zien. De techniek die ze heeft ontwikkeld is gebaseerd op de confocale laser scanning microscoop, ontwikkeld in de 80er jaren door Brakenhoff in Amsterdam. Een laser scant door een fluorescerende cel en op ieder punt wordt het fluorescentielicht gedetecteerd. Het verschil met de ouderwetse confocale microscoop is nu dat De Luca de detector heeft vervangen door een snelle camera, die voor elk punt in de cel een plaatje opneemt. Dit levert een gigantische hoeveelheid data op die na een flinke rekenpartij een beeld geeft met super-resolutie. Deze techniek wordt nu overgenomen door Nikon, één van de commerciële partners in dit project. De UvA en Nikon hebben in 2012 het “Nikon Centre of Excellence on Nanoscopy Development” opgericht. Een samenwerking waardoor de overdracht van kennis en ontwikkeling van nieuwe technieken nog eenvoudiger is geworden, simpelweg omdat de UvA elke dag medewerkers van Nikon over de vloer heeft. De Luca: ”Met mijn nieuwe microscoop ga ik lekker om Abbe’s wet heen en kan toch scherpere beelden maken dan ik eigenlijk van Abbe zou mogen.”
Giulia de Luca bouwt haar nieuwe super-resolutie microscoop waarmee ze voorbij gaat aan de wet van Abbe.
Opvallende resultaten uit het onderzoek
49
Perspectief – Fundamentals and Application of Sillicon Heterojunction solar cells (FLASH) Chemie, Milieu en Water
Universiteit Technische Universiteit Delft
Projectleider Dr.ir. A.H.M. Smets
Inzicht in een HIT-zonnecel
Zogeheten HIT-zonnecellen behoren tot de beste presterende fotovoltaïsche technologieën gebaseerd op silicium wafers. Het Japanse bedrijf Panasonic heeft een rendement van 23,9% voor HIT-zonnecellen gedemonstreerd. Ondanks deze hoge rendementen, is het fundamentele begrip van de werkingsprincipes van de HIT-technologie nog gebrekkig. De reden hiervoor ligt in de complexe natuur van de gebruikte materialen en grenslagen die in de HIT-cel geïntegreerd zijn. Dit STWonderzoek richt zich op het identificeren en begrijpen van de rol van de verschillende defecten in een HIT-zonnecel. De opgedane fundamentele kennis zal gebruikt worden om de HIT-techniek verder te ontwikkelen. Een HIT-zonnecel (HIT staat voor Heterojunction with Intrinsic Thin layer) is gemaakt van twee verschillende types silicium. Het eerste materiaal is kristallijn silicium; die laag wordt gebruikt voor het produceren van
1
2
ladingsdragers door het absorberen van zonlicht. Het tweede materiaal is gehydrogeneerd amorf silicium. Dat passiveert defecten aan grenslagen en scheidt de ladingsdragers in de zonnecellen. Hierdoor worden de verliezen van ladingsdragers aan defecten in de HIT-zonnecel tot een minimum beperkt wat resulteert in hoge rendementen. Beide type silicium bevatten bulk- en oppervlaktedefecten, die de elektrische eigenschappen van de materialen nadelig kunnen beïnvloeden. In tegenstelling tot kristallijn silicium dat uitgebreid is onderzocht, is de nanostructuur van het amorf silicium slecht begrepen. Amorf silicium heeft van nature vele defecten in de bulk, waar – in vergelijking – de bulk van monokristallijn silicium nagenoeg vrij is van defecten. Daardoor overheersen de oppervlaktedefecten in kristallijn silicium. De belangrijke wetenschappelijk vraag is welke defecten een belangrijke rol spelen in de HIT-zonnecel en of we meer inzicht kunnen verschaffen in de relatie tussen defecten, de amorfe nanostructuur en haar interacties met een kristallijn oppervlak. In dit project wordt gebruikt gemaakt van nieuwe innovatieve methodes voor het karakteriseren van HIT-zonnecellen en hun heterojunctie-grenslagen. Omdat er geen meettechniek bestaat die direct deze defecten kan detecteren, gebruiken de onderzoekers een combinatie van indirecte meettechnieken. Onder deze technieken vallen onder andere multi-exposurephotoconductance-decay-spectroscopy (MEPCDS), photothermal-deflection-spectroscopy (PDS) en Fourier-transform-photocurrent spectroscopy (FTPS) . Met behulp van deze technieken is al aangetoond dat meervoudige defecten, met verschillende energieposities relatief tot de valentie- en geleidingsband, een belangrijke rol spelen. 1
Schematische weergave van een HIT-zonnecel.
2
FTPS-spectrum van een HIT-zonnecel die de signaturen van verschillende defecten laat zien.
3
50
Jaarverslag STW 2012
Project 12166
3 MEPCDS-meting, verandering van de levensduur van ladingsdragers als gevolg van de blootstelling aan licht. 4 Foto van een HIT-cel op labschaal. 4
Nanotechnologie NWO-nano
Universiteit Universiteit Twente
Projectleiders Prof.dr. D. Lohse Dr. J.R.T. Seddon Prof.dr.ir. H.J.W. Zandvliet
Project 11431
(minder dan een nanometer) moeilijk van het onderliggende substraat te onderscheiden. Het aantonen van de laag is dus geen sinecure.
Nanobellen aan vaste oppervlakken: nuttig en hinderlijk
Oppervlaktenanobellen zijn bolvormige gasbelletjes die zich, onder bepaalde omstandigheden, vormen aan het oppervlak van substraten wanneer deze in contact komen met water. Deze bellen zijn typisch enkele honderden nanometers in diameter en enkele tientallen nanometers hoog. Figuur 1 toont een atomaire kracht microscopie-opname van een oppervlak waarop zich nanobellen hebben gevormd. De eerste aanwijzingen voor de aanwezigheid van deze bellen zijn al in de jaren negentig van de vorige eeuw gevonden, maar de aandacht vanuit de wetenschappelijke wereld is in het laatste decennium exponentieel toegenomen. De belangstelling voor nanobellen wordt gevoed door een aantal intrigerende eigenschappen die ze bezitten. Zo voorspellen bestaande theorieën dat nanobellen hooguit een milliseconde stabiel zijn; in de praktijk blijkt echter dat de levensduur dagen is. Daarnaast worden nanobellen in verband gebracht met micropannenkoeken (‘micropancakes’); dunne lagen die waarschijnlijk bestaan uit geadsorbeerd gas. Het nanobel-gerelateerde onderzoek aan de Universiteit Twente richt zich op zowel fundamenteel begrip als mogelijke toepassingen. Fundamenteel onderzoek focust zich onder anderen op het verklaren van de stabiliteit, en de relatie tussen de geadsorbeerde gaslaag en bellen. Die geadsorbeerde laag is vermoedelijk een noodzakelijke voorwaarde voor de vorming van de nanobellen. Hij is door zijn minieme dikte
2
1
Mogelijke toepassingen zijn onder andere oppervlaktemodificatie, controle over depositie van nanodeeltjes en het controleren van de wrijving die een vloeistof ondervindt wanneer deze over het oppervlak stroomt. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijke invloed van nanobellen op de productie van micro- en nanostructuren. Soms zullen ze nuttig zijn (bijvoorbeeld als hulp bij het schoonmaken van gerealiseerde nanostructuren), soms hinderlijk (ze kunnen immersielithografie verstoren). Belangrijke technieken die in dit onderzoek worden gebruikt zijn de atomaire kracht microscopie, ellipsometrie, spectroscopie en een nieuwe techniek waarin interferentieversterkte reflectiemicroscopie wordt gebruikt om nanobellen af te beelden. Deze methode is in 2012 getest in samenwerking met collega’s van het Max Planck instituut uit Potsdam. Voordeel van de laatst genoemde techniek is een hoge tijdsresolutie (seconden) gecombineerd met een hoge ruimtelijke resolutie (circa 300nm) zonder dat de nanobellen tijdens de metingen worden beïnvloed. Een ander pluspunt is dat ook bij hoge temperaturen (in het geval van water 60 tot 80 graden Celsius) gemeten kan worden (zie fig. 2).
STW is binnen NWO de trekker op het gebied van nanotechnologie. Dit uit zich onder andere in het NWOnanoprogramma en de betrokkenheid bij het opzetten en begeleiden van de grote nationale innovatieprogramma’s NanoNextNL en NanoLabNL. Verder zijn er tal van nanotechnologieprojecten binnen de niet-specifieke STW-instrumenten. Meer informatie over de verschillende programma’s op het gebied van nanotechnologie: www.stw.nl/nano, www.nwonano.nl, www.nanonextnl.nl en www.nanolabnl.nl
1 Nanobellen (de ronde lichte objecten) op een oppervlak van grafiet. De bellen zijn typisch enkele honderden nanometers groot. 2 Links nanobellen (de zwarte vlekjes), 37 seconden na bevochtigen van het oppervlak waarop ze zich hebben gevormd. Rechts de bellen na verwarming tot 65˚ C. Ze zijn blijven bestaan en met een nieuw ontwikkelde microscopische techniek meetbaar.
Opvallende resultaten uit het onderzoek
51
03 Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
54 Inleiding 55
Cijfers kennisoverdracht
56
Open Technologieprogramma
60 Vernieuwingsimpuls
53
Inleiding Kennisoverdracht en kennisbescherming spelen bij STW een grote rol om haar missie te realiseren. Om kennisoverdracht met succes tot stand te kunnen bevorderen, brengt STW geïnteresseerde bedrijven, maatschappelijke groeperingen en onderzoekers bij elkaar door het organiseren van een gebruikerscommissie per project. Uitgangspunt voor de kennisoverdracht is dat STW als financier en de kennisinstelling die het onderzoek uitvoert mede-eigendom hebben op de onderzoeksresultaten. Op basis van de (mede) eigendom kunnen afspraken over optierechten, licenties of overdracht op de resultaten met bedrijven worden gemaakt. Het proces van kennisoverdracht begint echter al bij het onderzoeksvoorstel waarin de utilisatiemogelijkheden en potentiële gebruikers geïdentificeerd worden door de indiener. Aanvragen worden bij STW beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit én op de utilisatiekansen. Daarnaast beoordeelt het STW-bureau al bij de indiening van onderzoeksvoorstellen of er sprake is van belemmeringen voor de kennisoverdracht, met andere woorden of er freedom to operate is. Doel van STW is om het onderzoek mogelijk te maken en STW zal in het geval van dergelijke belemmeringen in samenwerking met de kennisinstelling en de projectleider afspraken maken om toegang tot benodigde kennis te verkrijgen of te behouden. Hierdoor blijven afspraken over exploitatie van de onderzoeksresultaten met bedrijven mogelijk. Juridische kennisbescherming is van belang als dat bijdraagt om kennisoverdracht te realiseren. Voor STW is een octrooi een middel om kennisoverdracht te realiseren, bijvoorbeeld door middel van het verlenen van licenties of overdracht van de eigendom van de octrooirechten. Daarnaast worden in het onderzoeksproject afspraken gemaakt met bedrijven die deelnemen in een gebruikerscommissie over geheimhouding van de resultaten en over publicatie van de resultaten uit het onderzoek. In dit hoofdstuk presenteren wij een aantal aansprekende resultaten uit het onderzoek. Bij elke bijdrage is vermeld uit welk instrument (Open Technologieprogramma, Perspectief, Partnership, Valorisation Grant, Vernieuwingsimpuls, overige activiteiten) het onderzoek is gefinancierd en in welk van de werkterreinen zoals die binnen STW worden gehanteerd het onderwerp past: Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek; Systemen, Energie en Materialen; Chemie, Milieu en Water; Life Sciences & Technology; Nanotechnologie.
54
Jaarverslag STW 2012
Cijfers kennisoverdracht
Invention Disclosure en octrooiaanvragen
In totaal zijn in 2012 twintig ‘Invention Disclosure’ formulieren aangevraagd en verstuurd. Er zijn veertien searches uitgevoerd van de Invention Disclosure formulieren uit 2012 en bij twee vindingen moet nog een search procedure worden gestart. Bij zeven vindingen is wel een search uitgevoerd maar er is nog geen beslissing of er een octrooiaanvrage zal worden ingediend. Vier van die twintig vindingen hebben geleid tot een octrooiaanvraag in 2012. Van vijftien vindingen is afgezien van het indienen van een octrooiaanvrage, waarvan drie vindingen in 2010 zijn gedaan.
op resultaten uit het onderzoek geeft een bedrijf meestal (ingeval er geen andere bedrijven interesse hebben binnen de gebruikerscommissie) de exclusieve mogelijkheid om gedurende het onderzoek in onderhandelingen te treden over gebruiksrechten. Bij een optielicentie wordt met een bedrijf op de voorhand (bij start van het onderzoek) al een afspraak gemaakt over een marktconforme vergoeding voor een licentie op of een overdracht van een octrooi (of knowhow) en de voorwaarden die bij dergelijke gebruiksrechten gewoonlijk dienen te worden afgesproken zoals anti-ijskastclausule en een gratis onderzoeks- & onderwijs licentie voor de kennisinstelling/STW.
Tot slot zijn er negen afspraken die heel verschillend van aard zijn, het betreffen afspraken over octrooikostenverdeling en -management, inkomsten, volmacht en een gewijzigde bijdrage aan het onderzoek. Nieuwe bedrijven
Direct voortkomend uit STW-onderzoek zijn in 2012 geen nieuwe bedrijfjes opgestart.
Octrooiaanvragen in 2012
Op negen vindingen uit projecten is een octrooiaanvrage ingediend in 2012, vijf octrooiaanvragen door STW al dan niet tezamen met de aanvragende kennisinstelling en vier octrooiaanvragen door derden (bijvoorbeeld bedrijven).
Er zijn drie samenwerkingsovereenkomsten die ook wel worden afgesloten als er sprake is van een samenwerking tussen twee of meer contractspartijen bij een onderzoeksproject. Verder zijn er vier material transfer overeenkomsten afgesloten en vijf afstandsverklaringen.
Vervallen octrooiaanvragen in 2012
In 2012 zijn er in totaal drie octrooiaanvragen vervallen binnen de termijn van dertig maanden vervallen. Overeenkomsten
In 2012 zijn er totaal achtenzestig overeenkomsten gesloten. Daarvan zijn er drie overeenkomsten inzake de overdracht van een of meer octrooien gesloten. In vier gevallen is er een licentie verstrekt op een of meer octrooien, al dan niet beperkt tot een bepaald toepassingsgebied. In een geval is er sprake van knowhow transfer, wat in feite een geheimhouding van bepaalde kennis betreft voor bepaalde duur, om het bedrijf in de gelegenheid te stellen om deze kennis commercieel toe te passen. Er zijn eenendertig overeenkomsten met optierechten afgesloten. En er zijn twee optielicenties verleend op de onderzoeksresultaten aan bedrijven. Een optierecht
Afspraken over het geheimhouden van resultaten en/of andere informatie is drie maal schriftelijk vastgelegd. Geheimhouding is binnen een onderzoeksproject altijd geregeld in de algemene financieringsvoorwaarden en in de voorwaarden van de gebruikerscommissie en in overeenkomsten met gebruikers. In een voorkomend geval is een extra geheimhoudingsafspraak gewenst bijvoorbeeld als er sprake is van een nog niet geoctrooieerde vinding die onderwerp is van een bespreking met een gebruiker of derde. Binnen het partnershipinstrument zijn twee raamovereenkomsten afgesloten, waarin de het opzetten van de partnership call en de samenwerking tussen STW en de industriële partner wordt vastgelegd.
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
55
Universiteit Universiteit Utrecht
Open Technologieprogramma (OTP) Life Sciences & Technology
Projectleider Dr. C.J.G. Bakker
Verdeling van radioactieve holmiumbolletjes meten met één enkele MRI-scan
Bij radio-embolisatie, een therapie voor behandeling van tumoren waarbij kleine radioactieve holmiumbolletjes worden toegediend, moet na toediening de verdeling van de bolletjes in het weefsel gemeten worden. Dat geeft aan wat de verdeling van de stralingsdosis is geweest, zodat beoordeeld kan worden of de behandeling veilig is verlopen en mogelijk effectief zal zijn. Onderzoekers in het UMC Utrecht hebben in dit STW-project een MRI-methode ontwikkeld om de verdeling van de bolletjes in het lichaam op basis van één enkele scan te kunnen kwantificeren. De nu ontwikkelde methode vereist – anders dan thans gangbare methoden – geen referentie-opname. Dat maakt de methode eenvoudiger uitvoerbaar, betrouwbaarder en minder belastend voor de patiënt. Op de methode is octrooi aangevraagd. In 2009 zijn we gestart met de behandeling van levertumoren gebruikmakend van met holmium beladen bolletjes. Door deze bolletjes vervalt het MRI-signaal van lichaamsweefsel sneller dan normaal. Het normale verval duiden we aan met de relaxatieparameter
Project 06648
R2, het extra verval wordt gekarakteriseerd met de relaxatieparameter R2’, die evenredig is met de plaatselijke concentratie bolletjes. Daardoor is de plek waar de bolletjes zitten op het MRI-beeld te zien. Het grote probleem bij de gangbare methoden voor de kwantificatie van holmiumbolletjes is dat daarmee slechts het gezamenlijke signaalverval (R2*=R2+R2’) gemeten kan worden en niet het extra verval afzonderlijk. Daarom moet zowel voor als na radio-embolisatie een MRIscan gemaakt worden. Uit het verschil tussen deze scans kan vervolgens R2’ en daaruit de verdeling van de bolletjes worden bepaald. Het gebruik van twee afzonderlijke scans betekent echter dat er onnauwkeurigheden kunnen ontstaan door veranderende weefseleigenschappen als gevolg van de therapie en door positioneringsverschillen van het weefsel (fig. 1). Met onze nieuwe scanmethode kunnen we in één enkele scansessie na radio-embolisatie de verdeling van de bolletjes bepalen. In deze methode wordt eerst het initiële signaalverval gemeten, waarna het signaal eenmalig gerefocusseerd wordt tot een zogenaamde spin-echo, waarvan vervolgens de amplitude wordt gemeten (fig. 2). Uit het initiële signaalverval wordt R2* bepaald en wordt geschat wat het signaal op tijdstip 0, S0, is geweest. Deze S0 wordt gecombineerd met de spin-echometing om R2 te bepalen. Uit het verschil tussen R2* en R2 wordt vervolgens het door de holmiumbolletjes veroorzaakte signaalverval R2’ berekend. Een voordeel van de nieuwe methode is dat de bepaling van R2’ met software geheel automatisch gedaan kan worden, wat mogelijkheden biedt op het gebied van realtime monitoren. De methode wordt momenteel gevalideerd.
1
2
gemeten signaalverval
S0
gemeten spin-echo gescha�e S0
MRI signaal
spin-echo verval R₂
ini�eel verval R₂* spin echo
Tijd
56
Jaarverslag STW 2012
1 Voorbeeld van een verdeling van holmiumbolletjes in weefsel aan de hand van R2*-waarden. Vóór toediening (boven) wordt R2* voornamelijk bepaald door de R2-waarde van het leverweefsel. Na toediening (onder) worden lokaal hogere waarden gemeten door de aanwezigheid van de bolletjes. Momenteel wordt de door de bolletjes veroorzaakte R2’ bepaald door beide beelden van elkaar af te trekken. De nieuw ontwikkelde methode maakt het bovenste beeld overbodig. 2 Schematische weergave van het MRI-signaalverval en de metingen die worden verricht om in één enkele scan zowel R2* als R2 en daaruit R2’ te bepalen in een zo kort mogelijke tijd.
Open Technologieprogramma (OTP) Chemie, Milieu en Water
Universiteit Technische Universiteit Delft
Nieuwe materialen om magnetische te koelen
Koeling is verantwoordelijk voor ongeveer 15% van het totale wereldwijde energieverbruik. Om dit proces efficiënter te maken is magnetische koeling een veelbelovende nieuwe techniek. Magnetische koeling maakt gebruik van vaste stoffen en is daarom milieuvriendelijk, aangezien deze technologie geen ozonafbrekende chemicaliën en broeikasgassen gebruikt. Ook is het mogelijk een hogere energie-efficiëntie te bereiken dan de conventionele koeling met dampcompressie.
Projectleider Prof.dr. E.H. Brück
Project 07036
Om magnetische koeling te realiseren zijn een magnetisch veld en een magnetocalorisch materiaal vereist. Hoe sterker het veld, hoe groter het magnetocalorisch effect dat kan worden bereikt. De huidige permanente Nd-Fe-B-magneten geven een magnetisch veld van 1 tot 2 tesla. De prestatie van magnetocalorische materialen bij deze veldsterkten is derhalve de sleutel om een hoge efficiëntie te bereiken. De ontwikkeling van nieuwe magnetocalorische materialen was het doel van dit STW-project. Met de ontdekking van het reuze-magnetocalorisch effect, waarbij de gevonden veranderingen in de isotherme magnetische entropie in lage velden veel groter zijn, is de ontwikkeling van goedkope en efficiënte koelers mogelijk geworden. Het reuze-magnetocalorische effect is gevonden in een aantal verbindingen met een abrupte 1ste-orde faseovergang. Door deze overgang concentreert de magnetocalorische werking zich in een smal temperatuurbereik. Bovendien kan de werktemperatuur van deze verbindingen worden afgestemd door het variëren van hun samenstelling. Deze nieuwe magnetocalorsche materialen worden nu bij de industriële partner BASF op laboratoriumschaal in verschillende vormen geproduceerd. De materialen worden vervolgens in verschillende prototypes getest om de beste efficiëntie te bereiken.
Magnetocalorische materialen gefabriceerd als granulen, platen, geëxtrudeerde vinnen, platen met mikrokanalen en bollen.
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
57
Open Technologieprogramma (OTP) Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Universiteit Twente
Projectleider Prof.dr.ir. G.J.M. Smit
Project 07937
apparaten en aansturingsmethoden zouden we dan langer gebruik kunnen maken van onze huidige netten en dure investeringen kunnen voorkomen.
Triana, een besturingsmethode voor het toekomstige intelligente net
Er is een grote behoefte aan verduurzaming van de huidige energievoorziening. Grootschalige invoering van duurzame opwekking (b.v. zonne-energie, windenergie) eisen echter nogal wat van de huidige elektriciteitsnetten, die decennia geleden geïnstalleerd zijn en niet ontworpen zijn voor dergelijke toepassingen. Ook de toenemende, meer fluctuerende elektriciteitsvraag van bijv. elektrisch vervoer vraagt om innovatieve oplossingen om de productie continue in balans te houden met de vraag. Een intelligent net (Smart Grid) is één van de oplossingen die kan bijdragen aan het behouden van een betrouwbare energievoorziening. De afname aan flexibiliteit aan de productiekant, vanwege de onbestuurbare zonne- en windenergie, kan (deels) gecompenseerd worden door gebruik te maken van flexibiliteit aan de vraagkant. Auto’s zouden bijvoorbeeld verspreid over de dag opgeladen kunnen worden, het draaien van wasmachines een uurtje verschoven en de koelkast tijdelijk uitgezet. Met behulp van slimme
In het SFEER-project is gekeken naar het modelleren van besturingsmethoden voor het toekomstige intelligente net. Dit heeft een flexibele, generieke besturingsmethode Triana opgeleverd. Triana is in staat een grote groep van producerende (bijv. hoogrendementketels en warmtepompen) en consumerende apparaten (bijv. wasmachines, koelkasten, elektrisch vervoer) aan te sturen. Ook het intelligent aansturen van energieopslag (accu’s, boilers) is met Triana mogelijk. Hiermee kan het energieverbruik van een groep huishoudens/bedrijven significant worden aangepast. Mogelijke toepassingen van Triana zijn het vlaktrekken van de energievraag, acteren op een energiemarkt of het verhogen van het aandeel van duurzame opwekking in het net. Gezien de potentie van Triana doet de Universiteit Twente vervolgonderzoek naar intelligente netten, onder andere in het door STW gefinancierde DREAMproject. Met de participerende bedrijven van SFEER en DREAM wordt momenteel gewerkt aan demonstratieprojecten en het marktrijp maken van de ontwikkelde kennis. Maurice Bosman werkt momenteel voor HOMA Software BV om zijn resultaten te verwerken in de producten van HOMA. Vincent Bakker is momenteel via de Universiteit Twente betrokken bij de ontwikkeling van een Home Energy Controller van RWE, die in 2013 operationeel zal zijn.
Via een maquette van het energiehuis van de toekomst werden de mogelijkheden van het intelligente net en Triana gedemonstreerd, onder andere op Lowlands.
58
Jaarverslag STW 2012
Open Technologieprogramma (OTP) Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Technische Universiteit Delft
Model-Predictive Railway Traffic Management: Een raamwerk voor een gesloten-lusregeling van grote spoorwegsystemen Het doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe modellen en een nieuwe (voorspellende) regelmethode voor anticiperend railverkeersmanagement. We richten ons op het sluiten van de lus tussen planning en uitvoering met een continue terugkoppeling van treinposities en infrastructuurbeschikbaarheid om snel treinpaden te kunnen herplannen bij verstoringen. Op basis van een railverkeersmodel zoekt een optimaliseringsalgoritme naar de effectiefste maatregelen om het treinverkeer te regelen bij verstoringen zoals versperringen, snelheidsrestricties, incidenten en vertragingen.
Projectleider Dr.ir. A.J.J. van den Boom
Project 11025
Deze model-gebaseerde voorspellende regelaar (MPC) methodiek maakt het mogelijk om een up-to-date conflictvrij plan bij te houden op landelijk netwerkniveau met betrekking tot de actuele toestand van de infrastructuur, beschikbaarheid van materieel en personeel, treinvertragingen en verwachte conflicten. Het onderzoek omvat drie hoofdelementen, namelijk een monitoringmodule , een voorspellend verkeersmodel, en een model-gebaseerde voorspellende regelaar. We zijn bezig met de ontwikkeling van een methodiek om treinposities, snelheden en infrastructuurbeschikbaarheid actief te monitoren en up-todate rijtijdschattingen te genereren. Momenteel is een offline versie van de monitoringmodule beschikbaar die als taak heeft om de genoemde grootheden te schatten met behulp van een process-mining benadering aan de hand van historische data. Procestijden worden geschat met behulp van kleine percentielen van vorige procestijden afgeleid uit beschikbare logbestanden. We werken aan de ontwikkeling van een real-time voorspellend verkeersmodel dat continu kan worden aangepast met de laatste informatie en geselecteerde bijstuurmaatregelen. Het huidige onderzoek richt zich op het bestuderen van de relatie tussen de controlevariabelen en het verkeersmodel, op het omzetten van het voorspellende verkeersmodel van zijn impliciete vorm naar een expliciete vorm en op het evalueren van de prestaties in modelvoorspellende controller. Ook werken we aan de ontwikkeling van een modelgebaseerde voorspellende regelaar die toekomstige stuuracties optimaliseert door gebruik te maken van een voorspelling van het toekomstig gedrag van het spoorwegverkeer. Nieuwe algoritmen zijn ontwikkeld, geïmplementeerd en getest. Voor de optimalisatie gebruiken we zowel een grafen-gebaseerde techniek als max-plus algebra gebaseerde technieken. In de laatste fase van het project zullen we de nieuwe netwerk MPC-technieken op real-time simulatieplatforms integreren en de effectiviteit van deze technieken evalueren. Dit doen we door gebruik te maken van een realistische simulatie met verstoringscenario’s op basis van realisatie van gegevens zodat het modelvoorspellende verkeersmanagementsysteem kan worden gebruikt in een decision support systeem voor de verkeersleiders.
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
59
Vernieuwingsimpuls – Vidi Systemen, Energie en Materialen
Universiteit Technische Universiteit Delft
Statisch gebalanceerde elastische mechanismen
We zijn eraan gewend dat het vervormen van materiaal kracht kost, wat resulteert in een zekere stijfheid zoals bij een pincet. Soms is dat wel handig maar in veel gevallen is dit gedrag ongewenst. Het betekent namelijk dat een deel van de energie die er in gaat (bij de handgreep in het geval van de pincet) wordt gebruikt voor de vervorming en dus niet beschikbaar komt aan de uitgang (de grijptip van de pincet). De kern van het project wordt gevormd door het idee dat deze vervormingsenergie bij terugveren weer vrij komt en dus hergebruikt kan worden. De theoretische basis wordt gevormd door de energiebalans van een dergelijk mechanisme. Om de vrijkomende energie te kunnen hergebruiken is een extra energiebuffer nodig, gevormd door een ander deel van het elastische mechanisme. De vervorming daarvan moet precies afgestemd zijn op het functionele deel om ervoor te zorgen dat de energie die het vervormen van het ene deel kost wordt geleverd door het andere deel, en omgekeerd. Het gevolg is dat het mechanisme
Projectleider Prof.dr.ir. J.L. Herder
Project 07583
als geheel dan geen voorkeurstand heeft: de stijfheid is nul geworden, een gedrag dat statisch gebalanceerd wordt genoemd. Een belangrijke consequentie is dat er netto geen energieopslag meer is. Met statisch balanceren is het daardoor mogelijk het rendement van elastische mechanismen drastisch te verbeteren, in theorie tot nagenoeg 100%. Een belangrijk toepassingsgebied wordt gevormd door micromechanismen, ook wel micro-elektromechanische systemen genoemd (MEMS). Deze zijn zo klein dat lagers niet kunnen worden toegepast: ze bestaan niet in die afmetingen en de assemblage zou een microscopisch precisiewerk zijn. Ze zijn daarom uitgevoerd als elastische mechanismen, en juist vanwege de kleine afmetingen is het kunnen bewegen zonder stijfheid van groot belang in verband met het rendement, en de geringe beschikbare ruimte voor grote aandrijfeenheden. De afbeelding toont een eerste prototype van een micromechanisme, gemaakt uit koolstof nanobuizen (CNT), waarvan de stijfheid van de elementen voor de rechtgeleiding (de segmenten loodrecht op de lange zijde) voor 98% wordt opgeheven door de schuinstaande segmenten. Er zijn vele toepassingen; vooralsnog werken we aan zeer gevoelige microsensoren en efficiënte systemen om energie uit omgevingsbeweging te winnen.
Micromechanisme op basis van koolstof nanobuistechnologie met zeer gunstige verhouding tussen de stijfheid in bewegingsrichting ten opzichte van de stijfheid in andere richtingen, waardoor een ongekend hoog rendement wordt behaald.
60
Jaarverslag STW 2012
Vernieuwingsimpuls - Vici Life Sciences & Technology
Universiteit Rijksuniversiteit Groningen
Gedresseerde cytokines: nieuwe boodschappereiwitten met een missie
Alle afweerreacties en weefselhersteloperaties in het lichaam worden strikt gereguleerd door cytokines. Dit zijn kleine boodschappereiwitten aangemaakt door cellen die andere cellen aanzetten tot bepaalde activiteiten, of juist remmen. Cytokines kunnen zeer krachtig zijn (ze werken in picogrammen) en hebben vaak meerdere effecten waardoor ze verschillende processen aansturen. Het zou mooi zijn als we deze cytokines therapeutisch konden gebruiken juist omdat ze zo krachtig zijn en complexe processen aansturen. Een geneesmiddel grijpt vaak maar heel beperkt in bij een bepaald proces. Er zijn tientallen cytokines bekend, vele met zeer belangrijke functies, maar slechts zeer weinig worden therapeutisch gebruikt. Juist omdat ze zo potent zijn, hebben ze veel bijwerkingen. Bovendien worden cytokines vaak snel weggewerkt uit het lichaam wat het therapeutisch gebruik ook belemmert. Wij hebben nu een strategie ontwikkeld om bepaalde cytokines klinisch toepasbaar te maken.
Projectleider Prof.dr. K. Poelstra
Project 07697
Deze strategie berust op het gericht sturen van een cytokine naar een bepaalde doelcel in het lichaam. Interferon g bijvoorbeeld remt zeer krachtig littekenvorming. Bij sommige ziektes zoals lever -, nier - en longfibrose gaan de organen door chronische ontstekingen langzaam te gronde aan littekenvorming. Er zijn hiervoor geen geneesmiddelen beschikbaar en miljoenen mensen wereldwijd lijden hieraan. Het probleem van interferon g is dat het tegelijkertijd de ontstekingsactiviteit verhoogt en daarmee de patiënt verder in problemen brengt. Door interferon g te sturen naar de juiste cellen en het immuunsysteem te omzeilen hebben we de littekenvorming in proefdiermodellen krachtig kunnen remmen zonder bijwerkingen. Ook de aangroei van bepaalde tumoren werd geremd, ook zonder bijwerkingen. Dit cytokine lijkt dus goed toepasbaar voor klinisch gebruik bij verschillende ziektes. We hebben het eiwit gepatenteerd en het patent overgedragen aan Biorion Therapeutics BV, gespecialiseerd in de (pre-)klinische ontwikkeling van cel-specifieke eiwitten. Dit bedrijf vond een groep investeerders bereid om in dit product te investeren en bespreekt nu met diverse grote farmaceutische industrieën verdere stappen richting klinische trials. De strategie van het doelgericht afleveren van cytokines heeft dus een nieuw product opgeleverd. Hopelijk bereikt dit middel de kliniek. Het geeft in ieder geval nu al aanzet tot economische activiteiten en tot tal van andere onderzoeken.
Littekenvorming in leverplakjes (rode aankleuring) van normale en zieke muizen (met leverfibrose) met en zonder behandeling. 1
Normale muis Zonder behandeling 3 Met behandeling 4 Behandeling omvat Interferon g (groen) afgeleverd op de doelcel (rood met blauwe kern) 2
1
2
3
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
4
61
Vernieuwingsimpuls – Veni Life Sciences & Technology
Universiteit Universiteit Erasmus MC
Projectleider Dr.ing. R.L.P. van Veen
Project 10263
te bepalen. Deze aanpak was onnauwkeurig omdat de opname in 2D is en de tumor zelf niet zichtbaar is op röntgen. Tevens werd er bij deze aanpak niet gemeten hoeveel er nu werkelijk aan lichtdosis werd afgeleverd. Om dit wel te kunnen meten en daarmee de tumorreactie te verbeteren is er een iPDT behandelplanningstechniek ontwikkeld gebaseerd op 3D-beeldvorming gecombineerd met lichtdosimetriemetingen. Er is gekozen voor een drietraps aanpak. 1) iPDTsimulatie; hier wordt eerst een MRI-scan gemaakt van de tumor. Deze wordt vervolgens ingetekend en de behandeling wordt gesimuleerd door de bronnen virtueel te plaatsen in de tumor. We beschikken dan over informatie over het aantal, de lengte en de locatie van de fiberoptische lichtbronnen die minimaal nodig zijn om het hele tumorvolume te belichten. 2) Na implantatie van de lichtbronnen op basis van de simulatie, wordt een verificatiescan gemaakt om te controleren of de bronnen op hun optimale gesimuleerde locatie zitten. 3) Als dit niet het geval is volgt de modificatiestap waarbij de lichtbronnen worden aangepast om alsnog het tumorvolume te dekken.
iPDT: een effectieve behandelingsmethode voor tumoren in het hoofd-halsgebied
Fotodynamische therapie (PDT) is een effectieve behandelmethode voor tumoren in het hoofd-halsgebied. De patiënt wordt eerst geïnjecteerd met een lichtgevoelige stof en vervolgens wordt de tumor bestraald met rood laserlicht. De interactie van het rode behandellicht met de stof leidt tot een lokale fotochemische reactie in de tumor waardoor deze sterft. Voor de behandeling van grote tumoren worden meerdere lichtfiberbronnen in de tumor geïmplanteerd om er voor te zorgen dat het hele tumorvolume van de juiste hoeveelheid licht is voorzien. Deze methode wordt interstitiële PDT genoemd (iPDT).
De iPDT-planningsstrategie wordt inmiddels op de OK toegepast. De planningsstrategie wordt nu klinisch geëvalueerd op verbeterde tumorreactie en vermindering van complicaties. De ontwikkelde techniek kan eventueel ook worden toegepast voor andere iPDT-behandelingen zoals die van prostaatkanker.
De lichtdosisplanning was tot dusverre vrij beperkt. Zo was er voor iPDT geen concreet behandelplan. Met een 2D-röntgen doorlichtapparaat werd een opname gemaakt om de lengte van iedere geïmplanteerde bron
1 De gesimuleerde iPDTlichtdosis van een tumor van de tongbasis met behulp van een 3D MRI-opname.
1
2 iPDT-behandeling.
2
62
Jaarverslag STW 2012
Vernieuwingsimpuls - Veni Informatie- en Communicatietechnologie en Elektrotechniek
Universiteit Technische Universiteit Delft
Projectleider Dr.ir. R.C. Hendriks
Project 10678
Een eenvoudige, en wellicht voor de hand liggende oplossing, is uiteraard het verhogen van het geluidsvolume. In veel gevallen is dit echter niet mogelijk vanwege technische beperkingen, en zeker niet wenselijk, in verband met het comfort van de gebruiker. In dit STW-project ontwikkelen we algoritmes ter verbetering van spraakverstaanbaarheid in aanwezigheid van akoestische stoorbronnen. Een belangrijk aspect in het ontwikkelen van dit soort algoritmes is het modelleren van het menselijk gehoor, waardoor op basis van (verstoorde) spraaksignalen een schatting gemaakt kan worden van de uiteindelijke verstaanbaarheid, bijvoorbeeld uitgedrukt in een percentage woorden dat correct wordt verstaan. Op deze manier wordt er een vertaling gemaakt van een spraaksignaal, via een wiskundige beschrijving van het menselijk oor, naar een getal dat de verstaanbaarheid weergeeft zoals wij die waarnemen. Uiteindelijk kunnen dit soort spraakverstaanbaarheidsmodellen dan gebruikt worden om spraaksignalen zo aan te passen, dat de verstaanbaarheid optimaal is op het moment dat deze spraaksignalen worden verstoord.
Verstaanbaar communiceren in rumoerige ruimtes - hoe maak je dat mogelijk?
Onze samenleving is in hoge mate afhankelijk van spraakcommunicatiesystemen. Denk bijvoorbeeld aan toepassingen zoals (mobiele) telefonie, gehoorapparaten en omroepsystemen op stations of vliegvelden. Idealiter moeten dit soort toepassingen het spraaksignaal met goede verstaanbaarheid overbrengen. Helaas verslechtert de spraakverstaanbaarheid vaak door de aanwezigheid van akoestische stoorbronnen (bijvoorbeeld een trein of andere mensen die aan het praten zijn) in de omgeving van de gebruiker. Herkenbare voorbeelden zijn een gesprek met mobiele telefoon op een treinstation of een omroepsysteem op een perron terwijl er een trein voorbij rijdt. Het gesprek of de boodschap wordt in dit soort situaties vaak onverstaanbaar gemaakt, met soms ingrijpende miscommunicatie als gevolg. Dit is een probleem voor mensen in het algemeen, maar in het bijzonder voor mensen met gehoorproblemen.
In dit project is in hoge mate samengewerkt met het Deense gehoorapparatenbedrijf Oticon A/S en het bedrijf Bosch Security Systems uit Eindhoven dat bekend is als ontwikkelaar en producent van omroepsystemen en conferentiesystemen. De verschillende resultaten uit dit project worden daarmee gebruikt voor verdere productontwikkeling in het nationale en internationale bedrijfsleven en hebben naast publicaties, geleid tot diverse patenten.
1 Applicatiescenario voor verbetering van de verstaanbaarheid in de omgeving van de luisteraar.
1
Foto Annelies te Stelle 2 De pre-process module voert optimale aanpassing van het spraaksignaal uit m.b.v. een model van het menselijk oor en informatie over de achtergrondruis.
2
Opvallende resultaten uit de kennisoverdracht
63
04 STW in cijfers
66 Inleiding 67 67 69 70 73 74
Kengetallen en statistiek
75
Verkort financieel jaarverslag 2012
Gebruikers Utilisatie Aantal lopende projecten Financiële (project)gegevens STW-bureau
65
Inleiding
Met dit jaarverslag legt STW verantwoording af over de besteding van de haar toevertrouwde gelden. Naast dit jaarverslag publiceert STW ook jaarlijks haar zogeheten Utilisatierapport. Daarin rapporteert zij over de toepassing van resultaten uit STW-onderzoek. Graag verwijzen wij de lezer daar naar. In dit hoofdstuk geven wij op een beknopte en kwantitatieve manier inzicht in de prestaties van STW in het afgelopen jaar, veelal in meerjarig perspectief. Met de komst van programma’s is in de afgelopen jaren het programmatische compartiment gegroeid, deels door het verkleinen van het budget voor het Open Technologieprogramma (OTP), deels door toegenomen bijdragen van gebruikers en andere sponsoren. Waar op de volgende pagina’s geen nadere aanduiding is gegeven betreffen de kengetallen het OTP en de STW-programma’s samen. De door STW uitgevoerde Vernieuwingsimpuls en in hoofdzaak extern gefinancierde programma’s worden niet tot het OTP gerekend.
66
Jaarverslag STW 2012
Kengetallen en Statistiek Gebruikers figuur
1 Gebruikers per categorie in 2012
aantal
(Semi)overheid 10% Kennisinstelling 11% Bedrijven: > 250 medewerkers 46% Bedrijven: < 250 medewerkers 33%
1000
figuur
2 Aantal industriële gebruikersrelaties
800
600
Waarvan: Bestaande buitenlandse gebruikersrelatie Nieuwe buitenlandse gebruikersrelaties ten opzichte van voorgaand jaar
400
200
12 20
11 20
10 20
20
08 20
09
100
figuur
Relaties met (buitenlandse) universiteiten en ziekenhuizen zijn niet meegerekend. Divisies van bedrijven worden niet als afzonderlijke gebruikers geteld.
3 Gebruikers
80
60
40
Aantal gebruikers in de gebruikerscommissies van 2012. Soms is de gebruikerscommissie nog niet volledig geformeerd. Bij 38 projecten zijn meer dan 10 gebruikers betrokken, vaak in de sfeer van vertegenwoordigers van andere kennisinstellingen.
20
0 >1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
aantal projecten
Bestaande gebruikersrelaties Nieuwe gebruikersrelaties ten opzichte van voorgaand jaar
aantal gebruikerscommissieleden
STW in cijfers
67
aantal gebruikers
1000
figuur
4 Projecten en gebruikers
100
Verdeling van de externe gebruikers naar het aantal projecten waarbij zij zijn betrokken. Zo zijn er 767 gebruikers ‘slechts’ bij één STW-project betrokken, 174 gebruikers bij twee projecten, tot 11 gebruikers bij meer dan 14 verschillende projecten. In 2012 waren in totaal 1123 gebruikers betrokken bij het onderzoek (Buitenlandse) universiteiten en ziekenhuizen zijn niet meegerekend. Divisies van bedrijven worden niet als afzonderlijke gebruiker geteld.
10
4 >1
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0 aantal projecten waaraan de gebruiker is verbonden
figuur
5 Waardering gebruikers na afloop van het project
figuur
Zeer tevreden 14% Tevreden 37% Neutraal 42% Ontevreden 5% Zeer ontevreden 2%
6 Waardering onderzoekers na afloop van het project
68
Jaarverslag STW 2012
Zeer tevreden 24% Tevreden 44% Neutraal 30% Ontevreden 2% Zeer ontevreden 0%
aantal octrooiaanvragen
Utilisatie 16
figuur
7 Octrooiaanvragen
14 12
Aantal octrooiaanvragen direct voortgekomen uit STW-onderzoek.
10 8 6 4
12 12 20
20
11
20
11 20
10
20
10 20 09 20
20
08
20
20
08
09
2
figuur
Contracten
overige overeenkomsten
13 7 11 10 9 material transfer agreement 3 6 2 4 4 letter of intent 3 1 overdracht octrooi 1 7 5 4 3 overdracht kennis 4 1 1 samenwerking onderzoek 5 2 5 1 4 optie en licentie 2 5 1 2 2 optie 13 12 22 16 31 licentie 6 4 3 5 4 geheimhouding 12 5 2 1 3 afstandsverklaring 9 7 12 5 addendum 3 2 62 58 59 58 68
15
figuur
9 Nieuwe startende bedrijven
12
Overige programma’s (inclusief Vernieuwingsimpuls) Valorisation Grant
9
Aantal uit STW-onderzoek opgestarte bedrijven.
6
20 12
20 11
20 10
20 09
3
20 08
aantal
Totaal
8
STW in cijfers
69
inkomsten (inM€)
1,2
figuur
10 Inkomsten uit kennisexploitatie
1,0
Royalty Lumpsum
0,8
0,6
Inkomsten op STW-projecten. Royalty en lumpsum zijn inkomsten vanwege overeenkomsten met derden.
0,4
12 20
11 20
10 20
09 20
20
08
0,2
aantal lopende projecten
Aantal lopende projecten 500
400
figuur
11
Lopende projecten binnen OTP, Perspectief,
Bsik en overige programma’s
OTP Bsik Overige programma’s (inclusief Vernieuwingsimpuls) Perspectief Partnership
300
200
aantal lopende projecten
12 20
11 20
10 20
09 20
20
08
100
300
figuur
Lopende projecten per type instelling
250
in 2012 (OTP en Perspectief)
200
150
100
70
Jaarverslag STW 2012
12 20
11 20
10 20
09 20
20
08
50
12
TUD, TU/e, UT Overige universiteiten (inclusief UMC’s) Para-universitaire instellingen
aantal projectvoorstellen
250
figuur
13 Honoreringen en afwijzingen per jaar
200
(OTP en Perspectief)
Afwijzingen Honoreringen
150
100
50
12 20
11 20
10 20
09 20
08 20
07 20
06 20
05 20
04 20
20
03
figuur
14 Status projecten in 2012 (OTP, Perspectief en HTSM)
In behandeling Afgewezen Gehonoreerd Lopend Beëindigd
79 169 102 571 57
160
figuur
15 Aantal gepromoveerde onderzoekers
140
120 100
Aantal gepromoveerde onderzoekers op een STW-project.
80 60 40
2 20 1
1 20 1
0 20 1
9 20 0
8
20
20 0
aantal
STW in cijfers
71
aantal projecten
70
figuur
16 Lang openstaande vacatures na honorering
60
(OTP en Perspectief) 50
Het aantal projecten met vacatures die langer open staan dan 6 maanden.
N.B. De gegevens voor 2011 worden in 2012 gerapporteerd, omdat van een aantal projecten de 6-maandstermijn nog niet is verstreken.
40 30 20
11 20
10
4
17
Wetenschappelijke kwaliteit voor
Honoreringen Afwijzingen
3
figuur
18
20
20
20
08 20
12
11
1
De beoordelingsschaal voor juryleden varieert tussen 1 en 9. 1 = uitstekend 9 = ondermaats
10
09
2
60
Aantal referenten (OTP)
50
40
30
20
10
0 >1
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0 aantal referenten
72
figuur
OTP-projectvoorstellen
aantal OTP project(voorstell)en
20
20
5
20
gemiddeld jurycijfer wetenschappelijke kwaliteit
20
08
09
10
Jaarverslag STW 2012
Aantal referenten per ingediend projectvoorstel in 2012 in de beoordelingsfase.
bedrag (in M€)
Financiële (project)gegevens 50
figuur
45
19 Totale inkomsten STW
40
Basissubsidie NWO Subsidie EZ Overig
35 30 25
Overig betreft: programma’s (o.a. Vernieuwingsimpuls), lumpsum, royalties, cash bijdragen aan projecten en rente.
20 15 10
percentage
12 20
11 20
10 20
20
20
08
09
5
60
figuur
20 Verdeling totaal STW-projectbudget
50
OTP Overige programma’s Perspectief
40
30
Overige programma’s zijn onder andere PROGRESS II, Valorisation Grant en Vernieuwingsimpuls.
20
12 20
11 20
10 20
20
800
figuur
21 Gemiddelde omvang STW-projecten
700
(OTP en Perspectief)
600
Personeel Materiaal Reizen Investeringen
500 400 300
200 100
2 20 1
1 20 1
0 20 1
9 20 0
8 20 0
7 20 0
6 20 0
5 20 0
4 20 0
3
20 0
gemiddelde omvang STW-projecten
20
08
09
10
De gemiddelde omvang van STW-projecten gedurende de laatste 10 jaar. De stijging is gelegen in de toegenomen personeelskosten en het grotere aandeel multidisciplinaire projecten met cofinanciering van bedrijven. Sinds 2010 is een bovengrens van 750 k€ per project ingevoerd.
STW in cijfers
73
inkomsten (inM€)
20
figuur
22 Bijdragen gebruikers aan STW-projecten
15
Totale bijdragen aan STW-projecten. ‘Bijdrage in geld’ zijn de inkomsten die door STW zijn gefactureerd en ontvangen. De ‘bijdrage in natura’ zijn alle andere bijdragen.
10
12 20
11 20
10 20
09 20
20
08
5
Bijdrage in natura Bijdrage in geld
maanden
STW-Bureau 8 7
figuur
23
Gemiddelde behandelingsduur OTP-projecten
6
Alle projecten Gehonoreerd Afgewezen
5 4 3 2
percentage
12 20
11 20
10 20
09 20
20
08
1
8
figuur
Algemene beheerskosten ten opzichte van
7
de baten
6 5
Bruto Netto
4
3 2
74
Jaarverslag STW 2012
2 20 1
1 20 1
0 20 1
9 20 0
20 0
8
1 0
24
De nettokosten zijn brutokosten minus de aan derden doorberekende bureaukosten.
Verkort financieel jaarbericht 2012 De cijfers en tekst op de pagina’s 76 tot en met 79 zijn ontleend aan het Financieel Jaarbericht 2012 van de Technologiestichting STW. Het Financieel Jaarbericht 2012 is gecontroleerd door Deloitte Accountants BV in Utrecht en is voorzien van een goedgekeurde accountantsverklaring.
STW in cijfers
75
Balans per 31 december2012
Activa
31 / 12 / 2012
31 / 12 / 2011
k€
k€
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
92
128
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen:
NWO Ministerie van EZ Bijdragen van derden Nog te vorderen cofinanciering Debiteuren Overige vorderingen en overlopende activa Te vorderen omzetbelasting
163.347 74.074 7.323 10.586 1.294 374 250
151.142 73.557 7.130 7.729 1.553 908 102
257.248
242.121
Liquide middelen
53.823
55.426
TOTAAL ACTIVA
311.163
297.675
76
Jaarverslag STW 2012
Balans per 31 december2012
Passiva
31 / 12 / 2012
31 / 12 / 2011
k€
k€
EIGEN VERMOGEN Vrij besteedbaar vermogen:
Algemene reserve
3.028
2.652
Bestemde reserve Bestemde fondsen
3.335 13.601
2.757 12.608
19.964
18.017
Vastgelegd vermogen:
VOORZIENINGEN
Voorziening wacht- en uitkeringsgelden
335
275
335
275
LANGLOPENDE SCHULDEN Toegekende nog niet uitgekeerde bedragen:
Open Technologieprogramma Overige programma’s
42.381 116.891
54.598 102.033
159.272
156.631
KORTLOPENDE SCHULDEN Toegekende nog niet uitgekeerde bedragen:
Open Technologieprogramma Overige programma’s
56.246 48.779
50.629 44.608
Rekening-courant NanoLab
6.916
-
Rekening-courant NanoNed
-
19.732
Rekening-courant NanoImpuls
-
559
Rekening-courant Tissue Engineering
552
6.023
Crediteuren en overlopende passiva
19.099
1.201
131.592
122.752
TOTAAL PASSIVA
311.163
297.675
STW in cijfers
77
Staat van baten en lasten over 2012
Baten
Begroting 2012
Basissubsidie NWO Overige bijdragen NWO Bijdrage Ministerie van EZ Bijdragen derden Opbrengsten kennisexploitatie en cofinanciering Doorberekende bureaukosten
Subtotaal baten uit normale operationele bedrijfsvoering
Financiële baten
Subtotaal financiële baten Totaal baten
Lasten
k€
2012 k€
2011 k€
29.753 24.000 21.050 3.000 6.250 2.050
29.233 27.350 23.526 3.900 5.840 1.233
31.291 18.729 21.050 913 2.915 1.895
86.103
91.082
76.793
50
80
269
50
80
269
86.153
91.162
77.062
Begroting 2012
2012
2011
k€
k€
k€
Toekenningen onderzoeksprojecten (inclusief ontvangen cofinanciering):
Toekenning Open Technologieprogramma Toekenning Vernieuwingsimpuls Toekenning Perspectief Toekenning overige activiteiten en programma’s
Totaal toekenningen
Algemene beheerskosten Afschrijvingen Doorbetaalde rente Kosten kennishandel en toekenning aan CvB universiteiten Dotatie voorziening wacht- en uitkeringsgelden Totaal lasten Resultaat
78
Jaarverslag STW 2012
18.500 14.000 27.300 29.208
17.785 10.355 31.063 23.311
27.534 6.723 24.144 6.753
89.008
82.514
65.154
6.000 50 - 400 -
6.203 57 - 330 111
5.626 52 33 461 75
95.458
89.215
71.401
-9.305
1.947
5.661
Resultaat en resultaatbestemming 2012
Begroting 2012 k€
2012 k€
2011 k€
Resultaat
Resultaat op normale operationele bedrijfsvoering Financiële baten Doorbetaalde rente
Totaal resultaat
-9.355 50 -
1.867 80 -
5.425 269 -33
-9.305
1.947
5.661
-8.250 -
993 -
5.937 -521
-8.250
993
5.416
-458 -597
578 376
-2.521 2.766
-9.305
1.947
5.661
Resultaatbestemming
Mutatie bestemde fondsen OCW/NWO Mutatie bestemde fondsen overig
Totaal mutatie bestemde fondsen
Mutatie bestemde reserve Mutatie algemene reserve
Bestemd resultaat
STW in cijfers
79
05 Jurykamers en commissies
82 Jurykamers 84 Perspectiefcommissies 87
Partnership - programmacommissies
88
Overige commissies
81
Jurykamers Jurykamer 302 - OTP
Dr. R.A.C.M.M. van Swaaij
Prof.dr. G. Rothenberg
Prof.dr. I.J.B.F. Adan
Technische Universiteit Delft
Universiteit van Amsterdam
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. P.J. Verschure
Dr. G.D. Siegal
Drs. B.J.R. van den Berg
Universiteit van Amsterdam
Universiteit Leiden
NanoHouse Sittard
Drs. R.H. Slotman
Jurykamer 304 - OTP
Dr. C.C. van Donkelaar
Prof.dr.ir. F.B.J. Barends em.
Stichting Innovatie Alliantie ’s-Gravenhage
Technische Universiteit Eindhoven
Delft
Dr.ir. A.H.M. Smets
L. Duijvestijn
Dr.ir. H. Bovenhuis
Technische Universiteit Delft
IBM Global Services Amsterdam
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Dr. S. Stallinga
Prof.dr. A. Fiore
Dr.ir. J.A. Don
Prof.dr. A.G.M. Tielens
Technische Universiteit Eindhoven
TNO Soesterberg
Universiteit Utrecht
Prof.dr.ir. A.P.G. Hoeks
Prof.dr. G.C.A.M. Janssen
Maastricht University
Technische Universiteit Delft
Dr. B.J.R. van der Meulen
Dr. K.R. Koops
Dr.ir. N.E. Benes
Rathenau Instituut ’s-Gravenhage
VSL Delft
Universiteit Twente
Prof.dr.ir. W. Norde
Dr.ir. M.C.J.C.M. Krämer
Universiteit Twente
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Nederlandsch Octrooibureau Eindhoven
Dhr. E. Kemink
Dr.ir. S.E. Offerman
Prof.dr. F.A. Ossendorp
CNG Net Nieuwegein
Technische Universiteit Delft
Leids Universitair Medisch Centrum
Mw. J. Minnema
Dr. R. Ruijtenbeek
Dr.ir. R. Receveur
PamGene International BV ’s-Hertogenbosch
Medtronic BV Maastricht
Oracle Nederland BV Utrecht
Dr. R.M. Schiffelers
Dr. E.W.M. Rommes
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Radboud Universiteit Nijmegen
Holst Centre Eindhoven
Dr. A.S.M. Sonnenberg
Dr. P.J. Schaap
Prof.dr. A.J.M. van Oosterhout
Plant Research International Wageningen
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Universitair Medisch Centrum Groningen
Dr.ir. C.C.J.M. Tiberius
Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. ing. A.J.H.M. Rijnders
Prof.dr. R.J. Boucherie
Prof.dr.ir. L.M.K. Vandersypen
Universiteit Twente
Universiteit Twente
Technische Universiteit Delft
Dhr. F. Schreuder
Jurykamer 303 - OTP
Jurykamer 309 - OTP
Prof.dr.ir. B.J. Geurts
Prof.dr.ir. H.J.H. Brouwers
Technische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Jurykamer 305 - OTP
Dr. A.M.B. van Mol
Dr.ir. S.F. Pereira
LioniX BV Enschede
Dr.ir. J.R. Buitenweg
Prof.dr.ir. J. de Bakker
Dr. J.F. Veenland
Universiteit Twente
ErasmusMC Rotterdam
Technische Universiteit Eindhoven
Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (ICIN) Muiden
Prof.dr. E. Drent
Dr. R.P.J. Duursma
Rijksuniversiteit Groningen
Universiteit Leiden
Tata Steel IJmuiden
Dr. J.L. Visschers
Prof.dr. W. van Eden
Universiteit Utrecht
Dr. J.W.T. Eikenbroek MSc
Prof.dr.ir. B.P.F. Lelieveldt
Emmen
Leids Universitair Medisch Centrum
Dr.ir. D.H. Geuzebroek
Prof.dr.ir. H. van Lente
Universiteit Utrecht
XiO Photonics bv Enschede
Prof.dr.ir. J.P.M.G. Linnartz
Drs. ing. T.P.M. Koster
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Philips Research Eindhoven
TNO Delft
Prof.dr. G.J.W. Euverink
Prof.dr. P.J. Punt
Rijksuniversiteit Groningen
Prof.dr.ir. D. Stroobandt
TNO Zeist
Prof.dr.ir. E.W.C. van Groesen
Dr.ir. J.A.W. van Dommelen
Universiteit Gent (België)
82
Jaarverslag STW 2012
Prof.dr. A.E.P. Veldman
FOM-Nikhef Amsterdam
Jurykamer 310 - OTP Prof.dr.ir. R.M. Boom
Universiteit Twente
Dr.ir. W.J.A. de Heij
Ir. J.H. Hoekman
Ir. H. de Groot
Thales Nederland BV Hengelo
IMEC Nederland Eindhoven
Dr. L.G. Lugones
Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem
Universiteit Utrecht
Dr. P. Kolster
Dr. H. van Maanen
Ede
Nederlands Kanker Instituut Amsterdam
Amsterdam
Ir. E. Luitjens
Prof.dr.ir. J.W.M. Hilgenkamp
Dr. E. Mastrobattista
Universiteit Twente
Universiteit Utrecht
NOM NV Groningen
Dhr. J. Raap
Dr. W. Maijers
Universiteit Gent (België)
Royal Cosun Roosendaal
InHolland Delft
Prof.dr. J.J. Lukkien
Ir. M. Termeer
Dr.ir. A. Westenbroek
Prof.dr. L.K. Nanver
Philips Healthcare Nederland BV Best
Wageningen
Technische Universiteit Delft
Ir. A.J. Zwijgers
Prof.dr.ir. G. van Oortmerssen
Prof.dr.ir. T.J.H. Vlugt
HAS Den Bosch
Universiteit van Tilburg
Technische Universiteit Delft
Prof. M.B. van Herk
Prof.dr.ir. L.A.I. Kestens
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. P.W.H. Pinkse
Universiteit Twente
Dr. E.A.G. Weits
Jurykamer 317 - HTSM
Movares Nederland BV Utrecht
Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx
Dr. G. Ye MSc
Technische Universiteit Eindhoven
Biomade Technology Foundation Groningen
Technische Universiteit Delft
Dr. N.A. van Bakel
Prof.dr. H.W.M. Salemink
FOM-Nikhef Amsterdam
Technische Universiteit Delft
Dr. H.F.C. Hoevers
Vrije Universiteit Amsterdam
Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV De Lier
SRON - Netherlands Institute for Space Research Utrecht
Prof.dr. J.C.M. Baeten
Prof.dr. D. Geelen
Dr. H.M. Jonkers
Universiteit Gent (België)
Technische Universiteit Delft
Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam
Prof.dr.ir. A. van Keulen
Ir. A.H. van den Boogaard
Dr. E.W. Gutteling
Technische Universiteit Delft
Universiteit Twente
Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV De Lier
Prof.dr. P.R. Luijten
Prof.dr.ir. A.A. Darhuber
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Technische Universiteit Eindhoven
Dr.ir. C.L.C. Lelivelt
Dr.ir. H.L. Offerhaus
Prof.dr. J.Th.M. De Hosson
Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV De Lier
Universiteit Twente
Rijksuniversiteit Groningen
Prof.dr. T.T.M. Palstra
Prof.dr. I.M. Richardson
Prof.dr. H. Ma
Rijksuniversiteit Groningen
Technische Universiteit Delft
Pennsylvania State University (Verenigde Staten)
Prof.dr.ir. A.F.W. van der Steen
Prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden
Erasmus MC Rotterdam
FOM-instituut DIFFER Nieuwegein
Prof.dr.ir. H. Terryn
Prof.dr.ir. J. Sietsma
Vrije Universiteit Brussel (België)
Technische Universiteit Delft
Dr. R. Vullers
TNO Eindhoven Mw. M. Stikker
Prof.dr. I.W.C.E. Arends
IMEC Nederland Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. ing. M. Wessling
Prof.dr. J. Delcour
RWTH Aachen University (Duitsland)
Jurykamer 315 Rijk Zwaan ‘Meiosis’ Dr.ir. C.M.P. van Dun
Prof.dr. R. Mercier
INRA Versailles Cedex (Frankrijk)
Jurykamer 316 - Eiwitinnovatie
Katholieke Universiteit Leuven Heverlee (België)
Prof.dr. G.Th. Robillard
Dr. R.J. Wijngaarden
Jurykamer 319 - HTSM
Dr.ir. E.J. Sol
Waag Society Amsterdam Prof.dr. L.W.M.M. Terstappen
Universiteit Twente Ir. J.G. bij de Vaate
Jurykamer 318 - HTSM
Prof.dr.ir. L. Dijkhuizen
Ir. J.F.M. d’ Achard van Enschut
Rijksuniversiteit Groningen
Technische Universiteit Eindhoven
ASTRON - Netherlands Institute for Radio Astronomy Dwingeloo
Jurykamers en commissies
83
Jurykamers Prof.dr.ir. J. Westerweel
Technische Universiteit Delft
Perspectiefcommissies Autonomous Sensor Systems (ASSYS)
Prof. ir. A.Q.C. van der Horst
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer em., voorzitter
Dr. H.M. Jonkers
Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Delft
Prof. ir. A. van Ardenne
Drs. J.P. Barthel
Dr.ir. C.H.J. Meuleman
ASTRON - Netherlands Institute for Radio Astronomy Dwingeloo
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek ’s-Gravenhage
STW, Utrecht
Prof.dr. M.W. Beijersbergen
Ir. R.R. de Boer
Cosine Research BV Leiden
Smartec BV Breda
Prof.dr. J. de Boeck
Drs. E. Bongers
IMEC Leuven (België) Dr. A. Dortmans
Dutch Space BV Leiden
TNO Eindhoven
Dr.ir. E. Cantatore
Dr. E.W.J.M. van der Drift
Technische Universiteit Eindhoven
Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen, voorzitter
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. E.K.A. Gill
Technische Universiteit Eindhoven
Prof.dr.ir. P. Kruit
Technische Universiteit Delft
Dr. V.I.Y Banine
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ing. P.J.M. Havinga
Prof.dr. R.V.A. Oliemans
Universiteit Twente
ASML Netherlands BV Veldhoven
Multiphase Flow BV Bilthoven
Ir. H.J. Kip
Prof.dr. K.J. Boller
Nederlandse apparatenfabriek ‘NEDAP’ NV Groenlo
Universiteit Twente
Jurykamer 320 - HTSM
Dr.ir. J.H.G. van Pol
INCAS3 Assen
Prof.dr. J.A. van Veen
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) Wageningen Dr. W.H. van der Zon
Koninklijke Vopak NV Rotterdam
Building on Transient Plasmas (BTP)
Prof.dr. U.M. Ebert
Prof.dr.ir. J.P.M.G. Linnartz
Centrum Wiskunde & Informatica Amsterdam
Prof.dr.ir. G.J.M. Smit
Philips Research Eindhoven
Prof.dr.ir. M. Haverlag
Universiteit Twente
Prof.dr. R.J. Meijer
Dr.ir. W.M. van Spengen
Universiteit Twente
Philips Lighting BV Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Dr. S. Nihtianov
Ir. R.G.H.M. Voeten
Prof.dr.ir. M. Steinbuch
Technische Universiteit Eindhoven
ASML Netherlands BV Veldhoven
Bradford Engineering BV Heerle
Dr.ir. W. van de Water
Prof.dr.ir. J.M.A. Scherpen
Dr. L.J. Korstanje, secretaris
Technische Universiteit Eindhoven
Rijksuniversiteit Groningen
STW, Utrecht
Prof.dr.ir. S. Stramigioli
Jurykamer 328 - Paques
Universiteit Twente
Cardiovascular Risk Management (CARISMA)
Dr. L. Angenent
Prof.dr.ir. A.J. van der Veen
Cornell University Ithaca , New York (Verenigde Staten)
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber, voorzitter
Dipl.-Phys. C.N.M. Jansz, secretaris
Leids Universitair Medisch Centrum
STW, Utrecht
Dr.ir. B. Goedhart
Drs. ir. H. Dijkman
Bio-Based Geo & Civil Engineering (BioGeoCivil)
Paques BV Balk
Medis Medical Imaging Systems BV Leiden Ir. R.J. ‘t Hoen
J. Kruit MSc
Dr.ir. T.J. Heimovaara, voorzitter
Paques BV Balk
Technische Universiteit Delft
Oldelft Ultrasound BV Delft
Prof.dr.ir. O.C.G. Adan
Prof.dr. W.P.Th.M. Mali
Dr.ir. R.A. Rozendal
TNO Delft
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Paques BV Balk
Prof.dr. R.N.J. Comans
Prof.dr. W.J. Niessen
Prof.dr.ir. C.V. Stevens
Energieonderzoek Centrum Nederland Petten
Erasmus MC Rotterdam
Universiteit Gent (België)
Dr.ir. J.T.C. Grotenhuis
Prof.dr.ir. B.P.F. Lelieveldt
Prof.dr.ir. W. Verstraete
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Leids Universitair Medisch Centrum
Prof.dr.ir. S.M. Hassanizadeh
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Universiteit Gent (België)
Universiteit Utrecht
84
Jaarverslag STW 2012
Prof.dr.ir. M.A. Viergever
Clean Combustion Concepts (CCC)
Dr.ir. R.G. Heideman
Prof. ir. A.Q.C. van der Horst
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. L.P.H. de Goey, voorzitter
LioniX BV Enschede
Technische Universiteit Eindhoven
Dr.ir. W. Hoving
Prof.dr. Th.H. van der Meer
Productschappen Vee, Vlees en Eieren Zoetermeer
Universiteit Twente
XiO Photonics BV Enschede
Dr.ir. B.A. Albrecht
Ir. T. Korthorst
Universiteit Leiden
DAF Trucks NV
Phoenix BV Enschede
Ir. J.P.G. Mijnsbergen
Dr.ir. P. Pronk
Tata Steel IJmuiden
Dr. M. Wale
Drs. S.B.M. Jongerius
Prof.dr. J.N. Kok
CUR Bouw & Infra Gouda
Oclaro Caswell (Groot-Brittanië)
Dr.ir. W. Olthuis
Prof.dr. H.B. Levinsky
Rijksuniversiteit Groningen
Dr.ir. G. Roelkens
Dr.ir. A.R.M. Wolfert
Dr.ir. L. Post
IMEC Leuven (België)
Technische Universiteit Delft
Shell Global Solutions International BV Amsterdam
Dr.ir. E. Osinski
Technische Universiteit Delft
Philips Research Eindhoven
Dr. L.J. Korstanje, secretaris
Dr.ir. F.T.M. van den Berg, secretaris
STW, Utrecht
STW, Utrecht
Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts
Universiteit Twente
Learning from Nature to protect crops (LFN) Prof.dr. M. Dicke,
Wageningen Universiteit & Researchcentrum Dr. S. Heimovaara
Genbiotics
Green & Smart Process Technologies (GSPT)
Rijksuniversiteit Groningen
Prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker
Royal Van Zanten / Van Zanten Holding BV Aalsmeer
Prof.dr. R.A.L. Bovenberg
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. C.M.J. Pieterse
DSM Anti-Infectives BV Delft
Ir. P.T. Alderliesten
Universiteit Utrecht
Energieonderzoek Centrum Nederland Petten
Prof.dr. H.J. Bouwmeester
Prof.dr. A.J.M. Driessen, voorzitter
Dr. S.J. Donadio
KtedoGen Milano (Italië)
Dr. C.A.M.C. Dirix
Wageningen Universiteit & Researchcentrum Prof.dr. R.C. Jansen
Prof.dr. R.M.J. Liskamp
Akzo Nobel Chemicals BV Arnhem
Universiteit Utrecht
Ir. R.W.E.G. Reintjens
Dr. M. Prins
Prof.dr. F.P.J.T. Rutjes
Radboud Universiteit Nijmegen
DSM Innovative Synthesis BV Geleen
Keygene NV Wageningen
Prof. ir. P. Schmid
Prof.dr.ir. J.C. Schouten
Dr. J. Peleman
Intervet International / MSD Animal Health GmbH Schwabenheim an der Selz (Duitsland)
Technische Universiteit Eindhoven Prof.dr.ir. A.I. Stankiewicz
Nunhems Netherlands BV Haelen
Technische Universiteit Delft
Dr. H.C.P.M. van der Valk, secretaris
Prof.dr. C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls
Dr. M. Wiegel, secretaris
STW, Utrecht
VU Medisch Centrum Amsterdam
STW, Utrecht
Mr. M.M. Wuisan, waarnemer
STW, Utrecht Drs. M.K van Dalen, secretaris
STW, Utrecht
Generic Technology of Integrated Photonics (GTIP)
Integral Solutions for Sustainable Construction (IS2C )
Rijksuniversiteit Groningen
Multiscale Simulation Techniques (MuST) Prof.dr.ir. E.H. van Brummelen, voorzitter
Dr.ir. E.A.B. Koenders, voorzitter
Technische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. L.J.M.G. Dortmans
Prof.dr.ir. O.C.G. Adan
TNO Eindhoven
TNO Delft
Dr. R.P.J. Duursma
Dr. B.H. Verbeek, voorzitter
Ir. J.D. Bakker
Nuenen
Tata Steel IJmuiden
Prof.dr.ir. M.K. Smit
Rijkswaterstaat Utrecht
Technische Universiteit Eindhoven
Dr.ir. A. van Beek
Technische Universiteit Eindhoven
Dr.ir. M. Tichem
Bouwsucces Amersfoort
Prof.dr.ir. A. van Keulen
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. M.G.D. Geers
Technische Universiteit Delft
Jurykamers en commissies
85
Perspectiefcommissies Dr. F.J. Klever
Prof.dr.ir. P.H. Veltink
Shell International Exploration and Production BV Rijswijk
Universiteit Twente
From Waste to Resource (W2R)
Dr.ir. E. de Vlugt
Dr.ir. R. Kleerebezem, voorzitter
Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. J.J.W. van der Vegt
Dr. A. Stekelenburg, secretaris
Dr. M. Hensing
Universiteit Twente
STW, Utrecht
DSM Biotechnology Center Delft
Dr.ir. H. Wijshoff
Smart Optics Systems (SOS)
Océ Technologies BV Venlo
Prof.dr.ir. M. Verhaegen
Dr. S.R. Jongerius, secretaris
Technische Universiteit Delft
Paques BV Balk
STW, Utrecht
Prof.dr. K.J. Boller
Dr.ir. A.A.M. de Laat
Universiteit Twente Dr.ir. N. Doelman
Royal Cosun Roosendaal
Prof.dr. F.C.T. van der Helm, voorzitter
TNO Delft
Prof.dr.ir. J.B. van Lier
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. C.U. Keller
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. J.R. Buitenweg
Universiteit Utrecht
Prof.dr.ir. A.J.M. Stams
Universiteit Twente
Prof.ir. R.H. Munnig Schmidt
Prof.dr. J.H. van Dieân
Technische Universiteit Delft
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Vrije Universiteit Amsterdam
Dr.ir. G. Vdovin
Dr. A.A. Winkler, secretaris
Dr.ir. R. Happee
Technische Universiteit Delft
STW, Utrecht
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. F.T.M. van den Berg, secretaris
Dr.ir. T. Heida
STW, Utrecht
NeuroSIPE
Universiteit Twente Prof.dr. F.J.P.M. Huygen
Erasmus MC Rotterdam
Smart Separations for complex systems (SmartSep)
J. Kruit MSc
Perspectief beoordelingscommissie ronde 2011 Prof.dr.ir. K. van Breugel
Technische Universiteit Delft
Ir. P.T. Alderliesten
Prof. A.B. de Haan
Energieonderzoek Centrum Nederland Petten
Technische Universiteit Eindhoven
Prof.dr.ir. R.M. Boom
Leidschendam Dr.ir. K.D. van der Mast
Universitair Medisch Centrum Groningen
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Prof.dr.ir. H. van der Kooij
Dr.ir. P.J.T. Bussmann
Solveigh Corporate Development Rotterdam
Universiteit Twente
TNO Zeist
Dr. I.M. van der Meer
Dr. H.G.E. Meijer
Prof. A.B. de Haan
Universiteit Twente
Technische Universiteit Eindhoven
Plant Research International Wageningen
Dr. C.G.M. Meskers
Prof.dr.ir. H.J. Heeres
Prof.dr. H.A.B. Wîsten
Leids Universitair Medisch Centrum
Rijksuniversiteit Groningen
Universiteit Utrecht
Dr. S.P. Niehof
Dr.ir. E.J.A.X. van de Sandt
Erasmus MC Rotterdam
DSM Anti-Infectives BV Delft
Dr. R. Perez
Dr. D.F. Stamatialis
VU Medisch Centrum Amsterdam
Universiteit Twente
Dr. A.F. van Rootselaar
Prof.dr.ir. A.I. Stankiewicz
Academisch Medisch Centrum Amsterdam Zuidoost
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. A.C. Schouten
Technische Universiteit Delft
Royal FrieslandCampina Deventer
Prof.dr. E.J.W. van Someren
Dr. M. Wiegel, secretariaat
Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen Amsterdam
STW, Utrecht
Dr. J.H.T.M. Koelman
Academisch Medisch Centrum Amsterdam Zuidoost Dr. M.A.J. de Koning-Tijssen
Prof.dr. H.E.J. Veeger
Vrije Universiteit Amsterdam
86
Jaarverslag STW 2012
Dr. J.W. Veldsink
Ir. P.P. ‘t Hoen
Partnership - programmacommissies Danone Dr. E.M. van der Beek
Danone Research BV Wageningen Prof. P.C. Calder
University of Southampton (Groot-Brittannië)
Dr.ir. R.A. Terpstra
Prof.dr. D. Geelen
Hyflux CEPAration BV Helmond
Universiteit Gent (België) Dr. E.W. Gutteling
Dr. M. Wiegel, secretaris
Rijk Zwaan Breeding BV
STW, Utrecht
Fijnaart Dr.ir. C.L.C. Lelivelt
Paques programmacommissie
Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel BV De Lier
Prof.dr. J. Garssen
Dr. L. Angenent
Danone Research BV Wageningen
Cornell University Ithaca (Verenigde Staten)
Prof.dr. H. Ma
Institute of Food Research Colney Norwich (Groot-Brittannië)
Drs. ir. H. Dijkman
Prof.dr. R. Mercier
Paques BV Balk
INRA Versailles (Frankrijk)
Dr. H.C.P.M. van der Valk, secretaris
J. Kruit MSc
Dr.M.A. Oosterlaken-Dijksterhuis, secretaris
STW, Utrecht
Paques BV Balk
STW, Utrecht
Prof. C. Mills
Explorail Dhr. H. Bothof, voorzitter
ProRail Utrecht
Dr.ir. R.A. Rozendal
Paques BV Balk Prof.dr.ir. C.V. Stevens
Mw. T. Bezema
Universiteit Gent (België)
ProRail Utrecht
Prof.dr.ir. W. Verstraete
Mw. J.R.D. Klaver
Dr. A.A. Winkler, secretaris
ProRail Utrecht
STW, Utrecht
Prof.dr. S. Minner
Universiteit Gent (België)
Philips HLS programmacommissie
Universität Wien Wenen (Oostenrijk)
Ing. J.H.A Gelissen
Prof.dr.ing. P. Veit
Philips Research Europe - Eindhoven
Technischen Universität Graz (Oostenrijk)
Dr.ir. R. Haakma
Mw. A.L. Westendorp
Prof.dr. E. Harmon-Jones
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek ’s-Gravenhage
Texas A&M University (Verenigde Staten)
Dhr. A. Zoeteman
Kingston University (Groot-Brittannië)
ProRail Utrecht
Philips Research Europe - Eindhoven
Prof. R. Istepanian
Prof.dr. J.L. Kenemans
Dr.ir. F.A. Karelse, secretaris
Universiteit Utrecht
STW, Utrecht
Dr. R. Maandonks
Hyflux
Pennsylvania State University (Verenigde Staten)
Philips Research Eindhoven
Prof.dr. J. Caro
Dr. J.H.D.M. Westerink
Leibniz Universität Hannover (Duitsland)
Philips Research Eindhoven
Dr. A. Julbe
Dr. W.H. Segeth, secretaris
Institut Européen des Membranes (CNRS-ENSCM-UM2) Montpellier (Frankrijk)
STW, Utrecht
Dhr. R. Low
Dr.ir. C.M.P. van Dun
Hyflux Singapore (Singapore)
Rijk Zwaan Breeding BV Fijnaart
Rijk Zwaan ‘Meiosis’
Jurykamers en commissies
87
Overige commissies Eiwit Innovatie programmacommissie
Prof.dr.ir. Y. d’Asseler
Dr. W.H. Segeth/ProRISC Sentinels, secretaris
STW, Utrecht
Dr. H. Aiking
Universiteit Gent (België)
Vrije Universiteit Amsterdam
Dr.ir. G.N. Gaydadjiev
STW, Utrecht
Dr. G. van Duinkerken
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. F.A. Karelse/PROGRESS, secretaris
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Dr.ir. E.A.M. Klumperink
STW, Utrecht
Universiteit Twente
Mw. A.M. van der Stroom, secretariaat
Dr. R. Floris
Dr.ing. T.G. Noll
STW, Utrecht
NIZO food research BV Ede
Rheinisch Westfälische Technische Hochschule Aachen (Duitsland)
Dr.ir. M.L.F. Giuseppin
Prof.dr. J. Pineda de Gyvez
AVEBE UA Veendam
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. P.C. Schuddeboom/SAFE, secretaris
IOP Photonic Devices Adviescommissie Dr. B.H. Verbeek, voorzitter
Nuenen
Prof.dr.ir. J.P.M. Sanders
SAFE
Ir. J. Bosiers
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
Prof.dr. P.J. French, voorzitter
Technische Universiteit Delft
DALSA Professional Imaging Eindhoven
Ing. C.J.G. Wever
Prof.dr. W. Krautschneider
Prof.dr.ir. J.J.M. Braat
Ministerie van Economische Zaken ’s-Gravenhage
Technische Universität Hamburg-Harburg (Duitsland)
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. G.J.M. Krijnen
Universiteit Twente
Energieraad ’s-Gravenhage
Prof.dr.ir. D. Stroobandt, voorzitter
Prof.dr. L.K. Nanver
Dr.ir. R.G. Heideman
Universiteit Gent
Technische Universiteit Delft
Prof.dr.ir. P.G.M. Baltus, voorzitter ProRISC
Prof.dr. F. Roozeboom
LioniX BV Enschede
Technische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Eindhoven
Prof.dr. T.G. van Leeuwen
ICT.OPEN programmacommissie
Prof.dr. H. Corporaal, voorzitter PROGRESS
Technische Universiteit Eindhoven
PROGRESS
Dr.ir. L.M. Doeswijk
Academisch Medisch Centrum Amsterdam Zuidoost
Prof.dr. P.J. French, voorzitter SAFE
Prof.dr. H. Corporaal, voorzitter
Prof.dr. D. Lenstra
Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. E. Poll, voorzitter Sentinels
Dr. K.L.M. Bertels
Drs. W.A.J. Mandersloot
RU Nijmegen Eindhoven
Technische Universiteit Delft
TNO Delft
Dr.ir. J.F. Broenink
Dr. E.A. Meulenkamp
Dr. Alexandru Iosup
Universiteit Twente
Philips Research Europe - Eindhoven
Technische Universiteit Delft
Prof.dr. K. De Bosschere
Dr.ir. G.J. Puppels
Dr. Richard Starmans
Universiteit Gent (België)
Universiteit Utrecht
Prof.dr.ir. E.F.A. Deprettere
River Diagnostics BV Rotterdam
Dr.ir. Tim Willemse
Universiteit Leiden
Prof.dr.ir. M.K. Smit
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. A.D. Pimentel
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. W.H. Segeth
Universiteit van Amsterdam
Dr. P.C. Schuddeboom, secretaris
STW, Utrecht
Dr. A.J. Sips
STW, Utrecht
Mw. D. Roelands, secretariaat
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Bilthoven
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer em., voorzitter
Prof.dr.ir. G.J.M. Smit
Technische Universiteit Delft
Universiteit Twente
Prof.dr.ir. A.J. van der Veen
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek ’s-Gravenhage Mw. A.M. van der Stroom, secretariaat
STW, Utrecht
Technische Universiteit Delft
Sentinels ICT.OPEN - Thema commissies ProRISC
Sense of Contact
Dr. H.J.W.M. Hoekstra
Dr.ir. E. Poll, voorzitter
Universiteit Twente
RU Nijmegen
Ir. R.R. de Boer
Prof.dr.ir. P.G.M. Baltus, voorzitter
Dhr. J.Y. Petit
Technische Universiteit Eindhoven
Universiteit Twente
Smartec BV Breda
Prof.dr.ir. D. Stroobandt
A. Slowinska
Dr.ir. W. Jouwsma
Universiteit Gent (België)
Vrije Universiteit Amsterdam
Bronkhorst High-Tech BV Ruurlo
88
Jaarverslag STW 2012
Dipl.-Phys. C.N.M. Jansz
Dr.ir. W. Jouwsma
Dr. P. van Gelderen
STW, Utrecht
Bronkhorst High-Tech BV Ruurlo
Icos Capital Management BV Amsterdam Zuidoost
Dhr. I.F.M. Karthaus MSM
Dhr. G. Hiemstra
N. Voskamp, secretariaat
Syntens Nieuwegein Nieuwegein
Van der Meer & van Tilburg BV Zeist
STW, Utrecht
Dhr. F. Liemburg
Ir. P.P. ‘t Hoen
Bluetrace BV Amsterdam
ICT innovatiedeskundige Leidschendam
Dr. H. van der Loo
Dhr. J. Melles
Drs. C.A. Holland
InnoSportNL Arnhem
Photonics Investments BV Duiven
Dialogic Innovatie & Interactie Utrecht
Dhr. K. Maase
Mw. A. Metz
Ing. G. Huizinga
NOC*NSF Arnhem
Metz Consult Amsterdam
Vereniging FME-CWM Zoetermeer
Prof.dr. R.Meeusen
Drs. R.J. Notermans
Dr.ir. W. Jouwsma
Vrije Universiteit Brussel (België) Ch. Delecluse
De Noordelijke Combinatie Grou
Bronkhorst High-Tech BV Ruurlo
Universiteit Leuven (België)
Ir. W.H.M. Orbons
Dhr. I.F.M. Karthaus MSM
F.P. Bakker
Rijksuniversiteit Groningen
Orbons Advies BV Grubbenvorst
Syntens Nieuwegein Nieuwegein
B. Coumans
Prof.dr.ir. K. van ‘t Riet
Prof. C.I. Koen
Doping autoriteit Rotterdam
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. B.J.A. Kröse
Dutch Institute of Management & Innovation Zeist
Universiteit Tilburg TiasNimbas Business School Tilburg
M. Reinhold
FHI, Federatie van Technologiebranches Leusden
Sport pijlercommissie
Universiteit van Amsterdam M. Müskens
Hoge school van Arnhem en Nijmegen Nijmegen
TNO SBIR 2012 beoordelingscommissie
Ir. J.H. Voûte
Ir. J. van der Wel
Technolution Gouda
Dhr. F. Liemburg
Bluetrace BV Amsterdam Dr. J.H. Lutje Spelberg
Dr. W.H. Segeth, secretariaat
Industriebank LIOF NV Maastricht
STW, Utrecht
Ir. V.H.J. Mattousch
Ir. W.H. van den Berg
Y.M.J. van Scharenburg, secretariaat
TIIN Capital -The Informal Investors Network BV Soest
STW, Utrecht
Participatiemaatschappij Oost Nederland NV Arnhem
Ir. T. Bouws
Syntens, vestiging Amsterdam Amsterdam Ir. G.A. de Bruin
Zernike Group Holding BV Groningen Drs. M.H. Bunge MBA
Bunge Consultancy BV Amsterdam Dr. P. van Gelderen
Icos Capital Management BV Amsterdam Zuidoost Ir. P.P. ‘t Hoen
ICT innovatiedeskundige Leidschendam Ing. G. Huizinga
Vereniging FME-CWM Zoetermeer
Valorisation Grant 2012 beoordelingscommissie Dhr. J. Beltman
Markant International BV Utrecht Ir. W.H. van den Berg
Dhr. J. Melles
Photonics Investments BV Duiven Drs. R.J. Notermans
De Noordelijke Combinatie Grou
TIIN Capital -The Informal Investors Network BV Soest
Ir. G.J.W. Oldeman
Dr. Th.M. Berkvens
Ir. W.H.M. Orbons
Berkvens Management & Investment BV Amsterdam
Orbons Advies BV Grubbenvorst
Ir. G.A. de Bruin
Prof.dr. W.J. Quax
Zernike Group Holding BV Groningen
Rijksuniversiteit Groningen Groningen
Drs. M.H. Bunge MBA
Dr.ing. K. Recourt
Bunge Consultancy BV Amsterdam
Stichting Mibiton Den Haag
MKB innovatiedeskundige Delft
Jurykamers en commissies
89
Overige commissies Vidi beoordelingscommissie 2012
Prof.dr.ir. K. van ‘t Riet
Technische Universiteit Delft
Dr.ir. P. Schreurs
Drs. E. Schutte
Prof.dr. E. Bouwman
Signifix BV Bilthoven
Universiteit Leiden
Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) Brussel (België)
Prof.dr.ir. J.C.M. van Hest
Dr. R.M.J. Sillen
Prof.dr.ir. C.H. Slump
Radboud Universiteit Nijmegen
Hogeschool van Utrecht
Universiteit Twente Enschede
Prof.dr.ir. W.M.M. Kessels
Dr. P.C. Schuddeboom, secretariaat
Technische Universiteit Eindhoven
STW, Utrecht
Dhr. P.S.T. Tan PhD
Prof.dr. E.A. Lomonova
Dhr. N. Voskamp, secretariaat
Syntens Den Haag Rijswijk Zh
Technische Universiteit Eindhoven
STW, Utrecht
Ir. R.T. Tweehuysen
Universiteit Twente
Tweehuysen BV Groesbeek
Dr. R.M. Schiffelers
Universitair Medisch Centrum Utrecht
Prof.dr.ir. R.S.G. Baert
Dhr. H. Uitenboogaart
Prof.dr.ir. C.G.P.H. Schroën
Qoachpool Almelo
Wageningen Universiteit & Researchcentrum
TNO Automotive Helmond
Ir. J.H. Voûte
Prof.dr.ir. L.J. Sluys
Dutch Institute of Management & Innovation Zeist
Technische Universiteit Delft
KEMA Nederland Arnhem
Dr. A. van de Stolpe
Dr.ir. M.A.F. Derksen
Philips Corporate Technologies Eindhoven
Stork Thermeq Hengelo
Prof.dr. T.D. Visser
Ir. J.J. van Dijk
Technische Universiteit Delft
Agentschap NL ‘s-Gravenhage
Ir. J. van der Wel
Technolution Gouda
dr.ir. R.B.M. Schasfoort
Dr. W.H. Segeth, secretariaat
Sensortechnologie platform
STW, Utrecht
Schone en Zuinige Verbranding - platformleden
Dr.ir. M.F.G. Cremers
Prof.dr. L.P.H. de Goey
Y.M.J. van Scharenburg, secretariaat
Mw. B. Albersen
Technische Universiteit Eindhoven
STW, Utrecht
FHI, Federatie van Technologiebranches Leusden
Ir. M. van Hal
Veni beoordelingscommissie 2012
Ir. J. Balendonck
DAF Trucks NV Eindhoven
Prof.dr.ir. A.A. Basten
Plant Research International Wageningen
Technische Universiteit Eindhoven
Dr. W.P. van Bennekom
Tata Steel IJmuiden
Dr. P.M.P. van Bergen en Henegouwen
Universiteit Utrecht
Dr.ir. W. de Jong
Universiteit Utrecht
Dr. H.J.W.M. Hoekstra
Technische Universiteit Delft
Dr. H.J.M. op den Camp
Universiteit Twente
Prof.dr. H.B. Levinsky
Radboud Universiteit Nijmegen
Dr.ir. W. Jouwsma
Dr. W.K. Dierkes
KEMA Nederland BV Groningen
Universiteit Twente
Bronkhorst High-Tech BV Ruurlo
Prof.dr. T.M. Heskes
Dr. J.P. Kappelhof
Universiteit Twente
Radboud Universiteit Nijmegen
TNO Delft
Dr.ir. L. Post
Dr.ir. B.W. van Oudheusden
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer em.
Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Delft
Shell Global Solutions International BV Amsterdam
Dr. G.G.M. Stoffels
Dr.ir. M.G.H. Meijerink
Dr.ir. C.J.A. Pulles
Universiteit Twente
TNO Delft
Dr.ir. G.J. Strijkers
N. Olij
Kiwa Gas Technology Apeldoorn
Technische Universiteit Eindhoven Dr.ir. E. de Vlugt
PhoeniX BV Enschede
Technische Universiteit Delft
Dhr. P.P. Petersen
Prof.dr.ir. H.H. Weinans
FHI, Federatie van Technologiebranches Leusden
Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts
Prof.dr. R. Puers
Dr. L.J. Korstanje, secretariaat
Katholieke Universiteit Leuven (België)
STW, Utrecht
Erasmus MC Rotterdam
90
Jaarverslag STW 2012
Dr.ir. P. Pronk
Prof.dr. Th.H. van der Meer, voorzitter
Dr.ir. J.H.A. Kiel
Energieonderzoek Centrum Nederland Petten Technische Universiteit Delft
Jurykamers en commissies
91
06 Lijst van gebruikers
Lijst van gebruikers bij STW-projecten. De naam van de gebruiker (soms meerdere verstigingen) wordt gevolgd door het aantal lopende projecten in 2012, waarbij deze was betrokken.
93
Aa
Advanced Photovoltaic
Cambridge (Groot-Brittannië)
Allergan Ltd.
Leeuwarden
ARCADIS Nederland BV
Marlow (Groot-Brittannië)
Applications BV
1 Spatial Group Limited
1
Alliander NV
1
Amersfoort, Apeldoorn, Marknesse, Rotterdam, ‘s-Hertogenbosch 6
Adversitement BV
Arnhem
21st Century Medicine, Inc.
Uden
ALTERRA
Fontana (Verenigde Staten)
Adviesbureau ir. J.G. Hageman BV
Wageningen
Rijswijk
Ambient Systems BV
Amsterdam
Enschede
Ardagh Glass
2
1
1 1
2M Sensors Ltd.
AEMICS BV
Eindhoven
Oldenzaal
2
3mensio Medical Imaging V.O.F.
Bilthoven Enschede
Niel (België)
Dongen
Arjo Wiggins Security S.A.S.
Assendelft
Ambulancezorg Nederland
Issy-les-Moulineaux, Jouy-sur-Morin (Frankrijk)
1
Zwolle
A P E Angewandte Physik & El.ektronik GmbH
Berlin (Duitsland) Helmond
Amsterdam
2
Mortsel (België)
1
Santa Clara (Verenigde Staten)
1
Germany GmbH
ABB AB
Väster˚as (Zweden)
Waldbronn (Duitsland)
1
Hasselt (België)
Amsterdam
Asimptote BV
1
Amsterdam
ASM Europe BV
Baden (Zwitserland)
Bilthoven
AnMar BV
2
Breda 2
ABN AMRO Bank NV
Amsterdam Zuidoost
1
Oxfordshire (Groot-Brittannië)
Veldhoven
AIA Software BV 1
2
Oxfordshire (Groot-Brittannië)
1
Amsterdam-Zuidoost
Hamburg (Duitsland) Akita (Japan)
Maastricht
Maastricht
ACE Associated Compiler Experts BV
Amsterdam Amersfoort
Zoetermeer
Slough (Groot-Brittannië)
1
Akzo Nobel
Amersfoort, Arnhem, Deventer, Sassenheim
1
Achmea
Mölndal (Zweden)
Atag Verwarming BV
Zoeterwoude
Lichtenvoorde
1
Paramaribo (Suriname)
Adaptronics International
Almere
Antonius Ziekenhuis
Bucholz (Duitsland)
1
Albemarle Catalysts Company BV
Nieuwegein
Adelante-zorggroep
Amsterdam
ANWB
Hoensbroek
Alcatel Micro Machining Systems
Lelystad
Annecy Cedex (Frankrijk)
Applied Laser Technology (ALT)
1
1
Adimec Holding BV
Eindhoven
4
1
1
Groningen 1
Attero
Haelen, Wijster
ALK-Abello BV
Aquamarijn Microfiltration BV
Avantes BV
Almere
Zutphen
Apeldoorn
94
Jaarverslag STW 2012
4
Australian National University
Cambridge (Groot-Brittannië)
1
1
Atrium Medisch Centrum
Hendrik-Ido-Ambacht
1
1
Atos Medical BV
Advanced Bionics UK Ltd.
1
Best
Atos Medical AB
Heerlen
Consultants
Algae Food & Fuel BV
2
1
4
Hörby (Zweden)
Suriname
1
4
Antec Leyden BV
Alan Turing Institute Almere
1
for Radio Astronomy
Dwingeloo
2
Anton de Kom Universiteit van 14
1
ASTRON - Netherlands Institute
1
ANSYS Netherlands
1
1
AstraZeneca
1
Otterfing (Duitsland)
Akzo Nobel
2
1
Staines (Groot-Brittannië)
ANSYS Germany GmbH
1
Akita University
1
Astellas Pharma Europe Ltd.
1
’s-Gravenhage
24
Astellas Pharma BV
1
Leiden
Wavre (België)
ANSYS Europe Ltd.
Airbus Deutschland GmbH
24
1
Airborne Composites BV
Academisch Medisch Centrum Academisch Ziekenhuis
Eindhoven, Veldhoven
1
ANSYS Belgium
Surrey (Groot-Brittannië)
3
ASML Netherlands BV Assembléon BV
Nijmegen
Amsterdam
Helsinki (Finland)
1
ANSYS
Air Products PLC
Tandheelkunde Amsterdam
2
Apeldoorn
ABZ Nederland Academisch Centrum
Almere
Rheden
1
6
ASM International NV
1
Agrifirm Innovation Center
Zeist
1
Almere, Leuven (België)
1
Ansaldo Thomassen BV
2
1
ASM Microchemistry Ltd.
Eindhoven
AGPO Ferroli
Zwijnaarde (België)
A-Skin Nederland BV
1
Angst+Pfister BV
1
1
2
Belfast (Groot-Brittannië) Zoetermeer
Ablynx nv
Delft
Andor Technology plc.
Aglaia BioMedical Ventures BV
2
AsicAhead NV
1
ABB Switzerland Ltd.
2
1
AMT Biopharma
Limerick (Ierland)
Agilent Technologies
1
Lelystad
Analog Devices 1
1
Artu Biologicals Europe BV
Instruments BV
Agilent Technologies
AAE BV
1
Amsterdam Scientific
1
Agfa-Gevaert NV
1
1
2
’s-Gravenhage, Utrecht
3WIN nv
1
Enschede
Agentschap NL
2
Paul de Ruiter BV
Ambroise Holland bv
1
Assendelft
3T BV
Architectenbureau 1
Afvalzorg Deponie BV Afvalzorg NV
1
1
Weston Creek (Australië)
1 1
2
1
Avantium Pharma BV
Bejo Zaden BV
Amsterdam
Warmenhuizen
1
Avantium Technologies BV
Amsterdam
Bekaert Combustion
Assen
AVEBE UA
Vught
Averis Seeds BV
Foxhol, Valthermond
4
Aviko BV
Steenderen Leusden
1
Axiom IC BV
Enschede
Wageningen
1
Hunxe (Duitsland)
1
Hengelo Ov
Enschede
Brüel & Kjaer
1
1
Services BV
Hoofddorp
1
Woerden
Marknesse
2
Betronic Solutions BV
Amsterdam
BAAT Medical Engineering
Bevolkingsonderzoek Oost
Hengelo
Deventer
1
Apeldoorn
2
Boehringer Ingelheim Pharma
Ingelheim am Rhein (Duitsland) 1
Bioceros BV
Boonekamp Roses BV
Papendrecht
Utrecht
Bleiswijk
1
BAM Civiel bv
Bioclear BV
Gouda
Groningen
3
1
Bundesanstalt für Materialforschung und -prüfung (BAM)
Berlijn (Duitsland)
1
Borealis GmbH
1
BuNova Development BV
Linz (Oostenrijk)
4
1
Buchem Holding BV
Lieren
Baggermaatschappij Boskalis BV 2
3
Buchem BV
GmbH & Co. KG
1
1
Bruker Nederland BV
Wormer
1
Heilbronn (Duitsland)
2
Naerum (Denemarken)
Bluewater Energy
BMT ARGOSS
3
Bruco BV
3
Borne
Betonplatform (BFBN)
Bb
2
Blue4Green BV
Azur Space Solar Power GmbH 1
Ruurlo
BLGG AgroXpertus BV
Wageningen
1
Bronkhorst High-Tech BV
1
Betoncentrale Twenthe
Zoeterwoude
1
Billerica (Verenigde Staten)
Herlev (Denemarken)
Cementbouw BV
Axiss GmbH
Pharmaceutical Research
1
Hoofddorp
2
1
Institute
BK Medical
Betonmortelbedrijven
2
Amsterdam
Bristol Meyers Squibb
1
Bentley Systems Europe BV
Berkel en Rodenrijs
Axini
Biothane Systems International
Delft
Analysis Company
Bergmann Industrial BV
2
Amstelland
1
Biqualys, The advanced
3
Bema-Lux
6
Brandweer Amsterdam/
Hendrik Ido Ambacht
Technology BV
4
Foxhol, Veendam
Biosoil R&D 5
Zwolle
2
2
BAM Infraconsult BV
Bioclinica
Bosch Rexroth BV
Bureau Settels van Amelsvoort
Gouda
Leiden
Boxtel
Eindhoven
7
Bang & Olufsen A/S
BioComp Industries bv
Struer (Denemarken)
1
Bartels
Apeldoorn
2
BAS Research and Technology Venlo
Venlo
1
Vught
1
Cc
Drives and Controls BV
1
BIOeCON*KiOR
Eindhoven
Hoevelaken
Bosch Security Systems BV
Horst
BIOFORDRUG
Eindhoven
C. Meijer BV
Bari (Italië)
Bosch Thermotechnology BV
1
1
1
Bosch Rexroth Electric 2
C point
1
1
Kruiningen, Rilland
Bio-Imaging Technologies BV
Deventer
BaseClear BV
Leiden
Boschman Technologies BV
Milsbeek
Leiden
Bioké
Duiven
Cam Bioceramics bv
3 1
Basell Polyolefine GmbH
Leiden
1
Biolitec AG
Industries company)
Jena (Duitsland) Vienna (Oostenrijk)
3
1
Biomet Nederland BV
BASF SE
Dordrecht
Ludwigshafen (Duitsland) 2
Bionavis Ltd.
Beckman Coulter Nederland BV
Bionics Instrument
Woerden
4 1
Europe BV
1
Heerhugowaard 1
Leiden 2
1
Capgemini Nederland BV
Utrecht
Fremont (Verenigde Staten)
Cardialysis BV 1
1
Rotterdam
Boston Scientific Inc.
CARE 4 CONCRETE.NL
Gasselternijveen 1
Maple Grove (Verenigde Staten)
1
Heerle (N-Br)
2
2
Carl Zeiss NTS, LLC
Peabody (Verenigde Staten)
1
Carl Zeiss SMT AG
Oberkochen (Duitsland) 5
Bio-Prodict BV
Braintronics BV
CATENA Microelectronics BV
Nijmegen
Almere
Delft
1
1
3
Becton Dickinson BV
BiOrion Technologies BV
Brandsma Metaalveredeling BV
Catexel BV
Breda
Groningen
Hilversum
Leiden
1
3
Natick (Verenigde Staten)
Bradford Engineering BV 1
1
Boston Scientific - Fremont
Boston Scientific -Mapple Grove
Tampere (Finland)
Beckman Coulter, Inc.
Fullerton (Verenigde Staten)
1
BIOMAY AG
BASF Nederland BV
Arnhem, De Meern
1
Papendrecht, Rotterdam
(a LyondellBasell
Frankfurt am Main (Duitsland) 1
C4C Holding BV
1
Boskalis Dolman bv
1
5
1
1
1
Lijst van gebruikers
95
Catharina Ziekenhuis
Eindhoven
College Bouw
8
Zorginstellingen
Cavendish Kinetics BV
Utrecht
’s-Hertogenbosch
College voor de Toelating van
1
Crucell Nederland BV
De Efteling BV
Leiden
Kaatsheuvel
1
Cruden BV
2
2
De Winter Media Groep
Oude Meer
Uden
1
1
CCL research
Gewasbeschermingsmiddelen
CSC Computer Sciences BV
De Witte Raaf arbodienst
Veghel
en Biociden (CTGB)
Bunnik
Zoetermeer
2
Wageningen
Cedova BV
Eindhoven
CSIRO Mathematical & Information
1
CellCoTec BV
Geldermalsen
Bilthoven
Collis
3
Clayton South (Australië)
1
Leiden
Eindhoven
Combinatie van Beroepsvissers
CSM NV
CenS (Micro)Electronics
Rijswijk Zh
Diemen
Apeldoorn
Commit Arbo Diemen
1
Diemen
Centraalbureau voor Schimmelcultures
Utrecht
1
Breda
1
4
Centre National de la
Delphi Diesel Systems Ltd.
3
Gloucestershire (Groot-Brittannië)
Cyclone Fluid Dynamics BV
Deltaprogramma Kust
Waalre
’s-Gravenhage
3
2 1
Cyclotron VU BV
Amsterdam
2
1
DeltaRail
Utrecht
2
Cytori GmbH
1
1
Deltares
Zug (Zwitserland)
Delft, Utrecht
1
30
DEM Solutions Ltd.
3
Dd
Conservatory of Amsterdam
Amsterdam
2
1
Gouda
Rotterdam
Wageningen
Maasdijk
Organisation
ConSensor
Ceradis BV
1
Deliflor Chrysanten BV
1
CUR Bouw & Infra
Connexxion
1
Den Hoorn Zh
& Industrial Research
Hilversum
Recherche Scientifique
1
Delfluent Services BV
2
Cugla BV
Highett, Lindfield, Marsfield NSW (Australië)
Drug Research
Grenoble (Frankrijk)
1
Commonwealth Scientific
Centre for Human
Leiden
Ede, Leeuwarden
1
2
Dekker Chrysanten BV
Hensbroek
CSK Food Enrichment BV
CelSian Glass & Solar BV 1
1
1
DEAM
Amsterdam
Sciences
Collexis BV
2
1
1
Edinburgh (Groot-Brittannië)
Dacolt
1
Chematronics BV
Controllab Products BV
Maastricht
Eindhoven
Enschede
DAF Trucks NV
Oldenzaal
8
Demuris Ltd.
2
Newcastle upon Tyne (Groot-Brittannië) 1
1
2
Chemtrix BV
Convergence BV
Eindhoven
Geleen
Enschede
DALSA BV
1
1
Demcon Twente BV
6
7
Chess eT International BV
Cook Medical
Eindhoven
Haarlem
Bjaeverskov (Denemarken)
DALSA Professional Imaging
Den Ouden Groenrecycling BV
Eindhoven
Schijndel
4
Circadian Solar
Coventry (Groot-Brittannië)
1
1
Coriolis Pharma Research GmbH
Circlair Benelux BV
Martinsried (Duitsland)
Deventer
Cortius BV i.o.
1
Amersfoort
CITEQ BV
Groningen
1
3
DePuy CMW
Gorinchem
Blackpool (Groot-Brittannië)
1
Dana
Forschungsgemeinschaft (DFG)
1
Cosine Research BV
Danfoss Turbocor Compressors
Bonn (Duitsland)
CityGIS Holding BV
Leiden
Cosmoferm BV
Syracuse (Verenigde Staten)
Deutsches Elektronen-
’s-Gravenhage
Den Hoorn
Danisco A/S
1 1
Civolution
Eindhoven
1
2 3
Clinical Graphics
Witterswil (Zwitserland)
Delft
COVIDIEN
2
Hamburg (Duitsland) 1
Danisco Genencor International BV
CNC Grondstoffen BV
Trevoux (Frankrijk)
Milsbeek
CQM BV
3
1
1
Leiden
1
Synchrotron DESY
1
Brabrand (Denemarken)
Covalys Biosciences AG
1
Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (DLR)
Köln (Duitsland)
1
Deventer Ziekenhuis
5
Danish National Space Center
Deventer DevLab
1
Cofely Nederland BV
Eindhoven
Bunnik
Croda Chemicals Europe Ltd.
Kopenhagen (Denemarken)
Coherent BV
Meebeek (België)
Danone Research BV
Dialog Semiconductor BV
Utrecht
Croda Europe Ltd.
Wageningen
’s-Hertogenbosch
1 9
Coherent Europe BV
Utrecht
96
5
Jaarverslag STW 2012
1
Leek Staffirdshire (Groot-Brittannië)
2
2
1
2
Eindhoven
2
Dassault Systems Simulia BV
Dierenbescherming
Maarssen
’s-Gravenhage
5
Crossbeta Biosciences BV
DC4U BV
Utrecht
Rotterdam
1
1
Deutsche
Brugge (België)
1
1
Damen Shipyards Group
3
1
Dimensional Imaging Ltd. 1
Glasgow (Groot-Brittannië)
1
Ee
EPCOS Netherlands
Fianium Ltd.
EADS Deutschland GmbH
Nijmegen
Direct Current BV
Munchen (Duitsland)
Epic
Southampton, Hampshire (Groot-Brittannië) 1
Aalsmeer
Eagle Vision BV
’s-Hertogenbosch
Naarden
Erasmus MC
Dionex Benelux BV
Amsterdam
1
1
DNV KEMA Energy & Sustainability
Arnhem
1
1
Velzen-Noord
14
Amsterdam
Dordrecht
Appelscha
1
Terneuzen
Maastricht
Leidschendam
1
Dr. Sennewald Medizintechnik GmbH
Munich (Duitsland)
Flanders Hydraulics Research
Hoogezand
Antwerpen (België)
Rijswijk
ESRI Nederland BV
Flexible Optical BV
Rotterdam
Rijswijk Zh
1
Draka Comteq Fibre BV
Zwolle
Elekta Instrument AB
Uppsala (Zweden)
Bussum
Elekta Ltd.
1
Crawley (Groot-Brittannië)
Delft, Geleen, Heerlen, Urmond
ELMOS AP bv
Nijmegen
DST Entwicklungszentrum
1
Eltomation BV
Barneveld
Transportsysteme e.V.
EMS Electro Medical Systems SA
Duisburg (Duitsland)
1
Nyon (Zwitserland) Nijmegen
1
Dura Vermeer Business Development BV
Hoofddorp
1
Dutch Institute for Advanced Logistics
Breda
1
1
1
1
Endomagnetics Ltd.
Evonik Industries AG
31
Enthone BV
and Management (ERASM)
Brussel (België)
Tilburg
Exendis BV
Hoogeveen, Papendrecht
Ede
Fokker Landing Gear BV
1
Amsterdam
Amsterdam
FBGS International
Nieuwegein
Geel (België)
FORCE Technology
Dynaflow Research Group
Enkhuizen
Bern-Wabern (Zwitserland)
Zoetermeer
EnzyScreen BV
FEI Company
Haarlem
Eindhoven
Assen
1
1
Eon engineering Ltd.
Coventry (Groot-Brittannië)
1
12
Technologies
Weesp
2
1
6
Sandvika (Noorwegen)
1
ForceLink BV
FeyeCon Carbon Dioxide 1
1
FOM-instituut DIFFER
1
Federal office of Metrology METAS
DySI BV
1
FOM-instituut AMOLF
1
Farm Frites
Enza Zaden BV 7
2
Hoogeveen
Falco Systems
Rotterdam
1
2
Fokker Special Products BV
Dyadic Nederland BV
3
1
Fokker Aerostructures BV
1
Wageningen
2
1
Focal Meditech BV
2
EXALOS AG
Oudenhoorn
1
Enviu
1
Alblasserdam
Helmond 1
1
FNsteel bv
1
Ff
Enthone GmbH
1
Fluxicon Process Laboratories
Eindhoven
1
Environmental Risk ASessment
Groningen
Aachen (Duitsland)
1
Sheffield (Groot-Brittannië)
Center (EMIC) GmbH
Schlieren (Zwitserland)
Koog a/d Zaan Nederland
Waver (België)
1
Essen (Duitsland)
1
Fluent Europe Ltd.
1
European Microsoft Innovation
Langenfeld (Duitsland)
1
Delft
Fluent Benelux
1
Botlek-Rotterdam, ‘s-Hertogenbosch, Maastricht, Velsen-Noord 7 1
2
FlowMotion
Milan (Italië)
Duyvis Wiener BV Dwarslaesie Organisatie
Eindhoven
European Institute of Oncology
Den Bosch
’s-Hertogenbosch
Breda
Amsterdam
Petten
Foundation
Flowid BV
1
1
1
EUPhoenix BV EURAILSCOUT Inspection &
1
Flir Systems AB
Danderyd (Zweden)
10
ENCI BV
Nederland
Dutch Sustainable Landfill
ESTEC - European Space Research
Luxembourg (Luxemburg)
Energieonderzoek Centrum
4
Teteringen
1
European Commission
1
London (Groot-Brittannië)
Leiden
Landgraaf
Enceladus Pharmaceuticals BV
Eindhoven
Dutch Space BV
FLIR
Amersfoort
Dutch Polymer Institute 1
Essent Retail Services BV
Analysis
1
Encapson BV
København (Denemarken)
Flick Engineering Solutions BV
Noordwijk Zh
1
1
3
Winterswijk
2
and Technology Centre
für Schiffstechnik und
DTU Space
1
‘s-Hertogenbosch
DSM 59
1
Essent NV
1
Drug Discovery Factory 1
La Chaux-de-Fonds (Zwitserland) 1
2
Eska Graphic Board
1
Eindhoven
2
1
Efectis Nederland BV Electrabel Nederland NV
1
Nijmegen
FKG Dentaire
1
ESAOTE Europe BV
1
ECP-EPN
1
Filtex Air Filtration
31
Ernst & Young
1
ECOstyle BV
Dow Benelux BV
FIDES BV
1
De Lier
Rotterdam
ECO Ceramics BV
Dordrecht
1
Culemborg
2
Ford Forschungszentrum Aachen (FFA)
Aachen (Duitsland)
Lijst van gebruikers
1
97
General Electric Plastics
Ford Motor Company
Michigan (Verenigde Staten)
Bergen op Zoom
1
Hactivar BV
Heygear BV
Ridderkerk
Europe BV
Arnhem
1
Haemoscan BV
1
HGST
Forschungszentrum Jülich GmbH
Genetwister Technologies BV
Zuidwolde Gn
Jülich (Duitsland)
Wageningen
HagaZiekenhuis
1
FOS
1
Veldhoven
Eindhoven
1
Friedrich-Schiller-Universität Jena
Jena (Duitsland)
1
FrieslandCampina
High Voltage Engineering Europa BV
2
HAL Allergy
Amersfoort
Genmab BV
Leiden
Hilbrands Laboratorium
Utrecht
Halfmann Teleskoptechnik GmbH
5
1
1
voor Bodemziekten
Wijster
1
Fugro Ingenieursbureau BV
Geo-Resources Consulting BV
Neusäss-Vogelsang (Duitsland) 1
Gouda
Leidschendam
Rotterdam
Hankamp BV
HKV Lijn in water
Lelystad
9
2
Nieuwegein
3
& Co. KG
Geochem Research BV
Deventer, Wageningen
San Jose (Verenigde Staten)
1
’s-Gravenhage
Genexis BV
1
1
1
Fugro-Jason Netherlands BV
German-Dutch Wind Tunnels
Enschede
Leidschendam
Marknesse
Hannover Milieu- en
1
1
FuMa-Tech GmbH
GevelMeesters BV
Vaihingen-Enz (Duitsland) 1
Beers Nb
3
Ede Gld
1
Hans van der Sloot Consultancy
Amsterdam Zuidoost
Broek op Langedijk
Hogeschool voor de
Deventer
GGD Flevoland
Hansen Medical Inc.
FutureWater BV
Lelystad
Wageningen
GGZ Eindhoven
Kingston (Verenigde Staten)
1
Eindhoven
Gg
1
Assen
GABA BV
Weimar (Duitsland)
Harmsen Consultancy BV
Weesp
GlaxoSmithKline
Nieuwerkerk a/d IJssel
Zeist
Harvard Medical School
1
GABA International AG
Therwil (Zwitserland)
1
Galvamé Oppervlaktechnieken BV
Rotterdam
1
Holderbank (Zwitserland)
1
Consumer Healthcare
Arnhem
1
1
Holst Centre 1
Eindhoven
HOMA Software BV
Venlo
Enschede
Weybridge (Groot-Brittannië)
Havenbedrijf Rotterdam NV
Honeywell
1
GN ReSound BV
Rotterdam
Emmen
Gatan UK
Eindhoven
Heemskerk Innovative
Abingdon (Groot-Brittannië)
Green Dino BV
GasTerra BV
1
1
1
Wageningen
4 2
Sassenheim
2
2
Hoofdproductschap Akkerbouw
’s-Gravenhage
Technology BV 1
15
Hauzer Techno Coating BV
1
Groningen
1
Holland Genetics BV
Boston (Verenigde Staten)
GlaxoSmithKline
1
Holcim Group Support Ltd.
1
Glatt Ingenieurtechnik GmbH 1
1
Kunsten Utrecht
Hilversum
Hanze Institute of Technology
1
1
Hogeschool van Amsterdam
1
FutureChemistry Holding BV
2
4
HL-Planartechnik GmbH
Nijmegen
2
1
Dortmund (Duitsland)
Veiligheidstechniek BV
Gezondheidsdienst voor Dieren
2
Hitexacoat BV
3
Hoogheemraadschap Delfland
3
GE Healthcare
Grontmij Nederland BV
Heijmans Civiel
Delft
Eindhoven
De Bilt
Rosmalen
Hoogheemraadschap Hollands
1
2
1
Gebr. A en R van der Lans
Groundwater Technology BV
Heinrich Hertz Institut
‘s-Gravenzande
Delft, Rotterdam
Berlijn (Duitsland)
1
Gemeenlandshuis Delft
Delft
1
2
Amsterdam
Arnhem
Kerkdriel
1
5
Amsterdam
’s-Gravenhage
Wijk aan Zee
3
HemoLab BV
Gorinchem
Eindhoven
1
GustoMSC BV
Rotterdam
Schiedam
GyroTools LLC
Tiel
Winterthur (Zwitserland)
1
Leiden
Palo Alto (Verenigde Staten)
98
Nuth
1
1
Hh
Genencor International Inc. 1
Jaarverslag STW 2012
1
10
1
Doetinchem Doesburg
1
1
House of Innovation BV 1
Hendrix Genetics BV
HR Wallingford Ltd.
Boxmeer
Wallingford, Oxfordshire (Groot-Brittannië) 1
3
Herbstreith & Fox KG
Neuenbürg/Württ (Duitsland) 1
Habanera Numerical Software
Het Waterlaboratorium
Delft
Haarlem
2
Pijnacker
Hosokawa Micron BV
Hendriks Engineering BV
1
Gemeente Tiel Genencor International BV
1
1
HortiMaX BV
Guerbet Nederland BV
Gemeente Rotterdam 6
1
Hooijmans Champignons BV
Heliomare
’s-Gravenhage
Heerhugowaard
Helianthos BV
GTM Advanced Structures
3
Noorderkwartier
GS1 Nederland
Gemeente Amsterdam Gemeente Den Haag
2
1
2
Hubrecht Instituut voor Ontwikkelingsbiologie en Stamcelonderzoek
Utrecht
1
1
Huntsman (Europe) B V
IMEC Nederland
Intel Corporation
IT’IS Foundation
Everberg (België)
Eindhoven
Hillsboro (Verenigde Staten)
Zurich (Zwitserland)
1
2
Huntsman Polyurethanes
Immunicon Corporation
Everberg (België)
Huntington Valley (Verenigde Staten)
1
Hurks Beton
Veldhoven
1
HWI Group
Voorburg
1
London (Groot-Brittannië)
Doetinchem
Boxmeer
Almelo
Utrecht
1
Coevorden
1
Hydronamic BV
Papendrecht
Animal Health GmbH
Schwabenheim an der Selz (Duitsland) 1
In Summa Innovation
Raamsdonksveer
1
Hyflux
1
INCAS3
Singapore (Singapore)
Assen
4
Hygear
Arnhem
1
HZPC Holland BV
Joure, Metslawier
8
Intervet International BV / MSD
Incotec Holding BV
Boxmeer
Enkhuizen
InteSpring BV
1
Indaver Compost BV
Delft
Nieuwdorp Zld
Intrinsic-ID
1
Amsterdam Zuidoost
Louvain-la-Neuve (België)
1
4
Gemert
ING (België) NV
IBA
Brussel (België) ’s-Gravenhage
IPA Bauchemische
IBIS Technologies BV
Rotterdam
Enschede
InnoCore Technologies
Pullach (Duitsland)
Groningen
IPCOS
Amsterdam
1
IBM Research Division
Rüschlikon (Zwitserland) IBS Precision Engineering BV
Eindhoven
1
ICCROM
Rome (Italië)
1
Apeldoorn
Nederland BV
Leiderdorp
1
Karlsruhe (Duitsland)
Institut de Sélection Animale BV
Hoofddorp
1
Katholieke Universiteit Leuven
Boxmeer
IQ Products 1
Heverlee, Leuven (België) 3
1
1
Institut für Mikrotechnik Mainz
Groningen
IQ Therapeutics
KAVB
Groningen
Hillegom
1
2
Irdeto BV
Hoofddorp
2
Hogeschool Utrecht
Resources and Ecosystem
Bergen op Zoom
Studies (IMARES)
IRX Innovations BV
Kenniscentrum Papier en Karton
Son en Breugel
Arnhem
2
ILA GmbH
Beuningen
Leiden
Institute for Sustainable
3
Process Technology
Amersfoort
Instituto de Astrofisica de
La Laguna (Spanje) Instituut voor Natuur-
Leuven (België)
en Bosonderzoek 7
Brussel (België)
1
1
1
Utrecht
1
Kerry (NL) BV
Almere
1
1
1
Isala Klinieken
Kerry Group
Zwolle
Wisconsin (Verenigde Staten)
2
Space BV
Delft
Canarias
IME Technologies IMEC
3
ISIS - Innovative Solutions In
6
Eindhoven
1
2
van zorgverlening
2
IRS
Edinburgh (Groot-Brittannië)
1
1
Kenniscentrum innovatie
ISA Pharmaceuticals BV
Jülich (Duitsland)
Technologie
Mainz (Duitsland)
Den Hoorn Texel, IJmuiden
Applications GmbH
1
Karlsruher Institut für
Institute for Pig Genetics BV
1
2
Karl Storz Endoscopie
Kinderdijk
ILA Intelligent Laser
Kk Kadaster
IHC Dredgers BV 1
1
Ipsen Farmaceutica BV
Institute for Marine
Rueil-Malmaison (Frankrijk) 3
1
Leuven (België)
2
Toulouse (Frankrijk)
1
1
Inspektor Research Systems BV
l’Aéronautique et de l’Espace
IFP
Johanna KinderFonds
Amsterdam
Institut Supérieur de
1
I-Climate BV
Waalwijk
5
1
Produkte GmbH
1
2
1
Schwarzenbruck (Duitsland) 1
IBM Nederland BV
Beerse (België)
Beerse (België)
Eindhoven
Ingenieursbureau Svasek BV
1
Janssen Research Foundation
Pharmaceutical
1
Ingenieursbureau Sepra
1
Janssen Precision Engineering BV
Johnson & Johnson
IBA Dosimetry GmbH
2
2
Maastricht-Airport
Ioniqa Technologies BV
1
1
Janssen Pharmaceutica
Nr4 7uh Norwich (Groot-Brittannië)
Inviso BV
1
Broeksterwald
John Innes Centre
3
Eindhoven
ING Bank
Ii
Jj
Arnhem
Animal Health
1
1
Beerse (België)
2
Intervet International / MSD
1
Zoetermeer
Jacob Klimstra Consultancy
Instituut Nederland
Imtech Vonk BV
Amersfoort
1
Interuniversitair Cardiologisch
1
Ivoren Kruis
1
Intersnack Nederland BV
IMS
HydroLogic
’s-Hertogenbosch
1
Imperial College London
Hybro BV / Cobb Europe BV 2
1
Interprovinciaal Overleg (IPO)
2
Lisse
1
1
Keukenhof 1
ISZGRO Diodes BV
Key Drug Prototyping BV
Delft
Amsterdam
1
2
It Fryske Gea
Keygene NV
Olterterp
Wageningen
1
4
Lijst van gebruikers
99
Ll
Kiemkracht
Utrecht
2
L.Verbakel BV
Sint Oederode
Kiepenheuer-Institut für Sonnenphysik
Freiburg (Duitsland)
Goettingen (Duitsland)
2
Kiwa Technology
Apeldoorn
Linhebeek (België)
1 1
Klockner S.A.
Barcelona (Spanje) 1
Knauf Gips KG
Tropen
LioniX BV
1
Meteorologisch Instituut
De Bilt
1
Berkel en Rodenrijs
Leica Nederland BV
Lund University
Rijswijk Zh
Lund (Zweden)
2
Leiden
Nijmegen
Leids Universitair Medisch
KtedoGen
Milano (Italië)
2
Kweek en researchbedrijf AGRICO BV
Bant
2
KWR Watercycle Research Institute
Nieuwegein
1
Centrum
Leiden
1
3
22
100
Nieuwegein
1
MA3 Solutions BV
’s-Gravenhage
Son
MEAS Deutschland GmbH
1
1
Maaslandziekenhuis
Dortmund (Duitsland)
Sittard
MECAL Applied Mechanics
1
Maastricht Instruments BV
Eindhoven
Maastricht
Mediatronix BV
1
Hoofddorp Medicim NV
7
1
MAASTRO Clinic
Mechelen (België)
Maassluis
Maastricht
MediluX BV
1
2
Lely West NV
Machnet BV
Velserbroek
Maassluis
Roden
Medis Medical
1
2
Lens Research & Development
Magma Design Automation BV
Bleiswijk
Eindhoven
1
Arnhem
Eindhoven
Leiden
1
Leiden
1
1
Medis specials BV
Magwel NV 1
1
Imaging Systems bv
1
MagnaView 1
1
1
Lely Industries NV
Liander
Jaarverslag STW 2012
1
McRoberts BV
Maastricht Universiteit
LEO Pharma A/S
1
1
McKesson Nederland BV
Maastricht
1
Ballerup (Denemarken)
Aalborg Sù (Denemarken)
1
Montreal, QC (Canada) 1
Lek/Habo BV
Emmeloord Kymi Rens
2
Enschede
Ter Aar
KWS POTATO BV 3
1
Mm
1
Kropman BV
Enschede
Veldhoven
1
McGill University
Pathologisch Laboratorium
Kryoz Technologies BV
Schiphol Airport
Bloomfield (Verenigde Staten)
2
Leids Cytolologisch en
1
Maxima Medisch Centrum
Hoofddorp
Leiden
1
1
Luchtverkeersleiding Nederland
Lummus Technology Inc.
Leiden Probe Microscopy BV
Dordrecht
für Molekulare Medizin
Berlin (Duitsland)
1
Leica Mikrosysteme
Amsterdam
Krohne Nederland BV
1
Max-Delbrück-Centrum
McCain Foods Holland BV
Kreatech Diagnostics 2
Eindhoven 2
2
Vertrieb GmbH
2
1
MathWorks
1
Maxon Motor Benelux BV
Wetzlar (Duitsland)
Koppert BV
Delft
LM Wind Power Blades
1
Lucta SA
Rijswijk
1
1
Montornés Del Vallés, Barcelona (Spanje) 1
1
Leica Microsystems BV
Koninklijke Vopak NV
Rotterdam
Materials Innovation Centre BV
Zwolle
Mannheim (Duitsland)
1
Purmerend
LTO Noord
Den Helder Holding BV
Lithp Systems BV
Cambridge (Verenigde Staten)
1
Amstelveen, Groningen 1
2
of Technology
LiqTech International A/S
Logica Nederland BV
1
Leica Microsystems
1
Enschede
Vinkeveen
Koninklijke Marine
Helmond
1
1
Massachusetts Institute
14
Kolding (Denemarken)
Jena (Duitsland)
Koninklijke Nedschroef
Enschede
Laser 2000 Benelux C.V.
Leibniz Institute
5
2
Ballerup (Denemarken)
2
Nieuwegein
Koninklijk Nederlands
1
Ede Gld
LBP SIGHT
1
Veghel
Marti Keuning Eckhart Stichting
1
Lunteren
Lappeenranta (Finland)
Amsterdam Zuidoost
1
Mars Nederland BV
1
MASER Engineering BV
Technology
1
Hilversum
1
LinXis BV
Lappeenranta University of
Ermelo
Maquet Netherlands
1
Breda
4
Oosterhout
Koninklijk Instituut voor de
Oss
Lambert van den Bosch BV
Nijmegen
1
Life Sciences Park
’s-Gravenhage
Knauf Insulation BV Koepel Fokkerij
Maquet
Mahwah (Verenigde Staten)
1
LineSolar BV
Borstkankerscreening (LCRB)
1
Lievers Holland
Delft
1
1
Mijdrecht
Light Motif
3
Landelijk Referentie Centrum voor
Iphofen (Duitsland)
Bamako (Mali)
1
Enschede
Roden
1
Mali Biocarburant S.A.
Duiven
Lacquey BV Lambert Instruments BV
Knauf BV
Utrecht
1
Laborelec
KLM Royal Dutch Airlines
Amstelveen
1
La Vision GmbH
Liandon BV
Leuven (België)
1
Medisch Centrum Haaglanden 1
’s-Gravenhage
1
Milestone Microwave
Medisch Spectrum Twente
Enschede
MS Vision
Sorisole (BG) (Italië)
Medisse
Leusden
Almere
Laboratory Systems
5
1
Militair Revalidatie Centrum
1
Aardenburg
Medlumics
Madrid (Spanje)
Doorn
1
Nederlandse Aardappel Organisatie
2
MSC Software Benelux BV
’s-Gravenhage
Gouda
Nederlandse Aardolie
2
Maatschappij BV
MSD Oss
Oss
1
Assen
10
Medtronic BV
Mind Media bv
MTSA Technopower BV
Maastricht
Herten
Arnhem
4
Medtronic Nederland
Heerlen
1
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
1
Medtronic Trading NL BV
’s-Gravenhage
Heerlen
Ministerie van Defensie
1
’s-Gravenhage
MEGED Engineering & Consultancy
Zoetermeer
’s-Gravenhage
Keuringsdienst
My Micro Group BV
Emmeloord
Gemert
Nederlandse apparatenfabriek
1
Enschede
Nn
1
Wetenschappelijk Onderzoek
’s-Gravenhage
NAICONS
Ministerie van Financien
Milano (Italië)
Novara (Italië)
’s-Gravenhage
Nano4Imaging GmbH
2
Rahway (Verenigde Staten) Southampton (Groot-Brittannië)
2
Ministerie van Veiligheid en
1
Eindhoven
Geneva (Zwitserland)
Mistras
1
Rotterdam
Gorinchem
MKS Instruments
1
2
Metris BV
Hoofddorp
Natuurmonumenten
1
1
Berlijn (Duitsland)
Momentive Specialty
NCIRO Australia Telescope
Epping (Australië)
1
NIOZ Koninklijk Nederlands
Zevenaar
Wijchen
Microflown Technologies BV
Bergschenhoek, Wageningen 9
Arnhem
Moog FCS
Mogliano Veneto (Tv) (Italië) 1
Rhoon
Motek BV
Enschede
Amsterdam
11
MOTEK Medical BV
Wageningen
Amsterdam Zuidoost
1
NIZO food research BV
Dordrecht
Ede
1
voor Bouwbiologie en Ecologie bv (NIBE) 4
Bussum
5
NLISIS
Geleen
1
NLnet Labs
1
Nederlands Instituut
Middeldorp Milieuadvies
1
Nederlands Anafylaxis Netwerk
Research BV
4
8
Instituut voor Zeeonderzoek
Den Burg
1
Enschede
1
Micronit Microfluidics BV
1
Nederlands Centrum voor Laser
Mos Grondmechanica
5
Nikon Instruments Europe BV
Mijdrecht Nedcard BV
7
NIKON CORPORATION
Amsterdam
Monsanto Holland BV
Nieuw-Vennep
1
1
Nebest Koning & Bienfait BV
Microflown Holding BV
Micromed S.p.A.
1
(Japan)
Groot-Ammers
1
NGO-SBG
Zoetermeer
Nebest BV
1
1
Research Center BV
Berghem
2
National Facility
Chemicals BV
Vondelingenplaat
1
1
2
‘s-Graveland
Austin (Verenigde Staten)
1
Nestlé Research Center
Oss
Micro resist technology GmbH
1
2
Netherlands Translational
Molecular Imprints
1
Leiden
National Semiconductor BV
Schwerzenbach (Zwitserland) 1
Wageningen
1
Delft
Kilsyth, Victoria (Australië)
MicroDish BV
Venlo
NEM Energy BV
ModiQuest BV
Mettler-Toledo AutoChem, Inc
1
Nedinsco BV
Amsterdam
1
5
Lausanne (Zwitserland)
Moldflow
1
8
Velsen-Noord
National Aerospace Laboratory
Bethesda (Verenigde Staten)
1
Cheshire (Groot-Brittannië)
Merus BV
Vlamonderzoek
National Institute of Health
Merford Noise Control
1
Nederlandse Vereniging voor
2
Amsterdam, Marknesse
1
MiPlaza
Merck Serono International S.A. 1
Hoofddorp
Zutphen
Ruimtevaartlaboratorium
’s-Gravenhage
Merck KGaA
Bouwgrondstoffen (NVLB)
Nationaal Lucht- en
Justitie
1
van Leveranciers van 1
Nanosens 4
2
Nederlandse Vereniging
1
Aachen (Duitsland)
en Milieu
Rotterdam, ‘s-Gravenhage
Darmstadt (Duitsland)
Utrecht
1
Ministerie van Infrastructuur
Merck Chemicals Ltd.
2
Nederlandse Organisatie voor
MEMC Electronic Materials Merck & Co. Inc.
1
‘NEDAP’ NV
Groenlo
1
3
Ministerie van Economische Zaken
1
1
Nederlandse Algemene
1
MyLife Technologies
2
1
Amsterdam
1
NMDG NV
Bornem (België)
Mijtech kunstofvloer advies
Movares Nederland BV
Nederlands Kanker Instituut
Groningen
Druten
Utrecht
Amsterdam
Noldus Information
1
Milabs BV
Utrecht
1
3
6
MRC Aardenhout
Nederlands Vaccin Instituut
Doorn
Bilthoven
1
2
NNZ bv
1
2
2
Technology BV
Wageningen
4
Lijst van gebruikers
101
Noppe Orthopedietechniek
Oclaro Technology Plc
Oxford Instruments
Noordwijkerhout
Bristol (Groot-Brittannië)
Norit Nederland BV
Towcester (Groot-Brittannië)
Amersfoort
OctoPlus NV
1
2
Leiden
NOTOX BV
’s-Hertogenbosch
6
Herzogenrath (Duitsland)
Welwyn Garden City (Groot-Brittannië) 1
OHM Ltd.
Aberdeen (Groot-Brittannië)
Novay
OIM Orthopedie
Enschede
Assen
1
NRG Nuclear Services For
1
1
Okolab s.r.l.
Energy, Environment & Health
Petten
Oxford Technologies BV
Hamburg (Duitsland) Philips Research
2
Redhill (Groot-Brittannië)
3
Novacta Biosystems Ltd.
Ottaviano NA (Italië)
1
Pp
1
4
PA Imaging Holding BV
Philips Technologie GmbH
Enschede
Aachen, Plauen (Duitsland)
1
Pallas Athena
Phisimed
Apeldoorn
Maastricht
1
PamGene International BV
PhoeniX BV
’s-Hertogenbosch
Enschede
4
PANalytical BV
3
Systems Dmc Gmbh
Utrecht
Oel-Wärme-Institut Aachen GmbH
1
Philips Medical 4
1 4
Phosphor Technology Ltd.
Almelo, Eindhoven
NS Reizigers BV
Delft
Paques BV
Stevenage (Groot-Brittannië)
Utrecht
OM Partners NV
Balk
Photonamic GmbH & Co. KG
Wommelgem (Antwerpen) (België) 1
Paul-Drude-Institut für
OM&T BV
Berlin (Duitsland)
Oldelft Ultrasound BV
2 1
NT&D Nanotechnology & Devices
Aachen (Duitsland)
1
Nucletron BV
Veenendaal
4
Eindhoven
1
4
Onderzoek en Statistiek
Eindhoven
Amsterdam
PelviTec BV
Nunhem
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam
1
Amsterdam
NUON
Arnhem
1
1
OonKAY
2
Delft
1 1
Photonics Investments BV
Duiven
1
1
Photonis Holding S.A.S.
NUMECA International Nunhems Netherlands BV
Wedel (Duitsland)
Festkörperelektronik
Brussel (België)
4
3
Peer+ BV
4
Mérignac Cedex (Frankrijk)
1
Photonis-DEP BV
Roden
1
1
Penta Robotics BV
Photontec BV
Vreeland
Wijchen
1
1
Pepscan Presto BV
Physical Electronics
Lelystad
Nuon/Vattenfall
Apeldoorn
Amsterdam
Oostwaardhoeve v.o.f.
Percuros BV
Chanhassan (Verenigde Staten)
Schagen
Leiden
Physik Instrumente (PI)
1
Nutreco Nederland BV
Boxmeer, St. Anthonius
3
Instituut NMI bv
1
Eindhoven, Nijmegen
NXP Semiconductors Belgium NV
Leuven (België)
6
NZO 1
Oo 1
OCAS
Zelzate (België)
Utrecht
Personal Space Technologies
Amsterdam
Oosterhout Nb
Rotterdam
Nijmegen
Petrobras
1
Gouda
Pharmaceutical Research
4
Zuidlaren
1
Jaarverslag STW 2012
Wageningen Gouda
Leiden
Plaxis BV
1
1
Magdeburg
Delft
Best, Drachten, Eindhoven, Heerlen 155
Politecnico di Milano
Philips Electronics North America
Politie Groningen
Andover (Verenigde Staten) Aachen (Duitsland)
2
Milano (Italië) Groningen
1
1
Poly Nederland 2
Philips GmbH 1
1
Philips
Corporation 1
1
Plantum NL
1
Malvern (Verenigde Staten)
1
7
Plantenziektenkundige Dienst
Pharming Group NV
Magdeburg (Duitsland)
102
Wageningen
Orthovita Inc.
Otto-von-Guericke-Universität
Zürich (Zwitserland)
1
Associates Group BV
1
1
Plant Research International
Rio de Janeiro (Brazilië)
Smørum (Denemarken)
1
2
Ortec International BV
Oticon A/S
Oclaro Inc.
3
Enter
Venlo Leiden
Pie Medical Imaging BV
Maastricht
3
ORGA Architecten
Reykjavik (IJsland)
OcellO
1
Pijngeneeskunde
Océ Technologies BV 13
Tijnje
3
Pervatech BV
2
Össur Head Office
1
Equipment BV
Amsterdam
2
3
PI Medical Diagnostic
Oracle Nederland BV
Nieuwegein
Balzers (Liechtenstein)
Karlsruhe (Duitsland)
2
international (PHIi)
1
1
GmbH & Co. KG
Personal Health Institute
Orthoproof Digital Models OC Oerlikon Balzers Ltd.
2
Groningen, Turku
1
Oranjewoud 37
2
PerkinElmer
Calgary (Canada)
1
NXP Semiconductors
Zoetermeer
Open Engineering OptEM Engineering Inc.
nv Bekaert sa
Aalter (België)
1
Angleur (België)
Nutriënten Management
Wageningen
1
3
Steenwijk
1
Polymer Vision Ltd. 1
Eindhoven
3
1
Polytec GmbH
Waldbronn (Duitsland)
1
Provincie Noord Brabant
Remeha BV
’s-Hertogenbosch
Apeldoorn
1
Royal Cosun
Roosendaal
4
2
Polyvation BV
Provincie Zuid-Holland
Remmers Bouwchemie BV
Royal FrieslandCampina
Groningen
’s-Gravenhage
Hoogeveen
Revalidatiecentrum Heliomare
Amersfoort, Deventer, Leeuwaren, Meppel 8
Wijk aan Zee
Royal HaskoningDHV
1
PPG Coatings Europe BV
PS-tech
Uithoorn
Amsterdam
2
PRA International, 1
Praction
Veldhoven
1
PTB
Early Development Services
Assen
2
1 1
1
Roessingh
Pulsar Physics
Enschede
Eindhoven
Rheinland Westfalen Netz AG
2
1
Purac Biochem BV
Essen (Duitsland)
Praktijkonderzoek Veehouderij
Gorinchem
Rijk Zwaan Zaadteelt en
Lelystad
Pyxis Discovery BV
1
1
Delft
Prestwick Chemical
Strasbourg-Illkirch (Frankrijk) 1
11
Stockholm (Zweden) Holding BV
6
Erfgoed
Rijsenhout
4
RPS advies- en
QCare medical services BV
Amersfoort, Amsterdam
Oisterwijk
Rijksinstituut voor
1
1
Royal Van Zanten / Van Zanten
Rijksdienst voor het Cultureel
1
Royal Swedish Academy of Sciences
1
Zaadhandel BV
De Lier, Fijnaart
1
Primix BV
Mijdrecht
Amersfoort, Nijmegen, ‘s-Gravenhage, ‘s-Hertogenbosch 7
Revalidatiecentrum Het
Berlin (Duitsland)
3
ingenieursbureau bv
Delft
Volksgezondheid en Milieu
1
Princess Margaret Hospital
Q-Cells SE
Toronto (Canada)
Prinses Beatrix Spierfonds
Bitterfeld-Wolfen (Duitsland) 1
Rijksuniversiteit Groningen
Ruijsink Dynamic Engineering
’s-Gravenhage
QTIS/e BV
Groningen
Gouda
1
1
“Process Systems Enterprise Ltd. -
Eindhoven
Bilthoven
Ruhr-Universität Bochum
Bochum (Duitsland)
12 13
1
1
Rijkswaterstaat
RWE Rheinland Westfalen
Essen (Duitsland)
Quest Innovations BV
Arnhem, Delft, Lelystad, Middelburg, Rotterdam, Utrecht 26
Procter & Gamble
Middenmeer
Rijnlands Revalidatie Centrum
Nordhorn (Duitsland)
Schwalbach am Taunus (Duitsland) 2
QVQ BV
”The model company”
London (Groot-Brittannië)
2
Qualcomm Netherlands BV
Breukelen Ut 1
1 1
(RRC)
Woerden
Leiden
1
Procter & Gamble Technical
1
RWE Westfalen-Weser-Ems Netzservice GmbH 1
RWTH Aachen University
Aachen (Duitsland)
1
3
RIKILT - Instituut voor
Rr
Centre
Ss
Voedselveiligheid
Newcastle upon Tyne (Groot-Brittannië) 1
Radboud Universiteit Nijmegen
Wageningen
Nijmegen
Rivas Zorggroep
Bergen op Zoom
Productschap Diervoeder
Rahu Catalytics BV
Gorinchem
SABIC T&I, STC Geleen
’s-Gravenhage
Vlaardingen
River Diagnostics BV
Geleen
Rotterdam
5
Saint-Gobain Crystals & Detectors
1
Saint Pierre lès Nemours (Frankrijk) 1
2
Productschap Tuinbouw
Zoetermeer
5
14 1
RailData BV
Utrecht
1
1
RIWA-Maas
1
RAV Gooi- en Vechtstreek
Maastricht
1
Hilversum
Roche Center for
Productschappen Vee, Vlees en
RAV Utrecht
Productschap Zuivel
Zoetermeer
Bilthoven
Eieren
Zoetermeer
1
SABIC Innovative Plastics
1
Basel (Zwitserland)
Reade revalidatie | reumatologie
Eindhoven 1
Rockwell Collins (UK) Ltd.
1
Samsung Medison Co, Ltd..
Seoul (Korea)
1
Profict Oost BV
Amsterdam
Warnsveld
Recharge BV
Rode Kruis Ziekenhuis
Hoofddorp
Progentix BV
Bussum
Beverwijk
Sanquin Research
Bilthoven
Recore Systems BV
1 2
1
1
Hoofddorp
3
Samsung
Medical Genomics
1
1 1
Roessingh Research and
Pro-Motion Medical BV
Enschede
Zwijndrecht
Reef Hout
Enschede
Goor
Rolls-Royce Deutschland
1
ProRail
Utrecht
3
1
Reinier de Graaf Gasthuis
ProSensa BV
Delft
Leiden
1
RE-lion BV
Proton Ventures BV
Enschede
Brielle
1
3
1 2
2
Development 1
Ltd. & Co KG
Samsung Medison Europe BV 1
Amsterdam
5
SARA Reken- en Netwerkdiensten
Amsterdam
1
Satelec Acteon Group
Merignac (Frankrijk)
1
Blankenfelde Mahlow (Duitsland) 1
SATRAX BV
Roth & Rau BV
Saxion Hogeschool Enschede
Eindhoven
Enschede
6
Enschede
1 1
Lijst van gebruikers
103
Siemens Medical
SBM Schiedam BV
Schiedam
1
Stichting Landschap Noord-
Nederland
Malvern (Verenigde Staten)
Schiphol Group
Amsterdam
SOVON Vogelonderzoek
Solutions USA, Inc.
1
Holland
Beek Ubbergen
Heiloo
1
SOWNet technologies BV
1
1
Stichting Maritiem Research
Schiphol Telematics BV
Siemens Nederland NV
Delft
Amsterdam
’s-Gravenhage
SpaarnWater
Wageningen
Haarlem
Stichting Nationale Computer
1
4
Schmid & Partner Engineering AG
Siemens Power Generation
Zürich (Zwitserland)
Orlando (Verenigde Staten)
2
Scienion AG
1
Berlin (Duitsland)
Zürich (Zwitserland)
1
1
’s-Gravenhage
3
SPECS
1
5
Faciliteiten
Spark Holland BV
Emmen
Sika Technology AG
Instituut Nederland
1
1
Stichting NIO - Nederlands
Scientific Volume Imaging BV
Simax Lithography BV
Delft
Hilversum
Eindhoven
Spieren voor Spieren
Eindhoven
Blaricum
Stichting Sanquin
8
1
SCIONIX Holland BV
SIMENDO BV
Bunnik
Rotterdam
1
SE Blades Technology BV
Sincrotrone Trieste
Basovizza, Trieste (Italië)
SeaTools BV
Numansdorp
3
Selor eeig
GmbH & Co. KG
Wedemark (Duitsland)
Sensata Technologies Holland BV
Almelo
Kenniscentrum Textielverzorging
Rotterdam
Space Research
Amersfoort
Enschede
Arnhem
St. Jude Medical
Nijkerk Gld
St. Paul (Verenigde Staten)
Stiho BV
1
Research Centre BV 5
Hengelo
Stork Veco BV
Eerbeek
Breda
Staatsbosbeheer
Valkenswaard
Enschede
2
1
Streekziekenhuis
1
Koningin Beatrix
Amsterdam, Driebergen-Rijsenburg
3
5
St. Thomas’s Hospital
Smartec BV SmartTip BV
1
Stork Thermeq BV
2
Nijmegen
Techniques
Nieuwegein
2
St. Jude Medical Nederland BV
Se1 7eh London (Groot-Brittannië)
2
1
Veenendaal
Nieuwegein
4
8
Stichting Voedeselallergie
1
Sensor Sense BV
1
1
Waterbeheer (STOWA)
4
Ssens BV
Siza Dorp Groep
Company BV
SensoRon - Sensors & Measuring
Ophemert
Stichting Toegepast Onderzoek
Groningen, Utrecht 4
SKF Research & Development
1
1
SRON - Netherlands Institute for
1
Nieuwegein
4
Sense Observation Systems BV
2
Spirotech BV
SKF Engineering &
1
Amsterdam
Stichting Technologisch
2
Helmond
1
SINTEF
Sennheiser Electronic
Bloedvoorziening
Singulus Mastering BV
Trondheim (Noorwegen)
1
Egerkingen (Zwitserland)
1
Eindhoven Rotterdam
1
Sencio BV
Nijmegen
1
Sint Franciscus Gasthuis
Amsterdam
1
Spirig Pharma AG
1
Hengelo Ov
1
Instituut voor Onderhandelen
3
Winterswijk 2
1
Strukton Betonbouw
Septentrio Satellite Navigation NV
Smith & Nephew BV
Steelweld BV
Utrecht
Leuven (België)
Hoofddorp
Breda
Strukton Civiel
1
1
Service XS BV
Smurfit Kappa
Leiden
Hoogeveen
1
SGS INTRON BV
SN1C
Culemborg, Sittard
Engineering Co. Ltc. (STEC)
Utrecht
Hoofddorp
Strukton Engineering
1
Volgermeer
1
Utrecht
2 1
Strukton Systems BV
Software Improvement Group BV
Broek in Waterland
Amsterdam
Stichting Dorp, Stad & Land
1
1
Stichting BREIN Stichting Burgerkomitee
Shanghai (China)
5
Shanghai Tunnel
Shanghai (China )
1
1
1
Hengelo Ov
1
STS BV
Solland Solar Cells BV
Rotterdam
Shell
Heerlen
Stichting Duurzaam Storten
StudyPortals BV
Amsterdam, Rijswijk, ‘s-Gravenhage 32
SolMateS BV
’s-Hertogenbosch
Eindhoven
Enschede
Stichting Flextension
Shell Global Solutions
Solsep BV
Chester (Groot-Brittannië)
Apeldoorn
1
5
Zaventem (België)
and Production Inc.
Houston (Verenigde Staten)
1
Siemens AG 2
Jaarverslag STW 2012
1
Gebze (Turkije)
Heinkenszand
Suiker Unie
2
Stichting IJkdijk
Groningen
Stichting Knowledge &
Amersfoort
1
1
SUASIS Underwater Technology R&D Ltd.
1
Amsterdam
1
1
Stichting Het Zeeuwse Landschap
Sonion Nederland BV Sound Intelligence
Erlangen (Duitsland)
1
Amsterdam
1
Veenendaal 2
Solutia Italia Spa
6
Shell International Exploration
104
5
1
development centre
Schiphol
1
Dinteloord
1
1
SunCycle
Eindhoven
2
Superon GmbH
Dernbach (Duitsland)
1
SURFnet BV
TCKI
Utrecht
Velp
1
SurgicEye GmbH
TMC NV
TE Connectivity
Munich (Duitsland) SWOV
Leidschendam
1
Sylvan America Inc.
Delft
’s-Gravenhage
Bedford (Groot-Brittannië)
55
Technolution BV
Gouda
TNO DIANA BV
Universitair Medisch
1
Utrecht
2
1
2
Dystrophy (UPPMD)
Veenendaal
1
TECNALIA
Delft
Macclesfield (Groot-Brittannië)
Donostia-San Sebastian (Spanje) 1
TomTom International BV
Groningen
Eindhoven
Universitair Medisch
Centrum Groningen
2
Syngenta Seeds BV
TEIJIN TWARON BV
Tonalite BV
Enkhuizen
Arnhem
Emmen
3
SyntheticMR AB
Linköping (Zweden)
1
Synthon BV
Nijmegen
1
De Lier
Wageningen
Utrecht
Systems Europe BV
8
16
Universitair Medisch Centrum Utrecht
2
Toshiba Medical
Izegem (België)
15
Centrum St. Radboud
Nijmegen
2
Top Institute Food & Nutrition
Televic NV 4
1
Telersvereniging Prominent 1
1
United Parent Projects Muscular
Syngenta 1
21
Universität Mannheim
SystematIC Design BV
Tempress Systems BV
Zoetermeer
Delft
Vaassen
TOSOH BIOSCIENCE GmbH
Universität Stuttgart
Stuttgart (Duitsland)
Stuttgart (Duitsland)
2
Syynx Solutions GmbH
Geldermalsen
1
Ten Cate Advanced Composites BV
1
Nijverdal
Tt
1
TET Systems Holding GmbH &
Heidelberg (Duitsland)
Europe BV
Thales Communications
Schijndel
Genève (Zwitserland)
1
2
Université de Mons
Mons (België)
1
Université de Tours -
1
Francois Rabelais
Tree C Technology BV
Ede Gld
1 1
Université de Genève
Horst
2
Nederland BV
1
1
Touchwood BV
Hofmans BV
Manufacturing Company
Amsterdam
Mannheim (Duitsland)
2
Transport-, Handelsbedrijf
Co. KG
Taiwan Semiconductor
Tours (Frankrijk)
3
1
Targeson, LLC
Huizen
Charlottesville (Verenigde Staten)
Thales Cryogenics BV
Goor
Eindhoven
Trouw Nutrition Nederland BV
Universite Libre de Bruxelles
Thales Naval Nederland
Putten
Bruxelles (België)
Hengelo Ov
1
Target Holding BV
Groningen
1
TASS BV
Rijswijk Zh
1
TASS Nederland
Eindhoven
23
Tata Steel UK Ltd. 1
TAUS Data Association (TDA) Tauw BV
Deventer
2
1
Universiteit Gent
Brescia (Italië)
Gent (België)
Hengelo, Huizen
Twente Institute for Wireless and
1 8
Mobile Communications BV
Enschede
1
1
Diepenbeek (België) Leiden
Enschede
Universiteit Twente
Twister BV
Deventer
Rijswijk Zh
1
3
2
13
Enschede
31
Universiteit Utrecht
1
Utrecht
Thomson Broadcast & Media Solutions Nederland BV
Uu
18
Universiteit van Amsterdam
Amsterdam
UbiQ Bio BV
4
Thrombinoscope BV
Amsterdam
Maastricht
Ultrasonix Medical Corporation
Tilburg
Richmond (Verenigde Staten)
University College Cork
1
Tigenix
Deventer
Leuven (België)
1
1
Universiteit Leiden
1
Palaiseau Cedex (Frankrijk) The Three Engineers (TTE)
2
8
Twente Solid State Technology BV
1
1
Universiteit Hasselt
Thales Research and Technology
Tauw Deventer 1
Luxembourg (Luxemburg)
Turboden Pratt & Whitney
Breda
1
Université du Luxembourg
2
Thales Nederland BV
Delft
1
IJmuiden, Velsen Noord
De Rijp
1
Thales Research and Technology
Tata Steel
Moorgate (Groot-Brittannië)
Tri-O-Gen BV
1
1
11
Holliston (Verenigde Staten)
Technologiestichting STW
Groningen
Unilever R & D
Vlaardingen
10
Apeldoorn, Delft, Den Helder, Eindhoven, Groningen, Helmond, Rijswijk, ‘s-Gravenhage, Utrecht, Zeist 108
Uitgeest 1
TMS International BV
Oldenzaal
Union Biometrica
Horst
Dublin (Ierland)
1
TNO
58
Technobis Mechatronics
Syncom BV
4
Unilever R & D
Sylvan Foods Netherlands BV 1
Delft
T-Mobile Netherlands BV
Eindhoven
Symantec
1
Technische Universiteit Delft
Eindhoven 1
1
UNESCO-IHE
Hayes (Groot-Brittannië)
4
Technische Universiteit
Kittanning (Verenigde Staten)
Olen (België)
1
TMD Technologies Ltd.
’s-Hertogenbosch
1
Umicore
Eindhoven
2
Universiteit van Tilburg
1
1
1
Cork (Ierland)
2
Lijst van gebruikers
105
University College Dublin
Van Rijn - KWS BV
Vlisco Helmond BV
WS-Wärmeprozesstechnik GmbH
Dublin (Ierland)
Poeldijk
Helmond
Renningen (Duitsland)
1
1
University Hospital Zürich
Vanberlo BV
Zürich (Zwitserland)
Eindhoven
1
University of Applied Sciences,
Varian BV
Bocholt (Duitsland)
1
University of Brescia 1
University of California at San Diego
La Jolla (Verenigde Staten)
VNSI-Scheepsbouw Nederland
Wyatt Technology Europe GmbH
Rotterdam
Dermbach (Duitsland)
1
Zwijndrecht
1
VARIAN Medical Systems
VORtech BV
Delft
Vortex Engineering
Xensor Integration bv
Varibel Innovations BV
Nieuwegein
Delfgauw
Arnhem
Vrije Universiteit Amsterdam
Xilinx Ireland
Amsterdam
Saggart (Ierland)
1
Lyon (Frankrijk)
1
Xbrane Bioscience AB
Stockholm (Zweden)
2 1 4
XiO Photonics bv
Enschede
VARTA Microbattery GmbH
Brussel (België)
Preston (Groot-Brittannië)
Ellwangen (Duitsland)
VSL
1
Coimbra (Portugal)
1
Delft
VARTEC NV
Gent (België)
1
Edinburgh (Groot-Brittannië)
Jokkmokk (Zweden)
Leeds (Groot-Brittannië)
Enschede
1
Yacht BV
Ww
Eindhoven
Bürmoos (Oostenrijk)
University of Manchester
Breda
Wageningen Universiteit &
Manchester (Groot-Brittannië)
Verbond van Verzekeraars
’s-Gravenhage
1
University of Michigan
Ann Arbor (Verenigde Staten)
Nederland
Baarn
1
1
Vereniging van Aardappelverwerkende
1
Industrie
University of Sheffield
Sheffield (Groot-Brittannië)
1
Vereniging Spierziekten
University of New South Wales
Sydney (Australië)
1
Rijswijk Zh
University of Strathclyde
Glasgow (Groot-Brittannië)
1
1
ZF-screens BV
Vaasa (Finland)
Leiden
1
Ziekenhuisgroep Twente
Hengelo
1
Ziut BV
Incorporated
San Diego (Verenigde Staten)
1
SON
1 1
Middelburg
Heidelberg (Duitsland)
1
Waterschap Vallei en Eem
ZoBio BV
Leusden
Leiden
1
Wavin Technology &
Dedemsvaart
’s-Hertogenbosch
1
Universität Münster
Van der Heide BV
Eindhoven
WillCo Wells BV
Kollum
Vista Landscape and
Van Hattum en Blankevoort BV
Woerden
Amsterdam
1
Amsterdam
Urban Design
1
1
Witteveen+Bos
Deventer, Rotterdam
1
3
Van Nieuwpoort Grint en Zand BV
Vitens Laboratorium
WL Gore & Associates Inc
Gouda
Leeuwarden
Newark (Verenigde Staten)
1
1
Van Oord Nederland bv
VitrOmics BV
Gorinchem
2
’s-Hertogenbosch
106
Jaarverslag STW 2012
WorldFish Center 1
Penang (Maleisië)
2
Tuinbouworganisatie (ZLTO)
Münster (Duitsland)
1
1
Zuidelijke Land- en
Westfälische Wilhelms
1
1
ZMBH
Innovation BV 1
1
Waterschap Scheldestromen i.o.
VisionDynamics
2
2
Apeldoorn
VION Ingredients 1
2
Groningen
Roskilde (Denemarken)
Eindhoven
1
Wärtsilä Finland Oy
Waterschap Noorderzijlvest
1
Rhenen
Vabrema BV
Groningen
1
in Nederland
Vestas Technology R&D
Vv
Zernike Group
Blitterswijck
’s-Gravenhage
Urotex Medical BV 1
Walkro International BV
Etten-Leur
Vertex Pharmaceuticals
U-Protein Express BV
Zz
en Betonmortelfabrikanten
Coleraine (Groot-Brittannië) Utrecht
1
Ziggo
Veenendaal 1
America (Horst), Lelystad, Lisse, Wageningen 25
Waters Corporation
University of Ulster
1
YouMedical
Amsterdam
Waternet
Vereniging van Ondernemingen
1
Tertre (België)
1
Researchcentrum
Amsterdam
2
1
Yara Tertre SA
W&H Dentalwerk
Veeco Instruments BV
1
3
Yy
12
1
VDL Enabling Technologies Group
Eindhoven
5
Xsens Technologies BV 4
Amsterdam
Vattenfall AB
University of Leeds
1
VU Medisch Centrum Amsterdam
1
University of Edinburgh 1
3
1
1
Vrije Universiteit Brussel
University of Central Lancashire University of Coimbra
2
Xx
1
Bergisch Gladbach (Duitsland) 1
Varioptic/Parrot 1
2
Vogel BV
Middelburg
Gelsenkirchen
Brescia (Italië)
1
1
1
1
2
Lijst van afkortingen
ACTS
Advanced Chemical Technologies for Sustainability
PROGRESS
Program for Research on Embedded Systems and Software
ALW
Aard- en Levenswetenschappen (NWO)
ProRISC
Program for Research on Integrated Systems and Circuits
ASSYS
Autonomous Sensor Systems
RU
Radboud Universiteit Nijmegen
Bsik
Besluit subsidies investeringen in de kennisinfrastructuur
RuG
Rijksuniversiteit Groningen
CATRENE
Cluster for Application and Technology Research in Europe
SAFE
Semiconductor Advances for Future Electronics
on NanoElectronics
SBIR
Small Business Innovative Research
CW
Chemische Wetenschappen (NWO)
SCI
Science Citation Index
CWI
Centrum voor Wiskunde en Informatica
SES
Smart Energy Systems
DFG
Deutsche Forschungsgemeinschaft
SIA
Stichting Innovatie-Alliantie
DUBBLE
Dutch Belgian Beam Line
SRON
Stichting Ruimte-onderzoek Nederland
ELenI
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
TFN
Thin Film Nanomanufacturing
ESA
European Space Agency
TNO
Nederlandse Organisatie voor Toegepast
ESTEC
European Space Research and Technology Centre
Natuurwetenschappelijk Onderzoek
ESRF
European Synchrotron Radiation Facility
TU
Technische Universiteit
EW
Exacte Wetenschappen (NWO)
TUD
Technische Universiteit Delft
FES
Fonds Economische Structuurversterking
TU/e
Technische Universiteit Eindhoven
FOM
Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie
UL
Universiteit Leiden
ERA-NET SIINN
Safe Implementation of Innovative Nanoscience
UM
Universiteit Maastricht
and Nanotechnology
UMC
Universitair Medisch Centrum
EPSRC
Engineering and Physical Sciences Research Council
UT
Universiteit Twente
HTSM
High Tech Systemen en Materialen
UU
Universiteit Utrecht
ICT
Informatie- en Communicatie-technologie
UvA
Universiteit van Amsterdam
IMDI
Innovative Medical Devices Initiative
VU
Vrije Universiteit
IOP
Innovatiegericht Onderzoeksprogramma
WL
Waterloopkundig Laboratorium
IPMS
Intellectual property management system
WOTRO
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek voor de Tropen
ITEA
Information Technology for European Advances
WUR
Wageningen Universiteit en Researchcentrum
KEMA
NV tot Keuring van Elektrotechnische Materialen
ZonMw
ZorgOnderzoek Nederland en NWO-Medische Wetenschappen
k€
kilo euro (eenheid van 1.000 euro)
KIWA
Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen NV
KNAW
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
M€
Mega euro(eenheid van 1.000.000 euro)
MaGW
Maatschappij- en Gedragswetenschappen
MEDEA+
MicroElectronics Development for European Applications
N
Natuurkunde (NOW)
NIG
Nieuwe Instrumenten voor de Gezondheidszorg
NIHC
Nationaal Initiatief voor Hersenen en Cognitie
NIZO
Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek
NRF
National Research Foundation
NWO
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OTP
Open Technologieprogramma
107
Colofon Eindredactie en productie
Astrid van der Stroom, STW
Ontwerp
Room for ID’s, Nieuwegein
Realisatie
Argante Argante, Amsterdam
Fotografie
Bram Saeys, Eindhoven (pagina 18 en 19) Ivar Pel, Utrecht (tussenbladen en omslag) Betrokken instellingen (hoofdstuk 2 en 3)
Drukwerk
Zwaan printmedia, Wormerveer
www.stw.nl